Ministerieel besluit houdende delegatie van bevoegdheid inzake het bepalen van de modaliteiten voor de diverse uit te voeren keuringen
Originele tekst :
Voeg het document toe aan een map
()
om te beginnen met annoteren.
De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn,
Gelet op de wet van 21 juni 1985 betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen, artikel 1, gewijzigd bij de wetten van 18 juli 1990, 5 april 1995, 4 augustus 1996, 27 november 1996 en het koninklijk besluit van 20 juli 2000;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen, artikel 23, vervangen bij het koninklijk besluit van 15 december 1998 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 maart 2003, 1 juni 2011, 6 september 2013 en 18 oktober 2013, en het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2015;
Overwegende het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;
Overwegende het besluit van de Vlaamse Regering van 24 maart 2006 tot operationalisering van het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken;
Overwegende het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juli 2014 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering;
Overwegende het besluit van de Vlaamse Regering van 30 oktober 2015 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen en van de intern verzelfstandigde agentschappen;
Overwegende dat het, voor een efficiënte en resultaatgerichte vervulling van de taken van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken, noodzakelijk is de bevoegdheid inzake het bepalen van de modaliteiten voor de diverse uit te voeren keuringen te delegeren aan het hoofd van het departement,
Besluit :
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :
1° departement : het Departement Mobiliteit en Openbare Werken;
2° hoofd van het departement : het personeelslid dat belast is met de leiding van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.
Art. 2. Het hoofd van het departement is gemachtigd om de modaliteiten voor de diverse uit te voeren keuringen te bepalen.
Art. 3. De bij dit besluit verleende delegaties worden ook verleend aan het personeelslid dat met de waarneming van de functie van hoofd van het Departement belast is of dat het hoofd van het Departement vervangt bij tijdelijke aanwezigheid of verhindering.
In geval van tijdelijke afwezigheid of verhindering plaatst het betrokken personeelslid, boven de vermelding van zijn graad en handtekening, de formule "voor de secretaris-generaal, afwezig".
Art. 4. Met het oog op een efficiënte en resultaatgerichte interne organisatie kan het hoofd van het Departement de gedelegeerde aangelegenheid verder subdelegeren aan personeelsleden van het Departement die onder zijn hiërarchisch gezag staan, tot op het meest functionele niveau.
De subdelegaties worden vastgelegd in een besluit van de secretaris-generaal. Het besluit wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Een afschrift van het besluit wordt aan de minister bezorgd.
Brussel, 14 maart 2016.
De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn,
B. WEYTS