Besluit van de Vlaamse Executieve betreffende de medewerking van de [de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij] aan de inning van gemeentelijke opcentiemen op sommige milieuheffingen. (Opschrift gewijzigd door BVR 2008-03-07/41, art. 72, 002;

Datum :
16-10-1991
Taal :
Frans Nederlands
Grootte :
1 pagina
Sectie :
Wetgeving
Bron :
Numac 1991036524

Originele tekst :

Voeg het document toe aan een map () om te beginnen met annoteren.
Artikel 1De gemeenten die besluiten tot de heffing van opcentiemen op de milieuheffingen ingesteld door art. 47, § 7, van het decreet van 2 juli 1981 betreffende het beheer van afvalstoffen gewijzigd bij het decreet van 21 december 1990, zenden met een ter post aangetekend schrijven, uiterlijk op 31 december van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de in voormeld art. 47, § 7 bedoelde opcentiemen betrekking hebben een voor éénsluidend verklaard afschrift van het desbetreffende gemeenteraadsbesluit aan [1 de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij]1. Dat besluit vermeldt duidelijk het aantal opcentiemen met een maximum van 20, dat voor het volgend jaar wordt geheven en bepaalt dat de gemeente een beroep doet op de medewerking van [1 de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij]1 met het oog op de invordering van de opcentiemen.

Artikel 2Het bedrag van de gemeentelijke opcentiemen op de geïnde milieuheffingen, met inbegip van de bedragen voortvloeiend uit ambtelijke aanslagen en navorderingen, verminderd met 5 % invorderingskosten, wordt door [1 de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij]1 op de rekening van de gemeente bij de n.v. Gemeentekrediet van België gestort voor het eind van de maand volgend op de maand waarin de inning is geschied.

Artikel 3Na afloop van elk kalenderjaar zendt [1 de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij]1 aan elke gemeente die opcentiemen op de milieuheffingen heft, een lijst met vermelding van:
  1° de naam en het adres van de heffingsplichtingen die op het grondgebied van de gemeente gevestigd zijn;
  2° per heffingsplichtige, de hoeveelheid afvalstoffen waarvoor de milieuheffingen werden betaald;
  3° per heffingsplichtige, het totaal van de geïnde heffingen;
  4° de totale opbrengst van de opcentiemen die, op basis van de inningen, aan de gemeente toekomt;
  5° het bedrag van de aangerekende inningskosten en het bedrag dat aan de gemeente werd gestort.

Artikel 4 Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1992, met uitzondering van artikel 1, dat in werking treedt de tiende dag volgend op die waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Artikel 5 De Gemeenschapsminister van Financiën en Begroting, de Gemeenschapsminister van Leefmilieu, Natuurbehoud en Landinrichting en de Gemeenschapsminister van Binnenlandse Aangelegenheid en Openbaar Ambt, zijn ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.