Besluit van de Waalse Gewestexecutieve houdende bepaling van de voorwaarden waaronder het uitstorten van vissen in wateren waarop de wet op de riviervisserij van toepassing is, geoorloofd is

Datum :
20-11-1985
Taal :
Frans Nederlands
Grootte :
1 pagina
Sectie :
Wetgeving
Bron :
Numac 1985053019

Originele tekst :

Voeg het document toe aan een map () om te beginnen met annoteren.
Artikel 1 Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder:
  1. De Ministers: het lid of de leden van de Waalse Gewestexecutieve tot wiens (wier) bevoegdheden de riviervisserij en de industrialisatie van de visteelt behoren;
  2. De vissen: elke soort levende vissen, weekdieren en schaaldieren, hun eieren en zaden;
  3. De viskweker: elke natuurlijke of rechtspersoon voor wie het kweken, het opslaan, het vervoer en de invoer van vissen, die voor het uitstorten bestemd zijn, een bron van inkomsten uitmaken.

Artikel 2 De Ministers machtigen de viskwekers ertoe, vissen uit te storten in de wateren waarop de wet op de riviervisserij van toepassing is.
  De machtiging wordt onderworpen aan het nakomen van de volgende voorwaarden:
  1. een permanente inventaris houdende bepaling van de hoeveelheden vissen - met aangifte van hun herkomst - opmaken;
  2. bestuursdocumenten voor elke teelteenheid houden met nauwkeurige aangifte van de lasten en de resultaten van de ledigingen;
  3. deze documenten ter beschikking houden van de Bos-, Jacht- en Visserijdienst;
  4. een getuigschrift van sanitair onderzoek bezitten, afgegeven door één van de in artikel 4 bedoelde laboratoria;
  5. de toegang tot de installaties van de viskwekers toestaan aan de Bos-, jacht- en Visserijdienst en eventueel aan de dierenarts van het laboratorium, die met het sanitaire onderzoek belast is.
  De Ministers bepalen de vorm en de inhoud van de aanvragen en documenten, alsmede de procedure voor de verlening en de intrekking van de vergunning.

Artikel 3 Het in artikel 2 bedoelde getuigschrift van sanitair onderzoek betreft de volgende ziekten: mycose, bacteriënziekten, virusziekten, protozaire en metazoaire ziekten, traumatisme.
  En in het bijzonder voor:
  1. de vissen die tot de familie van zalmachtige vissen behoren: virale hemorragische septikemie, pancreasnecrose, furunculose, myxosomase;
  2. de edelkarper (Cyrpinus carpio): besmettelijke buikwaterzucht erythrodermatitis;
  3. de snoek (Esox lucius): rhabdovirose van de snoek;
  4. de rivierkreeften voor de volgende ziekte: pest van de rivierkreeft.

Artikel 4 De Ministers wijzen de laboratoria aan, die ermee belast zijn, de ziekteverwekkers op te sporen, die de in artikel 3 bedoelde ziekten veroorzaken kunnen, na gunstig advies van een commissie samengesteld uit:
  1. de Directeur-generaal van de Administratie tot wier bevoegdheden de natuurrijkdommen en het leefmilieu behoren of zijn afgevaardigde die de functies van de voorzitter uitoefent;
  2. een ambtenaar van de Bos-, Jacht- en Visserijdienst;
  3. de ambtenaar die met het dossier betreffende de aanvraag om vergunning belast is;
  4. twee wetenschappelijke persoonlijkheden wier bevoegdheid inzake visteelt erkend is en die de Minister uit het onderwijzend personeel van hoge scholen kiezen.
  De beide persoonlijkheden kunnen zich laten vertegenwoordigen door hun plaatsvervanger, die door de Ministers benoemd wordt.
  De Ministers regelen de organisatie en de werkwijze van deze commissie.

Artikel 5De in artikel 4 bedoelde laboratoria moeten aan de volgende criteria beantwoorden : [1 ...]1 over de toestellen beschikken, die voor de opsporing van de in artikel 3 bedoelde ziekten onontbeerlijk zijn; over het gespecialiseerde personeel beschikken en onder andere over een dierenarts die houder is van een getuigschrift dat vastlegt dat hij bijscholingscursussen in pathologie der vissen gevolgd heeft of die over een door de in artikel 4 bedoelde commissie als gelijkwaardig erkende bevoegdheid beschikt; onafhankelijk zijn van de viskwekers.

Artikel 6 De Bos, Jacht- en Visserijdienst is ermee belast, enkele vissen die voor de uitstorting bestemd zijn te ontnemen en ze aan de in artikel 4 bedoelde laboratoria te zenden.

Artikel 7 Onverminderd de toepassing van de artikelen 25, 26 en 27 van de wet op de riviervisserij kan de vergunning tot uitstorting door de Ministers ingetrokken worden wanneer de uitstorting in overtreding van artikel 2 van dit besluit verricht wordt.

Artikel 8 Het artikel 2, leden 1 en 2 en het artikel 7 treden in werking nadat de in artikelen 2 en 4 van dit besluit bedoelde uitvoeringsbesluiten in het Belgische Staatsblad bekendgemaakt worden.

Artikel 9 De Ministers zijn met de uitvoering van dit besluit belast.