Ministerieel besluit tot bepaling van de standaard voor de titel van onderhoudstechnicus elektromechanische installaties

Datum :
05-10-2010
Taal :
Nederlands
Grootte :
4 pagina's
Sectie :
Wetgeving
Bron :
Numac 2010205349
Auteur :
Vlaamse Overheid

Originele tekst :

Voeg het document toe aan een map () om te beginnen met annoteren.

De Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport,
Gelet op het decreet van 30 april 2004 betreffende het verwerven van een titel van beroepsbekwaamheid, inzonderheid op artikel 6, 4°;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2005 tot uitvoering van het decreet van 30 april 2004 betreffende het verwerven van een titel van beroepsbekwaamheid, inzonderheid op artikel 4, § 3, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 oktober 2007;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2009 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 2 juli 2010 tot bepaling van de beroepen waarvoor een titel van beroepsbekwaamheid kan worden uitgereikt, inzonderheid op artikel 1, 10°;
Gelet op het advies van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, gegeven op 3 februari 2010,
Besluit :
Artikel 1. Voor het beroep van onderhoudstechnicus elektromechanische installaties met de overeenkomstige titel van onderhoudstechnicus elektromechanische installaties, verwijzend naar het SERV-beroepsprofiel 'onderhoudstechnicus elektromechanische installaties (m/v)', met als uniek volgnummer 08/29 als vermeld in artikel 1, 10°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 juli 2010 tot bepaling van de beroepen waarvoor een titel van beroepsbekwaamheid kan worden uitgereikt, worden de standaard, de succescriteria, de richtlijnen voor beoordeling en de classificatie met bijbehorend subsidiebedrag vastgelegd in de bijlage gevoegd bij dit besluit.
Art. 2. Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Brussel, 5 oktober 2010.
De Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport
Ph. MUYTERS

Bijlage : De standaard, de succescriteria, de richtlijnen voor beoordeling en de classificatie voor het beroep van onderhoudstechnicus elektromechanische installaties
Algemene informatie :
1° standaardnummer : 08/29;
2° classificatie : categorie 1, namelijk 960,00 euro;
3° brondocument : functieprofiel Vlaamse overheid.
Standaard :
Omschrijving van het beroep :
De onderhoudstechnicus onderhoudt en hersteld elektromechanische installaties zodat de continuïteit van de installatie gegarandeerd wordt en de installatie op een betrouwbare en veilig manier kan gebruikt worden..
Kerncompetenties :
De onderhoudstechnicus elektromechanische installaties kan
1. mechanische onderdelen positioneren;
2. elektrische motoren aansluiten;
3. defecten opsporen;
4. elektrische storingen herstellen;
5. demonteren en monteren;
6. rapporteren;
7. veilig werken.
Kerncompetentie 1 : mechanische onderdelen positioneren
Succescriteria :
1° raadpleegt technische informatie van de constructeur;
2° lijnt de componenten uit zodat ze zowel in het radiaal als axiaal vlak in één lijn staan;
3° plaatst de componenten zodat de afwijking binnen de waarden valt zoals voorzien door de constructeur;
4° zet de componenten kruiselings en in een logische volgorde vast met bouten;
5° controleert handmatig de werking en bevestiging van de componenten.
Kerncompetentie 2 : elektrische motoren aansluiten
Succescriteria :
1° kiest de motor en componenten volgens het schema;
2° kiest de sectie van de kabels in functie van het schema;
3° stript de geleiders zodat er geen koper zichtbaar blijft en toch voldoende koper in de klem zit;
4° knipt de draad af zodat er voldoende draadreserve is en de lengte niet hinderlijk is;
5° perst de kabelschoen of draadhuls over de gestripte draad zodat er een naadloze overgang ontstaat;
6° bevestigt bij een sterverbinding ook het resterende plaatje zodat dit als reserve kan gebruikt worden;
7° gebruikt zowel voor de motor als voor het bord dezelfde volgorde van draadkleur;
8° past de draaizin aan in functie van de toepassing.
Kerncompetentie 3 : defecten opsporen
Succescriteria :
1° vraagt informatie aan de bediener van de elektromechanische installatie over de storing die zich voordoet aan de installatie;
2° neemt defecten zintuiglijk waar;
3° controleert onderdelen van de elektromechanische installatie op hun werking;
4° raadpleegt technische handleidingen of schema's;
5° meet spanning, stroom of weerstand met het geschikte meettoestel;
6° lokaliseert de storing door het combineren van verkregen informatie van de bedieners van de elektromechanische installatie, van de meetresultaten en de gegevens uit het schema.
Kerncompetentie 4 : elektrische storingen herstellen
Succescriteria :
1° kiest het juiste gereedschap in functie van de toepassing;
2° kiest een vervangonderdeel met de waarden die constructeur voorschrijft;
3° controleert de werking van het vervangen onderdeel.
Kerncompetentie 5 : demonteren en monteren
Succescriteria :
1° raadpleegt de technische informatie van de constructeur;
2° merkt de onderdelen zodat ze nadien op de exact dezelfde plaats kunnen worden teruggezet;
3° kiest het gereedschap in functie van de toepassing;
4° demonteert en monteert in de logische volgorde;
5° kiest een vervangonderdeel met de waarden die constructeur voorschrijft;
6° controleert handmatig de werking en bevestiging van de gemonteerde onderdelen na de vervanging.
Kerncompetentie 6 : rapporteren
Succescriteria :
1° omschrijft mondeling het defect en de manier waarop het werd opgelost;
2° meldt niet direct oplosbare defecten en vastgestelde tekortkomingen aan de installaties;
3° doet mondeling een voorstel omtrent de keuze van materialen en de werkwijze om defecten op te lossen;
4° vult een logboek in zodat de historiek van de installaties en de uitgevoerde werken opgevolgd kunnen worden;
5° combineert opdrachten op verschillende locaties zodat de werktijd optimaal benut wordt;
6° meldt wijzigingen in planning aan de verantwoordelijke.
Kerncompetentie 7 : veilig werken
Succescriteria :
1° draagt persoonlijke beschermingsmiddelen volgens de gekregen instructies en opdracht;
2° schakelt de spanning uit;
3° vergrendelt de schakelaar en brengt een waarschuwingsbord aan;
4° meet of de installatie spanningsloos is;
5° gebruikt de beveiliging (noodstop) bij het werken aan een elektromechanische installatie;
6° herkent onveilige situaties en geeft aan hoe deze verholpen kunnen worden.
Toepassingsgebied :
Deze kerncompetentie moet worden beoordeeld tijdens volgende cruciale momenten :
1° storingen opsporen;
2° elektrische problemen herstellen.
Richtlijnen voor de beoordeling :
1° De beoordeling bestaat uit minstens volgende beoordelingstechnieken :
a) directe observatie van het proces in een beroepsrelevante context voor de kerncompetenties mechanische componenten positioneren, elektrische motoren aansluiten, defecten opsporen, elektrische storingen herstellen, demonteren en monteren;
kerncompetentie mechanische componenten positioneren
- de kandidaat krijgt de opdracht om een de combinatie van een motor-reductor met V-riem en een motor - pomp uit te lijnen.
kerncompetentie elektrische motoren aansluiten
- de kandidaat krijgt de opdracht om 1. twee stuurkringen volgens het schema te bouwen : ster-driehoek, links-rechts 2. Op beide sturingen die hij gebouwd heeft de juiste elektrische motor aan te sluiten.
kerncompetentie defecten opsporen
- de kandidaat krijgt de opdracht om fouten op te sporen 1. in de sturing die ze opgebouwd hebben.2. de defecte lager op te sporen;
- de karakteristieken zijn dat het testcentrum zich voor de fouten in de sturing moet baseren op een lijst van vijf types van fouten : aansluitingsfout, aardingsfout, overbelastingsfout, schematische fout, kortsluiting. Er moeten twee fouten uit deze lijst in de proef voorkomen. Ze moeten alletwee worden opgespoord. Het testcentrum moet tevens verschillende meettoestellen voorzien : multimeter, stroomtang en een megger.
kerncompetentie elektrische storingen herstellen
- de kandidaat krijgt de opdracht om de opgespoorde elektrische fouten in de sturing op te lossen.
kerncompetentie demonteren en monteren
- de kandidaat krijgt de opdracht om 1. een defecte lager te vervangen en 2. Een thermische beveiliging te vervangen.
b) een postbakoefening en een criterium gericht interview voor de kerncompetentie rapporteren;
c) directe observatie voor de kerncompetentie veilig werken dat tijdens de praktische proeven van de kerncompetenties 'storingen opsporen' en 'elektrische storingen herstellen' wordt beoordeeld en waarbij het succescriterium 'herkent onveilige situaties en geeft aan hoe deze kunnen verholpen worden' getest wordt aan de hand van foto/filmmateriaal.
2° Voor de beoordeling wordt er met een 3-puntenschaal gewerkt.
3° De duurtijd van de beoordeling bedraagt maximum 8 uur voorbereidingstijd en pauzes inbegrepen.
4° Er kunnen maximum 4 personen tegelijk per 2 beoordelaars worden geobserveerd.
5° In het beoordelingscentrum is het volgende minstens aanwezig :
a) benodigde producten, materialen en gereedschappen om de proeven uit te voeren;
b) schema's en technische informatie om de proeven uit te voeren;
c) pbm's.
6° Om als competent beschouwd te worden dient de kandidaat aan te tonen
a) alle kerncompetenties in deze standaard te beheersen;
b) de opdracht binnen de voorziene tijd volledig af te werken.
Leeswijzer
Deze leeswijzer verduidelijkt de wijze waarop de onderdelen van de standaard dienen gelezen of geïnterpreteerd te worden.
Omschrijving van het beroep
De omschrijving van het beroep in een standaard bestaat uit een weergave van de hoofddoelstelling of de bestaansreden van het beroep, aangevuld met een beschrijving van het resultaat, de wijze waarop of de reden waarom het resultaat moet worden gehaald. De beroepsomschrijving geeft samen met de kerncompetenties een overzicht van de kern van het beroep.
Kerncompetenties
Kerncompetenties zijn die competenties die cruciaal zijn voor het uitoefenen van een bepaald beroep en die het verschil maken tussen een goede en een minder goede beroepsbeoefenaar.
Kerncompetenties spelen een doorslaggevende rol bij het uitvoeren van een welbepaalde beroepsactiviteit. Kerncompetenties zijn afgeleid uit het ruimere beroepsprofiel en bestaan in principe uit zowel technische als meer transversale competenties.
Het aantal kerncompetenties is beperkt aangezien de standaard een bruikbaar beoordelingsinstrument moet zijn. Alle kerncompetenties moeten door een kandidaat worden beheerst om een titel van beroepsbekwaamheid te behalen.
Succescriteria
Succescriteria zijn indicatoren die het voor de beoordelaar mogelijk maken om gericht naar een kerncompetentie te kijken. Succescriteria zijn de operationalisering of uitwerking van kerncompetenties in observeerbaar gedrag specifiek per beroep. Het gaat daarbij opnieuw om gedrag dat het verschil maakt tussen een goede en een minder goede beroepsbeoefenaar.
Succescriteria moeten niet in absolute termen gelezen worden; ze zijn richtinggevend. Dat wil zeggen dat kandidaten niet aan alle succescriteria in dezelfde mate moeten beantwoorden. Bij de beoordeling moeten de succescriteria door de beoordelaars tegen elkaar worden afgewogen om een uitspraak over het beheersen van de competentie te doen. Dat wil ook niet zeg-gen dat wanneer er een richtcijfer in een succescriterium is opgenomen dit exact moet worden nagegaan. Het is een richtcijfer voor de assessoren waarop ze zich bij hun beoordeling moe-ten oriënteren.
Het aantal succescriteria is in functie van de bruikbaarheid eveneens beperkt.
Toepassingsgebied
Het toepassingsgebied dat bij een bepaalde kerncompetentie wordt vermeld, geeft weer binnen welke context of contexten de kerncompetentie dient te worden beoordeeld. Het toepas-singsgebied geeft met andere woorden de context aan waarbinnen de succescriteria moeten worden geobserveerd.
Opmerkingen
In de opmerkingen kan worden verwezen naar documenten, handboeken, die de beoordelaars kunnen gebruiken.
Kennisvereisten
In sommige gevallen kan een standaard ook bij bepaalde kerncompetenties kennisvereisten bevatten. Dit komt alleen voor wanneer de sector beslist dat de beoordeling van die kerncompetenties ook uit een kennisproef dient te bestaan.
Richtlijnen voor de beoordeling
De richtlijnen voor de beoordeling kunnen betrekking hebben op de proeven die moeten worden afgelegd, de beoordelingswijze (soort evaluatie, schalen, scores,...), de maximale duur van een beoordeling,...
Met een beroepsrelevante context wordt een gesimuleerde context bedoeld.
De richtlijnen zijn bindend voor de inhoud en het verloop van de beoordeling en moeten door iedere beoordelingsinstantie worden opgevolgd. Dit moet een gelijke en billijke beoordeling van iedere kandidaat garanderen.
Verklarende woordenlijst
Als laatste onderdeel kan een standaard een verklarende woordenlijst bevatten. Begrippen die in de standaard cursief zijn gedrukt, worden in deze woordenlijst verduidelijkt.
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit tot bepaling van de standaard voor de titel van onderhoudstechnicus elektromechanische installaties
Brussel, 5 oktober 2010.
De Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport,
Ph. MUYTERS