Collectieve arbeidsovereenkomst van 31 augustus 1995 van het paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden. - Vaststelling van de werkgeversbijdrage aan het Fonds voor bestaanszekerheid van de zagerijen en aanverwante nijverheden .
- Sectie :
- Wetgeving
- Bron :
- Numac 1995083169
Originele tekst :
Voeg het document toe aan een map
()
om te beginnen met annoteren.
Hoofdstuk 1. Toepassingsgebied
Artikel 1 Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werklieden die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden.
Onder "werklieden", wordt verstaan de werklieden en werksters.
Hoofdstuk 2. Vaststelling van de werkgeversbijdrage
Artikel 2 Krachtens artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juni 1984, gesloten in de schoot van het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Fonds voor bestaanszekerheid van de zagerijen en aanverwante nijverheden" en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 18 maart 1985 (Belgisch Staatsblad van 6 juni 1985), wordt de werkgeversbijdrage vastgesteld op :
a) vanaf 1 januari 1995, 7,125 pct. van de brutolonen van de werklieden aan 108 pct. aangegeven bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid.
De affectatie van deze bijdrage verdeelt zich als volgt :
1 pct. voor de financiering van het Fonds voor studie- en opzoeking der zagerijen en aanverwante nijverheden;
0,15 pct. voor de financiering van vormingsinitiatieven ten behoeve van de risicogroepen;
5,975 pct. voor de financiering van de aan de werklieden toegekende bijkomende sociale voordelen;
b) vanaf 1 januari 1996, 7,175 pct. van de brutolonen van de werklieden aan 108 pct. aangegeven bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid.
De affectatie van deze bijdrage verdeelt zich als volgt :
1 pct. voor de financiering van het Fonds voor studie- en opzoeking der zagerijen en aanverwante nijverheden;
0,20 pct. voor de financiering van vormingsinitiatieven ten behoeve van de risicogroepen;
5,975 pct. voor de financiering van de aan de werklieden toegekende bijkomende sociale voordelen.
Artikel 3 Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1995 en is gesloten voor onbepaalde duur.
Ze kan door iedere partij opgezegd worden mits betekening, per aangetekende brief, aan de Voorzitter van het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden van een opzegging van 3 maanden.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 juli 1997.
(Voor het K.B., zie %%1997-07-07/42%%).
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET
Artikel 1 Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werklieden die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden.
Onder "werklieden", wordt verstaan de werklieden en werksters.
Hoofdstuk 2. Vaststelling van de werkgeversbijdrage
Artikel 2 Krachtens artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juni 1984, gesloten in de schoot van het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Fonds voor bestaanszekerheid van de zagerijen en aanverwante nijverheden" en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 18 maart 1985 (Belgisch Staatsblad van 6 juni 1985), wordt de werkgeversbijdrage vastgesteld op :
a) vanaf 1 januari 1995, 7,125 pct. van de brutolonen van de werklieden aan 108 pct. aangegeven bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid.
De affectatie van deze bijdrage verdeelt zich als volgt :
1 pct. voor de financiering van het Fonds voor studie- en opzoeking der zagerijen en aanverwante nijverheden;
0,15 pct. voor de financiering van vormingsinitiatieven ten behoeve van de risicogroepen;
5,975 pct. voor de financiering van de aan de werklieden toegekende bijkomende sociale voordelen;
b) vanaf 1 januari 1996, 7,175 pct. van de brutolonen van de werklieden aan 108 pct. aangegeven bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid.
De affectatie van deze bijdrage verdeelt zich als volgt :
1 pct. voor de financiering van het Fonds voor studie- en opzoeking der zagerijen en aanverwante nijverheden;
0,20 pct. voor de financiering van vormingsinitiatieven ten behoeve van de risicogroepen;
5,975 pct. voor de financiering van de aan de werklieden toegekende bijkomende sociale voordelen.
Artikel 3 Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1995 en is gesloten voor onbepaalde duur.
Ze kan door iedere partij opgezegd worden mits betekening, per aangetekende brief, aan de Voorzitter van het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden van een opzegging van 3 maanden.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 juli 1997.
(Voor het K.B., zie %%1997-07-07/42%%).
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET