Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden in de industriële banketbakkerijen .

Datum :
30-04-1999
Taal :
Frans Nederlands
Grootte :
2 pagina's
Sectie :
Wetgeving
Bron :
Numac 2000A12841

Originele tekst :

Voeg het document toe aan een map () om te beginnen met annoteren.
Hoofdstuk 1. Toepassingsgebied

Artikel 1 § 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders tewerkgesteld in de industriële banketbakkerijen.
  § 2. Met "arbeiders" worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld.

Hoofdstuk 2. Uurlonen

Artikel 2 Op 1 juni 1999 gelden volgende minimumuurlonen voor de arbeiders, ongeacht hun leeftijd :

                       38 urenweek         37 urenweek
  Categorie I           347,35 BEF          355,30 BEF
  Categorie II          358,45 BEF          367,00 BEF
  Categorie III         369,50 BEF          378,20 BEF
  Categorie IV          380,75 BEF          389,60 BEF


  Deze minimumuurlonen worden verhoogd met 6,25 BEF per uur op 1 juni 2000, ongeacht het arbeidsduurstelsel.

Artikel 3 Gedurende de eerste zes maanden van tewerkstelling in de onderneming, te rekenen vanaf de eerste dag van de eerste indiensttreding, geldt een instaploon ten bedrage van 90 pct. van het werkelijk betaalde loon van de functie in de onderneming.
  De periodes van tewerkstelling in de onderneming vóór 1 juni 1999 worden in mindering gebracht op deze zes maanden. De periode van zes maanden kan slechts één maal per arbeider worden toegepast maar kan evenwel gespreid worden over meerdere tewerkstellingsperiodes.
  Eens deze periode van zes maanden overschreden, heeft de betrokken arbeider recht op een premie ten bedrage van 10 pct. van het product bestaande uit 26 maal het normale uurloon, vermenigvuldigd met de overeengekomen arbeidsregeling van de betrokken arbeider in de onderneming.
  De instaplonen kunnen niet ingeroepen worden voor de toepassing van artikel 10 van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers.
  De instaplonen kunnen niet gecumuleerd worden met andere degressieve loonregelingen zoals deze voor stagiairs, industriële leerlingen en studenten.

Artikel 4 In afwijking op artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor arbeiders tewerkgesteld met een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten zoals bepaald in titel VII van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten volgende minimumlonen, uitgedrukt als een percentage van de in artikel 2 vermelde minimumlonen :

      Leeftijd         Percentage
  18 jaar en ouder         90
  17 jaar                  80
  16 jaar                  70
  15 jaar                  60



Hoofdstuk 3. Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen

Artikel 5 De bij deze collectieve arbeidsovereenkomst vastgestelde minimumuurlonen, alsook de werkelijk betaalde lonen in de onderneming worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, tot koppeling van de lonen aan het indexcijfer der consumptieprijzen. Zij stemmen overeen met de stabilisatieschijf 100,81 inbegrepen - 104,88 niet inbegrepen, zoals deze voortvloeit uit de toepassing van voormelde collectieve arbeidsovereenkomst.

Hoofdstuk 4. Premie voor nachtarbeid

Artikel 6 Een premie gelijk aan een uurtoeslag van 10 pct. met een minimum van 50 BEF wordt toegekend voor nachtarbeid.

Artikel 7 De nacht omvat een periode van 8 uren die, behalve wanneer het anders voorzien wordt in het arbeidsreglement, loopt van 22 tot 6 uur.

Hoofdstuk 5. Premie voor ploegenarbeid

Artikel 8 Een minimum uurtoeslag van :
  - 13 BEF wordt toegekend voor de arbeid geleverd in de morgenploeg;
  - 15 BEF wordt toegekend voor de arbeid geleverd in de namiddagploeg.
  Behalve wanneer het anders voorzien wordt in het arbeidsreglement, zijn de arbeidsuren van de ploegen als volgt vastgesteld :
  - voor de morgenploeg : van 6 tot 14 uur;
  - voor de namiddagploeg : van 14 tot 22 uur.

Hoofdstuk 6. Gemeenschappelijke bepalingen voor de nachten ploegenarbeid

Artikel 9 De premie voorzien in de artikelen 6 en 8 is echter niet van toepassing in de ondernemingen die gelijkwaardige premies toepassen gebaseerd op gelijkaardige criteria.

Hoofdstuk 7. Geldigheid

Artikel 10 Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 17 november 1998, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de minimumuurlonen van de arbeiders tewerkgesteld in de industriële banketbakkerijen.
  Zij heeft uitwerking met ingang van 1 juni 1999 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2000. Nadien wordt zij stilzwijgend verlengd voor opeenvolgende periodes van één jaar, behoudens opzegging door één der partijen uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van de collectieve arbeidsovereenkomst bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid.
  Gunstigere regelingen die vóór de inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst bestonden, blijven behouden.
  De collectieve arbeidsovereenkomst van 14 maart 1991, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de nacht- en ploegenpremies van de arbeiders tewerkgesteld in de koekjesfabrieken, beschuitfabrieken en de ondernemingen van speculaas, jodenpaasbrood, peperkoek en industriële banketbakkerij, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 21 oktober 1991 (Belgisch Staatsblad van 3 december 1991) wordt opgeheven met ingang van 1 juni 1999.
  Commentaar :
  De in artikel 2, vermelde minimumuurlonen bedragen in Euro :

                       38 urenweek         37 urenweek
  Categorie I           8,6106 EUR          8,8077 EUR
  Categorie II          8,8857 EUR          9,0977 EUR
  Categorie III         9,1597 EUR          9,3753 EUR
  Categorie IV          9,4385 EUR          9,6579 EUR


  Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 13 november 2000.
  (Voor het KB, zie %%2000-11-13/39%%)
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Werkgelegenheid,
  Mevr. L. ONKELINX.