Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning en het statuut van de leersecretaris

Datum :
10-12-2004
Taal :
Frans Nederlands
Grootte :
5 pagina's
Sectie :
Wetgeving
Bron :
Numac 2005035799

Originele tekst :

Voeg het document toe aan een map () om te beginnen met annoteren.
Hoofdstuk 1. Definities

Artikel 1 [1 Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
   1° decreet : het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen;
   2° Syntra Vlaanderen : het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen, opgericht bij artikel 3 van het decreet;
   3° leertrajectbegeleider : de leersecretaris, vermeld in artikel 39 en 40 van het decreet;
   4° praktijkcommissie : de praktijkcommissie, vermeld in artikel 13 tot en met 18 van het decreet;
   5° overeenkomst : de overeenkomst tussen de praktijkcommissie en de leersecretaris, vermeld in artikel 40 van het decreet;
   6° leerovereenkomst : de leerovereenkomst, vermeld in artikel 28 van het decreet;
   7° stageovereenkomst : de leerovereenkomst tot het vervullen van de praktijkstage, vermeld in artikel 31 van het decreet;
   8° Syntra : de centra voor vorming van zelfstandigen en kleine of middelgrote ondernemingen, vermeld in artikel 36 tot en met 38 van het decreet;]1
   [2 9° ...]2

Hoofdstuk 2. Begeleidingsopdracht

Artikel 2 § 1. De opdracht van de leertrajectbegeleider omvat :
  1° het begeleiden van leerovereenkomsten zoals omschreven in [1 artikel 39]1 van het decreet;
  2° het begeleiden van stageovereenkomsten met toepassing van [1 artikel 39]1 van het decreet, met dien verstande dat voor de toepassing ervan de leerling wordt vervangen door de stagiair en de leerovereenkomst door de stageovereenkomst.
  § 2. De praktijkcommissie kan de begeleidingsopdracht, genoemd in § 1, nader omschrijven, rekening houdend met de taken van de Syntra. Ze kan hiertoe samenwerkingsovereenkomsten met de Syntra sluiten.

Hoofdstuk 3. Erkenning

Artikel 3 De leertrajectbegeleider wordt erkend door de praktijkcommissie. Hiertoe sluit de praktijkcommissie met hem een overeenkomst waarin de praktijkcommissie hem extra verplichtingen kan opleggen en een deel van haar bevoegdheden kan overdragen.

Artikel 4 [1 Om erkend te worden moet de leertrajectbegeleider slagen voor een functiespecifieke test, georganiseerd door de selector die nagaat of het profiel van de kandidaat overeenstemt met het competentieprofiel van een leertrajectbegeleider, zoals goedgekeurd door de praktijkcommissie.]1

Artikel 5 <Opgeheven bij BVR 2009-06-19/22, Art. 2, 003; Inwerkingtreding : 04-09-2009>

Artikel 6 <Opgeheven bij BVR 2009-06-19/22, Art. 2, 003; Inwerkingtreding : 04-09-2009>

Artikel 7 De overeenkomst, bedoeld in artikel 3, wordt schriftelijk gesloten overeenkomstig het model A dat als bijlage I bij dit besluit is gevoegd. Die overeenkomst kan overeenkomstig de erkenning voor onbepaalde of voor bepaalde duur gelden.

Artikel 8 § 1. De erkenning van de leertrajectbegeleider vervalt van rechtswege :
  1° de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de leertrajectbegeleider de leeftijd van 65 jaar bereikt;
  2° [2 als de leertrajectbegeleider niet meer in dienst is van SYNTRA Vlaanderen.]2
  § 2. De erkenning van leertrajectbegeleider wordt van rechtswege geschorst gedurende de periode van schorsing van de arbeidsovereenkomst met [1 Syntra Vlaanderen]1.

Artikel 9 Als de leertrajectbegeleider zijn opdracht niet naar behoren vervult, overeenkomstig de bepalingen van het decreet, de besluiten, genomen ter uitvoering ervan, de overeenkomst of de richtlijnen vastgelegd door de praktijkcommissie, kan de praktijkcommissie de volgende acties ondernemen :
  1° de erkenning schorsen in geval van zwaarwichtige of dringende redenen die tijdelijk het functioneren van de leertrajectbegeleider onmogelijk maken;
  2° de erkenning opheffen in geval van zwaarwichtige redenen die definitief het functioneren van de leertrajectbegeleider onmogelijk maken;
  3° de erkenning intrekken als de leertrajectbegeleider valse verklaringen heeft afgelegd om erkend te kunnen worden.

Artikel 10 § 1. De sancties genoemd in artikel 9, kunnen pas worden genomen nadat het advies van de evaluatoren van de leertrajectbegeleider is ingewonnen en na onderzoek door de praktijkcommissie.
  § 2. De leertrajectbegeleider wordt door de praktijkcommissie verwittigd van de start van het onderzoek, bedoeld in § 1.
  § 3. De leertrajectbegeleider moet op zijn verzoek door de praktijkcommissie worden gehoord. In voorkomend geval kan de leertrajectbegeleider zich laten bijstaan door een raadsman.

Hoofdstuk 4. Statuut [1 opgeheven]1

Artikel 11 <Opgeheven bij BVR 2009-06-19/22, Art. 4, 003; Inwerkingtreding : 04-09-2009>

Artikel 12 <Opgeheven bij BVR 2009-06-19/22, Art. 4, 003; Inwerkingtreding : 04-09-2009>

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

Artikel 13 Het besluit van de Vlaamse Regering van 7 april 1998 betreffende het statuut van de leersecretarissen, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 juli 1998 en 3 mei 2002, worden opgeheven.

Artikel 14 Artikelen 71 en 72 van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 1999 betreffende de ondernemersopleiding, bedoeld bij het decreet van 23 januari 1991 betreffende de vorming en de begeleiding van de zelfstandigen en de kleine en middelgrote ondernemingen, worden opgeheven.

Artikel 15 In afwijking van artikel 13 blijven, voor de duur van artikelen 17 en 18 van dit besluit, de genoemde regelingen, bedoeld in artikelen 13 en 14 van kracht.

Artikel 16 Onverminderd de toepassing van artikel 18, wordt de leertrajectbegeleider die erkend is op de datum van inwerkingtreding van dit besluit en door een overeenkomst van onbepaalde duur aan de praktijkcommissie gebonden is, met toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 april 1998 betreffende het statuut van leersecretaris, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 23 juli 1998, beschouwd als erkend in het kader van dit besluit.

Artikel 17 De leertrajectbegeleider, genoemd in artikel 16, wordt op voorwaarde dat hij minstens vijf jaar nuttige praktijkervaring als bedoeld in artikel 11, tweede lid, heeft, op zijn verzoek als speciaal leertrajectbegeleider met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur door het VIZO in dienst genomen. Hij moet hiertoe een schriftelijk verzoek bij aangetekende brief richten aan de leidend ambtenaar van het VIZO, uiterlijk binnen een termijn van zes maanden die in werking treedt de dag van de inwerkingtreding van dit besluit. Als hij niet minstens het diploma, bedoeld in artikel 4, 3°, bezit, moet hij slagen voor het examen, bedoeld in artikel 29, van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004, houdende organisatie van het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen en de instellingsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel. Hij treedt in dienst van het VIZO binnen een periode van zes maanden die ingaat op de dag die volgt op zijn verzoek of in voorkomend geval de dag dat hij verneemt dat hij voor het examen geslaagd is.
  De leertrajectbegeleider, genoemd in het eerste lid, valt bij zijn indiensttreding in het VIZO onder de toepassing van dit besluit met uitzondering van artikel 4, 3°, en 5° en artikelen 5, 6, 11, 18 en 19.

Artikel 18 De leertrajectbegeleider die niet kiest voor de toepassing van artikel 17 of die niet slaagt voor het examen, bedoeld in artikel 17, eerste lid, blijft zijn opdracht uitoefenen overeenkomstig de bepalingen van het besluit, genoemd in artikel 16. In dat geval blijft de erkenning, bedoeld in artikel 16 gedurende maximaal tien jaar behouden. De periode van tien jaar gaat in op de dag van de inwerkingtreding van dit besluit. Bij het verstrijken van de termijn vervalt de erkenning als leertrajectbegeleider van rechtswege.
  In afwijking van het eerste lid moet de leertrajectbegeleider, genoemd in het eerste lid, wil hij erkend blijven, binnen een termijn van één jaar, die in werking treedt de dag van de inwerkingtreding van dit besluit, met de praktijkcommissie een overeenkomst tot vervanging van de overeenkomst van aanneming sluiten overeenkomstig het model B, dat als bijlage II bij dit besluit is gevoegd. Bij het ontbreken van een dergelijke overeenkomst binnen de voornoemde termijn vervalt de erkenning.
  In de overeenkomst, genoemd in het tweede lid, wordt het werkgebied van de leertrajectbegeleider vastgelegd zoals dat geldt op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit. Dit werkgebied kan nadien niet meer worden verruimd. Het kan worden ingekrompen na wederzijds akkoord tussen de leertrajectbegeleider en de praktijkcommissie.

Artikel 19 De contractuele personeelsleden die bij de inwerkingtreding van dit besluit in dienst van het VIZO zijn en aan de erkenningsvoorwaarden van artikel 4 van leertrajectbegeleider voldoen, kunnen overeenkomstig dit besluit door de praktijkcommissie worden erkend als leertrajectbegeleider. Zij kunnen in dienst worden genomen door het VIZO, als zij minstens vijf jaar nuttige praktijkervaring, als bedoeld in artikel 11, tweede lid, hebben. Die arbeidsovereenkomst kan overeenkomstig de duur van de erkenning voor onbepaalde of voor bepaalde duur gelden.

Artikel 20 Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2005.

Artikel 21 De Vlaamse minister, bevoegd voor de Middenstandsopleiding, is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Brussel, 10 december 2004.
  De minister-president van de Vlaamse Regering,
  Y. LETERME
  De Vlaamse minister van Economie, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel,
  F. MOERMAN
  De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming,
  F. VANDENBROUCKE

  BIJLAGEN.

Artikel N1 Bijlage I. - MODEL A. Overeenkomst tot erkenning als leertrajectbegeleider.
  (Model A niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 15-07-2005, p. 32442).
  Gewijzigd bij :
  <BVR 2008-03-14/56, Art. 91, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
  Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 betreffende de erkenning en het statuut van de leersecretaris,
  De minister-president van de Vlaamse Regering,
  Y. LETERME
  De Vlaamse minister van Economie, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel,
  F. MOERMAN
  De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming,
  F. VANDENBROUCKE

Artikel N2 Bijlage II. - [1 MODEL B. Overeenkomst tussen de praktijkcommissie en de leersecretaris betreffende de begeleiding van leer- en stageovereenkomsten en leerverbintenissen
   Tussen
   de praktijkcommissie van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen, gevestigd..............., vertegenwoordigd door.............................................................................................., voorzitter van de praktijkcommissie, en..............................................................................., gedelegeerd bestuurder, enerzijds,
   en
   de heer/mevrouw................................................................, geboren in ................, op ...../...../....., die woont.......................................................... en erkend als leersecretaris op ...../...../.....
   hierna leertrajectbegeleider te noemen, anderzijds,
   wordt overeengekomen wat volgt :
   Art. 1. Deze overeenkomst vindt haar oorzaak in het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen, meer bepaald in artikel 48.
   Deze overeenkomst vervangt de overeenkomst betreffende de begeleiding van leerovereenkomsten en leerverbintenissen, gesloten tussen de leertrajectbegeleider en de praktijkcommissie van het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen.
   Art. 2. De leertrajectbegeleider verbindt zich ertoe, gedurende de geldigheidsduur van deze overeenkomst, te zorgen voor de bemiddeling bij en de begeleiding van leerovereenkomsten, leerverbintenissen en stageovereenkomsten, hierna overeenkomsten te noemen.
   Art. 3. § 1. De leertrajectbegeleider verbindt zich ertoe de verantwoordelijkheid te dragen voor de opdrachten, bepaald in artikel 39 van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen.
   § 2. Bovendien verbindt de leertrajectbegeleider zich ertoe :
   1° de documenten die door de praktijkcommissie worden bepaald, op te stellen en bij te houden;
   2° een atelierbezoek af te leggen en een schriftelijk verslag te maken in de volgende gevallen :
   a) bij of na het sluiten van een overeenkomst met een nieuw ondernemingshoofd-opleider;
   b) bij wezenlijke veranderingen in de onderneming die worden vastgesteld uit de contacten met de partijen;
   c) bij het sluiten van een overeenkomst voor een ander beroep dan de bestaande beroepen;
   d) op verzoek van de praktijkcommissie.
   Binnen de werkregeling, die zelf door de leertrajectbeleider wordt bepaald, moet voor de overeenkomsten, die tussen 1 juli en 30 september zijn gesloten, uiterlijk op 31 december het atelierbezoek afgelegd zijn en het verslag ingediend zijn. Voor de overeenkomsten, die tussen 1 oktober en 30 juni gesloten zijn, moet dat binnen de drie maanden na het sluiten van de overeenkomst zijn gebeurd.
   Het schriftelijke verslag moet aan de regionale vestigingsplaatsen van Syntra Vlaanderen worden bezorgd;
   3° jaarlijks minstens één begeleidingscontact te hebben, zowel met de leerling of de stagiair als met het ondernemingshoofd-opleider. Dat begeleidingscontact vindt bij voorkeur in het tweede semester plaats. Een verslag van die contacten wordt bijgehouden in het dossier van de leerling en het ondernemingshoofd-opleider. Naargelang de aard van het contact moet het verslag in beide dossiers te vinden zijn;
   4° de voortgangscontrole uit te voeren van leerlingen met een Aanvullende Pedagogische Overeenkomst (APO). Die controle moet minstens eenmaal per maand plaatsvinden, bijvoorbeeld naar aanleiding van de afwezigheidsmeldingen van het centrum;
   5° de overeenkomsten bij de regionale vestigingsplaats van Syntra Vlaanderen in te dienen binnen één maand na het ondertekenen ervan. Een afwijking van die termijn moet worden gemotiveerd;
   6° aanwezig te zijn op vergaderingen, georganiseerd door Syntra Vlaanderen of Syntra;
   7° een ondersteuningssysteem toe te passen met betrekking tot de geldende tewerkstellingsmaatregelen, om de leerlingen, de stagiairs en de ondernemingshoofden-opleiders te informeren;
   8° de pedagogische en didactische begeleiding en opleiding van de ondernemingshoofden-opleiders en monitors te ondersteunen;
   9° mee te werken aan de opbouw van onderlinge samenwerkingsverbanden met andere leertrajectbegeleiders;
   10° in geval van een voltijdse leertrajectbegeleider : minstens tien spreekuren per week te houden, gedurende minstens 45 weken per jaar. In geval van een deeltijdse leertrajectbegeleider wordt het aantal uren bepaald in verhouding tot de deeltijdse prestatie. De leertrajectbegeleider bepaalt zelf zijn uurrooster, met dien verstande dat hij zijn uren evenwichtig moet verspreiden over de week. Het uurrooster, de locaties en wijzigingen worden meegedeeld aan de regionale vestigingsplaats van Syntra Vlaanderen.
   Art. 4. De leertrajectbegeleider behoudt het statuut en de vergoeding die hem werden toegekend overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 7 april 1998 betreffende het statuut van de leersecretaris, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 juli 1998 en 3 mei 2002.
   Art. 5. De leertrajectbegeleider oefent zijn opdracht uit in de werkgebieden....................................
   Art. 6. De leertrajectbegeleider verbindt zich ertoe geen enkele activiteit uit te oefenen die de objectieve uitvoering van zijn opdracht bemoeilijkt en zijn onafhankelijkheid in het gedrang brengt. Dat impliceert dat zijn bemiddeling en begeleiding, alsook alle daarmee samenhangende diensten aan de betrokken partijen, kosteloos zijn.
   Art. 7. Alle geschillen over deze overeenkomst zullen worden beslecht door de praktijkcommissie.
   Art. 8. Als de leertrajectbegeleider de bepalingen van deze overeenkomst niet naleeft, kan de praktijkcommissie deze overeenkomst schorsen of beëindigen. De leertrajectbegeleider wordt daartoe in gebreke gesteld door de praktijkcommissie. De praktijkcommissie spreekt zich uit binnen een maand na het horen van de leertrajectbegeleider. De beslissing gaat in na betekening van de uitspraak. Na beëindiging van deze overeenkomst is de vergoeding, vermeld in artikel 4, niet meer verschuldigd.
   Art. 9. Deze overeenkomst gaat in op de dag van de inwerkingtreding van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen betreffende de erkenning en het statuut van de leersecretaris, namelijk 01 april 2006, en eindigt op..........................................................
   De einddatum van deze overeenkomst mag in geen geval de einddatum die in de overeenkomst tussen de leertrajectbegeleider en de praktijkcommissie van het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen was bepaald, overschrijden.
   Opgemaakt in twee exemplaren Brussel, ..........................................................
   Namens de praktijkcommissie, De leertrajectbegeleider,
   De voorzitter,
   De gedelegeerd bestuurder,
   Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 maart 2008 tot aanpassing van de regelgeving die de werking van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandig agentschap Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming) Syntra Vlaanderen regelt.
   Brussel, 14 maart 2008.
   De minister-president van de Vlaamse Regering,
   K. PEETERS
   De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming,
   F. VANDENBROUCKE.]1
  ----------
  (1)<BVR 2008-03-14/56, Art. 92, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2006>