Besluit van de Regering tot toekenning van een verhuistegemoetkoming en huurtegemoetkoming voor personen die bijzonder getroffen zijn door de overstromingen in juli 2021

Datum :
18-11-2021
Taal :
Frans Nederlands
Grootte :
3 pagina's
Sectie :
Wetgeving
Bron :
Numac 2022200582

Originele tekst :

Voeg het document toe aan een map () om te beginnen met annoteren.
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1 - Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
  1° aanvrager: de in het bevolkings- of vreemdelingenregister ingeschreven natuurlijke persoon die overeenkomstig dit besluit in juli 2021 slachtoffer van de overstromingsramp is geworden;
  2° bevolkings- of vreemdelingenregister: de bestanden waarin de gegevens worden vermeld van de personen bedoeld in de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten of, naargelang van het geval, bedoeld in artikel 12 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen;
  3° inkomen: het belastbaar inkomen dat globaal betrekking had op het voorlaatste jaar voorafgaand aan het in huur nemen;
  4° Wetboek : het Wetboek van duurzaam wonen;
  5° Minister : de minister van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap die bevoegd is voor Huisvesting;
  6° administratie: het departement van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap dat bevoegd is voor Huisvesting.

Artikel 2 - Onder de in dit besluit bepaalde voorwaarden wordt een verhuistegemoetkoming en een huurtegemoetkoming toegekend aan het gezin van categorie 2 of categorie 3 zoals bedoeld in artikel 1, 30° en 31°, van het Wetboek dat na de overstromingsramp van juli 2021 een woning verlaat die in de zin van artikel 1, 15°, van het Wetboek onbewoonbaar is geworden en een woning in huur neemt die kennelijk gezond is in de zin van artikel 1, 12°, van het Wetboek.

Artikel 3 - De woning wordt als onbewoonbaar beschouwd indien ze :
  1° ofwel onbewoonbaar wordt verklaard door een document van de administratie of door een deskundige die door een verzekeringsmaatschappij ter plaatse is gestuurd;
  2° ofwel het voorwerp uitmaakt van een vaststelling van onbewoonbaarheid die door de administratie is opgesteld. In dat geval zendt de administratie een kopie van de vaststelling van onbewoonbaarheid aan de burgemeester van de gemeente waar de woning gelegen is en aan de eigenaar van de woning.

Artikel 4 - De tegemoetkomingen zijn alleen bestemd voor aanvragers die op de datum van het in huur nemen:
  1° minstens 18 jaar oud of ontvoogde minderjarige zijn;
  2° de woning noch geheel, noch gedeeltelijk onderverhuren.

Artikel 5 - De tegemoetkomingen die krachtens de hoofdstukken 2 en 3 worden toegekend, mogen niet worden gecumuleerd met andere tegemoetkomingen die de Duitstalige Gemeenschap of het Waals Gewest met hetzelfde doel verlenen.

Artikel 6 - Indien de berekening mogelijk is, mag de huurprijs van de nieuw gehuurde woning niet hoger zijn dan het bedrag dat is vastgelegd in het indicatieve huurprijzenrooster bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 25 april 2019 tot invoering van een indicatieve huurprijzenrooster in uitvoering van het artikel 89 van het decreet van 15 maart 2018 betreffende de woninghuurovereenkomst.

Hoofdstuk 2. Verhuistegemoetkoming
Artikel 7 - § 1 - De verhuistegemoetkoming bedraagt 400 euro en wordt verhoogd met 20 % per kind ten laste.
  § 2 - De verhuistegemoetkoming vermeld in § 1 wordt slechts één keer per gezin toegekend.

Artikel 8 - Wanneer de ontruiming van meerdere woningen gevolgd wordt door het in huur nemen van één enkele woning door alle verhuizende personen, wordt de verhuistegemoetkoming toegekend voor elke ontruimde woning.

Hoofdstuk 3. Huurtegemoetkoming
Artikel 9 - Het bedrag van de huurtegemoetkoming wordt bepaald als volgt: 1° het basisbedrag is gelijk aan het verschil tussen, enerzijds, de huur van de ontruimde woning of de huurwaarde ervan, mocht de aanvrager ze als eigenaar of gratis bewonen, en, anderzijds, de huur van de in huur genomen woning;
  2° het maximum van de huurtegemoetkoming bedraagt 100 euro;
  3° het maximum van de huurtegemoetkoming wordt verhoogd met 20 % per kind ten laste;
  4° de huurtegemoetkoming wordt enkel toegekend als het verschil tussen het huurbedrag of de huurwaarde van de ontruimde woning en het huurbedrag van de in huur genomen woning minstens 5 euro bedraagt.

Artikel 10 - Worden uitgesloten van de toekenning van de huurtegemoetkoming:
  1° gezinnen die een woning in huur nemen die eigendom is van, of waarvan het beheer of de verhuur overgenomen wordt door een vastgoedbeheerder in de zin van artikel 1, 23°, van het Wetboek;
  2° gezinnen die een woning huren die toebehoort aan een bloedverwant in stijgende of dalende lijn van een gezinslid en die de inschrijving in het bevolkings- of vreemdelingenregister van de gemeente waar de woning gelegen is, aanvragen.

Artikel 11 - § 1 - De huurtegemoetkoming wordt toegekend voor de duur van één jaar vanaf de datum van het in huur nemen van de kennelijk gezonde woning.
  § 2 - Wanneer de huurtegemoetkomingsgerechtigde de kennelijk gezonde woning verlaat om een andere, eveneens kennelijk gezonde woning te huren, wordt de tegemoetkoming verder toegekend tijdens de resterende duur. Voorwaarde is wel dat de verhuizing binnen drie maanden na het betrekken van de nieuwe woning wordt meegedeeld aan de administratie.
  Bij overlijden van de huurtegemoetkomingsgerechtigde, blijft de overlevende echtgenoot/echtgenote of de persoon met wie hij of zij samenleefde recht hebben op de toegekende huurtegemoetkoming.
  Als de huurtegemoetkomingsgerechtigde op het tijdstip van zijn overlijden alleenstaande was en met andere personen samenleefde, wordt de huurtegemoetkoming toegekend aan de overlevende huisgenoten. Als er meerdere overlevende huisgenoten zijn, wijzen ze één van hen aan die minstens achttien jaar of ontvoogd is en aan wie de huurtegemoetkoming wordt toegekend.

Artikel 12 - Wanneer de ontruiming van meerdere woningen gevolgd wordt door het in huur nemen van één enkele woning door alle verhuizende personen, wordt de verhuistegemoetkoming toegekend aan één aanvrager die door de anderen is aangewezen.

Hoofdstuk 4. Aanvraagprocedure
Artikel 13 - § 1 - De aanvrager dient een aanvraag in bij de administratie via een formulier dat door de administratie verstrekt wordt.
  De aanvraag bevat de volgende gegevens en stukken :
  1° een uittreksel uit het bevolkings- of vreemdelingenregister met de gezinssamenstelling van de aanvrager tijdens de bewoning van de ontruimde woning;
  2° de nauwkeurige identificatie van de in huur genomen woning en van de ontruimde woning;
  3° een door de aanvrager ondertekende verklaring op erewoord waarbij de aanvrager bevestigt dat hij behoort tot een gezin van categorie 2 of categorie 3 in de zin van artikel 1, 30° en 31°, van het Wetboek;
  4° het bewijs van het gezinsinkomen;
  5° een afschrift van het resultaat van de huurprijssimulatie op basis van de indicatieve huurprijzenrooster die beschikbaar is op de website www.loyerswallonie.be of een motivering waarom de kenmerken van de betrokken huisvesting een huurprijssimulatie op basis van dat rooster onmogelijk maken.
  § 2 - De aanvraag wordt uiterlijk drie maanden na het betrekken van de kennelijk gezonde woning ingediend.
  In afwijking van het eerste lid kan de aanvraag worden ingediend tot uiterlijk 31 december 2021 als de aanvrager de kennelijk gezonde woning vóór de inwerkingtreding van dit besluit heeft betrokken.
  § 3 - Binnen een termijn van 15 dagen na ontvangst van de aanvraag zendt de administratie de aanvrager een indieningsbewijs.
  Indien de aanvraag onvolledig is, zendt de administratie de aanvrager binnen een termijn van 15 dagen na ontvangst van de aanvraag een lijst met de ontbrekende stukken en gegevens en wijst ze hem erop dat de procedure pas wordt voortgezet als ze die ontbrekende stukken en gegevens heeft ontvangen.
  De aanvrager verstrekt de administratie de ontbrekende stukken en gegevens binnen een termijn van 15 dagen na ontvangst van de lijst vermeld in het tweede lid.
  § 4 - Als de aanvrager en zijn echtgenoot/echtgenote of de persoon met wie hij/zij samenleefde in de loop van de aanvraagprocedure uit elkaar gaan, onderzoekt de administratie de situatie van beide partijen, in het bijzonder wat de kinderen ten laste betreft, en wijst ze de tegemoetkomingsgerechtigde aan.
  5. Binnen een termijn van 45 dagen na ontvangst van de aanvraag of na ontvangst van de ontbrekende stukken en gegevens binnen de in § 3, derde lid, vermelde termijn zendt de administratie de aanvrager de beslissing over de ontvankelijkheid van zijn aanvraag of, als zijn aanvraag niet-ontvankelijk is, de beslissing met de redenen waarom zijn aanvraag niet-ontvankelijk is.

Hoofdstuk 5. Beroep en controle
Artikel 14 - § 1 - De aanvrager beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de kennisgeving van de beslissing vermeld in artikel 13, § 5, om bij de Minister aangetekend beroep in te stellen tegen de weigering van de aanvraag.
  § 2 - De Minister beslist binnen een termijn van drie maanden.
  Als de aanvrager binnen de termijn vermeld in het eerste lid geen beslissing ontvangt, wordt de tegemoetkoming, zoals ze werd aangevraagd, geacht te zijn toegekend.

Artikel 15 - De administratie beschikt over een termijn van vijf jaar vanaf de uitbetaling van de tegemoetkomingen, te rekenen vanaf de eerste dag van de maand waarop de uitbetaling betrekking heeft, om na te gaan of de aanvraag in overeenstemming is met de toekenningsvoorwaarden die in dit besluit zijn vastgelegd.
  De controle geschiedt overeenkomstig de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen
Artikel 16 - Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt aangenomen.

Artikel 17 - De Minister bevoegd voor Huisvesting is belast met de uitvoering van dit besluit.