Collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juni 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der kalksteengroeven, cementfabrieken en kalkovens van het administratief arrondissement Doornik, betreffende de tewerkstelling van personen die tot de risicogroepen behoren .
- Sectie :
- Wetgeving
- Bron :
- Numac 2000A12864
Originele tekst :
Voeg het document toe aan een map
()
om te beginnen met annoteren.
Artikel 1 Deze collectieve arbeidsovereenkomst is toepasselijk op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het bedrijf der kalksteengroeven, cementfabrieken en kalkovens van het administratief arrondissement Doornik.
Onder "werknemers" verstaat men de arbeiders en de arbeidsters.
Artikel 2 Ten voordele van de betrokken sector zal er een persoon in voltijdse dienst worden genomen die behoort tot de risicogroepen volgens de wet van 10 juni 1993 in uitvoering van het interprofessioneel akkoord van 9 december 1992.
Deze indienstneming gaat in op 1 januari 1999.
Artikel 3 Deze indienstneming moet overeenstemmen met ten minste 0,10 pct. per jaar van de aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid aangegeven loonsom.
Artikel 4 Het paritair subcomité zal jaarlijks de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst evalueren en de Minister van Werkgelegenheid hiervan op de hoogte brengen.
Artikel 5 Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1999 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2000.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 november 2000.
(Voor het KB, zie %%2000-11-17/38%%)
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX.
Onder "werknemers" verstaat men de arbeiders en de arbeidsters.
Artikel 2 Ten voordele van de betrokken sector zal er een persoon in voltijdse dienst worden genomen die behoort tot de risicogroepen volgens de wet van 10 juni 1993 in uitvoering van het interprofessioneel akkoord van 9 december 1992.
Deze indienstneming gaat in op 1 januari 1999.
Artikel 3 Deze indienstneming moet overeenstemmen met ten minste 0,10 pct. per jaar van de aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid aangegeven loonsom.
Artikel 4 Het paritair subcomité zal jaarlijks de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst evalueren en de Minister van Werkgelegenheid hiervan op de hoogte brengen.
Artikel 5 Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1999 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2000.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 november 2000.
(Voor het KB, zie %%2000-11-17/38%%)
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX.