Huishoudelijk reglement van het Paritair Leercomité voor de Koopvaardij.
- Sectie :
- Wetgeving
- Bron :
- Numac 1986800277
Originele tekst :
Voeg het document toe aan een map
()
om te beginnen met annoteren.
Hoofdstuk 1. Inleidende bepaling
Artikel 1 Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder :
1° de Minister : de Minister die de arbeid in zijn bevoegdheid heeft;
2° het paritair comité : het Paritair Comité voor de koopvaardij;
3° het paritair leercomité : het Paritair leercomité voor de koopvaardij;
4° het koninklijk besluit : het koninklijk besluit van 20 mei 1986 houdende regeling van het leerlingwezen voor beroepen uitgeoefend door arbeiders in loondienst bij de koopvaardij;
5° de Pool : de Pool van de zeelieden ter koopvaardij, opgericht bij artikel 1 van de wet van 25 februari 1964 houdende inrichting van een Pool van de zeelieden ter koopvaardij;
6° algemene en aanvullende theoretische opleiding : de opleiding aan wal zoals omschreven bij de artikelen 45 en 46 van het koninklijk besluit;
7° praktische opleiding : de opleiding aan boord van zeeschepen zoals omschreven bij de artikelen 45 en 46 van het koninklijk besluit;
8° de uitvoeringsovereenkomst : de bij artikel 3, derde lid van het koninklijk besluit bedoelde overeenkomst;
9° de reder : de reder zoals omschreven bij artikel 1, 1° van de wet van 5 juni 1928 houdende regeling van de arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst en op wiens schip een leerling aanmonstert tijdens de praktische opleiding;
10° het Centrum : de patroon zoals omschreven bij artikel 2, 4°, a) van het koninklijk besluit;
11° het Bureau : de patroon zoals omschreven bij artikel 2, 4°, b) van het koninklijk besluit.
Hoofdstuk 2. Samenstelling en vergoedingen
Artikel 2 Het paritair leercomité is samengesteld uit :
1° een voorzitter en een ondervoorzitter;
2° één of twee secretarissen;
3° vier gewone en vier plaatsvervangende leden als vertegenwoordigers van de werkgeversorganisaties die in het paritair comité zitting hebben;
4° vier gewone en vier plaatsvervangende leden als vertegenwoordigers van de werknemersorganisaties die in het paritair comité zitting hebben;
5° twee vertegenwoordigers van de Ministers die het onderwijs in hun bevoegdheid hebben;
6° één vertegenwoordiger van de Minister die het verkeerswezen in zijn bevoegdheid heeft;
7° één vertegenwoordiger van de Minister;
8° één vertegenwoordiger van de Pool.
Artikel 3 De voorzitter en de ondervoorzitter van het paritair leercomité zijn de voorzitter en de ondervoorzitter van het paritair comité.
De Minister benoemt :
1° de secretarissen en de bij artikel 2, 7° en 8° bedoelde leden;
2° de bij artikel 2, 3° en 4° bedoelde leden op voordracht van het paritair comité.
De Ministers die het onderwijs in hun bevoegdheid hebben, benoemen de bij artikel 2, 5° bedoelde leden.
De Minister die het verkeerswezen in zijn bevoegdheid heeft, benoemt het bij artikel 2, 6° bedoelde lid.
Artikel 4 De bij artikel 2, 3° en 4° bedoelde leden mogen zich doen bijstaan door technische raadgevers waarvan het aantal is vastgesteld op één raadgever per vertegenwoordigde organisatie in het paritair leercomité.
Artikel 5 Het mandaat van de bij artikel 2, 3°, 4°, 5°, 6°, 7° en 8° bedoelde leden, duurt vier jaar. Het kan vernieuwd worden.
Die leden blijven in functie totdat hun opvolgers zijn benoemd.
Het mandaat van die leden eindigt :
1° wanneer de duur ervan verstreken is;
2° in geval van ontslagneming;
3° in geval van overlijden;
4° wanneer zij de leeftijd van zeventig jaar bereikt hebben.
Het mandaat van een bij artikel 2, 3° en 4° bedoeld lid eindigt eveneens wanneer het paritair comité om zijn vervanging verzoekt.
Het mandaat van een bij artikel 2, 5°, 6°, 7° en 8° bedoeld lid eindigt eveneens wanneer de benoemende Minister om zijn vervanging verzoekt.
Binnen een periode van drie maanden, wordt voorzien in de vervanging van het lid waarvan het mandaat een einde genomen heeft vóór het normaal verstreken is. Het vervangende lid voltooit het mandaat van het lid dat hij vervangt.
Artikel 6 De voorzitter, de ondervoorzitter, de secretaris en de leden van het paritair leercomité ontvangen dezelfde vergoedingen als deze bepaald overeenkomstig het koninklijk besluit van 10 november 1971 tot vaststelling van de toekenningsvoorwaarden en het bedrag van de vergoedingen die worden toegekend aan de voorzitter, de ondervoorzitters, leden en secretarissen van de paritaire comités en subcomités.
Hoofdstuk 3. Werking
Artikel 7 Het paritair leercomité beraadslaagt en beslist slechts geldig wanneer ten minste de helft van de gewone of plaatsvervangende leden die respectievelijk de werkgevers- en de werknemersorganisaties vertegenwoordigen, aanwezig zijn.
Na een tweede bijeenroeping beraadslaagt en beslist het paritair leercomité evenwel geldig, om het even het aantal aanwezige leden.
De plaatsvervangende leden mogen steeds de vergaderingen bijwonen.
Zijn niet stemgerechtigd :
1° de bij artikel 2, 1° en 2° bedoelde leden;
2° de bij 3° en 4° van hetzelfde artikel bedoelde plaatsvervangende leden wanneer ze geen verhinderde gewone leden vervangen.
De bij artikel 2, 3° en 4° bedoelde leden zijn stemgerechtigd met betrekking tot alle vraagstukken waarvoor het paritair leercomité bevoegd is.
De bij artikel 2, 5° bedoelde leden hebben slechts een raadgevende stem behalve wanneer het gaat over vraagstukken met betrekking tot de algemene en aanvullende theoretische opleiding.
De bij artikel 2, 6°, 7° en 8° bedoelde leden hebben slechts een raadgevende stem behalve wanneer het gaat over vraagstukken met betrekking tot de praktische opleiding.
De beslissingen worden genomen bij éénparigheid van stemmen van de aanwezige leden.
Artikel 8 Het paritair leercomité vergadert op initiatief van de voorzitter of op verzoek van vijf leden.
Dit verzoek wordt aan de voorzitter gericht, maakt melding van de agendapunten en is vergezeld van een toelichtende nota.
Artikel 9 De voorzitter stelt de datum van de vergadering en haar agenda vast.
De secretaris stuurt de oproepingsbrief naar de leden. De oproeping, vergezeld van de bij artikel 8 bedoelde nota, vermeldt datum, uur, plaats en agenda van de vergadering.
Artikel 10 Het gewoon lid dat verhinderd is voorziet in zijn vervanging.
Wanneer een plaatsvervangend lid een gewoon lid vervangt, verwittigt het hiervan de voorzitter bij de aanvang van de vergadering.
Artikel 11 De voorzitter gaat na of voldaan is aan de voorwaarden om geldig te kunnen beraadslagen en beslissen.
Hij leidt de besprekingen en zorgt voor de goede werking van het paritair leercomité.
Artikel 12 De ondervoorzitter vervangt de voorzitter bij diens verhindering. Is de ondervoorzitter verhinderd, dan wordt hij vervangen door een ambtenaar die door de Minister wordt aangewezen.
Artikel 13 De voorzitter vertegenwoordigt het paritair leercomité in de betrekkingen van dit comité met derden.
Artikel 14 De voorzitter ondertekent de briefwisseling van het paritair leercomité.
Hij kan die bevoegdheid aan de secretaris niet overdragen.
Artikel 15 De secretaris vervult zijn opdracht onder het gezag en de leiding van de voorzitter.
Artikel 16 De secretaris maakt de notulen op van elke vergadering.
De notulen vermelden :
1° de naam van het paritair leercomité;
2° de plaats en datum van de vergadering en het uur waarop ze wordt geopend en gesloten;
3° de naam van de aanwezige leden, van de leden die zich lieten verontschuldigen en van de afwezige leden;
4° de naam van de plaatsvervangende leden die de verhinderde gewone leden vervangen;
5° de agendapunten;
6° de vaststelling door de voorzitter, dat voldaan is aan de wettelijke voorwaarden om geldig te beraadslagen en te beslissen.
De notulen dienen een getrouw verslag te zijn van de debatten en de beslissingen dienen er punt voor punt in overgenomen te worden.
Artikel 17 De adviezen, voorstellen, verzoeken, beslissingen en alle overige akten van het paritair leercomité worden goedgekeurd tijdens de vergadering waarop ze gedaan of genomen zijn; ze zijn elk het voorwerp van afzonderlijke documenten welke bij de notulen van de vergadering worden gevoegd.
Artikel 18 De secretaris bezorgt de notulen aan de voorzitter binnen een termijn van veertien dagen na de vergadering.
De voorzitter ondertekent de notulen.
De secretaris bezorgt de ondertekende notulen binnen een termijn van éénentwintig dagen na de vergadering aan de gewone en plaatsvervangende leden van het paritair leercomité en aan het paritair comité.
Artikel 19 Wanneer de leden van het paritair leercomité geen schriftelijk verzoek om verbetering van de notulen aan de voorzitter richten, binnen een termijn van acht dagen na ontvangst van de notulen, worden ze als goedgekeurd geacht door het paritair leercomité.
De voorzitter legt het verzoek om verbetering ter goedkeuring voor aan de leden die de vergadering hebben bijgewoond. Wanneer hierover geen overeenstemming wordt bereikt, worden de notulen goedgekeurd bij de aanvang van de eerstvolgende vergadering van het paritair leercomité.
Artikel 20 De vergaderingen van het paritair leercomité zijn niet openbaar.
Artikel 21 Tenzij het paritair leercomité hierover anders beslist, worden de notulen van de vergaderingen niet aan derden medegedeeld.
Artikel 22 De dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen bij het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid bewaart het archief van het paritair leercomité.
Hoofdstuk 4. Bevoegdheden van het paritair leercomité
Sectie 1. Beëindiging van de leerovereenkomst bij beslissing van het Paritair leercomité
Artikel 23 Ingeval de uitvoering van de leerovereenkomst geschorst is wegens de beëindiging van de uitvoeringsovereenkomst door de kapitein of door de leerling kan het paritair leercomité beslissen de leerovereenkomst te beëindigen op verzoek van de reder of van de leerling.
Artikel 24 De verzoeken worden op straffe van nietigheid bij de voorzitter c./o. Maritiem Huis, Olijftakstraat 7-13 te 2000 Antwerpen ingediend volgens de hiernavolgende regels.
Ingeval de terugzending naar de haven van inscheping gebeurt door middel van het schip waarop de leerling was aangemonsterd om de ondertussen beëindigde uitvoeringsovereenkomst uit te voeren, dienen de reder of de leerling hun verzoek schriftelijk in uiterlijk binnen een termijn van drie dagen die volgen op de dag van aankomst van voormeld schip in de haven van inscheping.
Ingeval de leerling als gevolg van de beëindiging van de uitvoeringsovereenkomst in het buitenland ontscheept is :
a) is de leerling verplicht zich bij zijn aankomst in de haven van inscheping onmiddellijk bij de Pool aan te melden en dient hij zijn verzoek schriftelijk in binnen een termijn van drie dagen die volgen op de dag van aankomst in de haven van inscheping;
b) dient de reder zijn verzoek schriftelijk in binnen een termijn van drie dagen die volgen na de dag waarop hij kennis heeft genomen van de beëindiging van de uitvoeringsovereenkomst.
Artikel 25 Op initiatief van de voorzitter roept de secretaris het paritair leercomité bijeen om het verzoek uiterlijk binnen een termijn van zeven dagen na ontvangst ervan te behandelen.
De leerling en de reder worden door de secretaris schriftelijk of telegrafisch opgeroepen om te verschijnen.
De oproeping vermeldt de datum, het uur en de plaats van de verschijning.
Artikel 26 De partijen verschijnen persoonlijk of kunnen zich laten vertegenwoordigen door een lasthebber die de lastgeving aan de voorzitter overhandigt.
De partijen kunnen zich laten bijstaan door een advokaat of door een vertegenwoordiger van een organisatie die in het paritair comité zetelt.
Artikel 27 Onverminderd het bepaalde in artikel 28 behandelt het paritair leercomité het verzoek in aanwezigheid van de partijen.
De partijen worden in hun middelen en in hun verweermiddelen gehoord.
Op initiatief van de bij artikel 2, 3° of 4° bedoelde leden of van de partijen, kan het paritair leercomité beslissen getuigen te horen.
Zo nodig kan het paritair leercomité beslissen het verhoor over te laten aan de voorzitter of aan de ondervoorzitter of aan de bij artikel 12 bedoelde ambtenaar.
Artikel 28 De leerling of de reder die reeds tweemaal werd geroepen en niet verschijnt, zich niet laat vertegenwoordigen of geen nadere uitleg voor zijn niet-verschijning verstrekt, wordt geacht zich neer te leggen bij de beslissing van het paritair leercomité.
Artikel 29 De beslissing van het paritair leercomité om de leerovereenkomst ja dan neen te beëindigen wordt, uiterlijk binnen een termijn van zeven dagen nadat de beslissing is genomen, per aangetekende brief medegedeeld aan :
1° de leerling;
2° de reder;
3° het Bureau en aan het Centrum;
4° de Pool.
De beslissing dient met redenen omkleed te zijn.
Sectie 2. Overige bevoegdheden
Artikel 30 Het paritair leercomité kan toestaan dat een persoon die reeds de leeftijd van achttien jaar bereikt heeft, nog een leerovereenkomst kan aangaan.
De aanvraag om die individuele afwijking te bekomen wordt door het Centrum ingediend.
Artikel 31 Het paritair leercomité beslist of het aanleren van een bepaald beroep het sluiten van een tweede leerovereenkomst van één jaar vereist.
Artikel 32 Het paritair leercomité adviseert het Centrum of het Bureau over de verlenging van de duur van de leerovereenkomst wanneer de uitvoering ervan werd geschorst, onverminderd de bepalingen van artikel 38 van het koninklijk besluit.
Artikel 33 Het paritair leercomité stelt per beroep een opleidingsprogramme op dat in een opleidingsboekje wordt opgenomen.
Het model van het opleidingsboekje wordt door het paritair leercomité vastgesteld.
Artikel 34 Het paritair leercomité waakt over de goede uitvoering van de leerovereenkomsten en van de opleidingsprogramma's. Het heeft het recht aan het Centrum en aan het Bureau opmerkingen te maken of verwittigingen te geven.
Het paritair leercomité wint bij de overheid of instellingen, bevoegd inzake leerlingwezen, alle inlichtingen in die nodig zijn voor het vervullen van zijn opdracht.
Artikel 35 Het paritair leercomité is belast met de organisatie van de proeven op het einde van elke periode van algemene en aanvullende theoretische vorming.
Het kan beroep doen op personen die onderlegd zijn in de beroepsopleiding.
Artikel 1 Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder :
1° de Minister : de Minister die de arbeid in zijn bevoegdheid heeft;
2° het paritair comité : het Paritair Comité voor de koopvaardij;
3° het paritair leercomité : het Paritair leercomité voor de koopvaardij;
4° het koninklijk besluit : het koninklijk besluit van 20 mei 1986 houdende regeling van het leerlingwezen voor beroepen uitgeoefend door arbeiders in loondienst bij de koopvaardij;
5° de Pool : de Pool van de zeelieden ter koopvaardij, opgericht bij artikel 1 van de wet van 25 februari 1964 houdende inrichting van een Pool van de zeelieden ter koopvaardij;
6° algemene en aanvullende theoretische opleiding : de opleiding aan wal zoals omschreven bij de artikelen 45 en 46 van het koninklijk besluit;
7° praktische opleiding : de opleiding aan boord van zeeschepen zoals omschreven bij de artikelen 45 en 46 van het koninklijk besluit;
8° de uitvoeringsovereenkomst : de bij artikel 3, derde lid van het koninklijk besluit bedoelde overeenkomst;
9° de reder : de reder zoals omschreven bij artikel 1, 1° van de wet van 5 juni 1928 houdende regeling van de arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst en op wiens schip een leerling aanmonstert tijdens de praktische opleiding;
10° het Centrum : de patroon zoals omschreven bij artikel 2, 4°, a) van het koninklijk besluit;
11° het Bureau : de patroon zoals omschreven bij artikel 2, 4°, b) van het koninklijk besluit.
Hoofdstuk 2. Samenstelling en vergoedingen
Artikel 2 Het paritair leercomité is samengesteld uit :
1° een voorzitter en een ondervoorzitter;
2° één of twee secretarissen;
3° vier gewone en vier plaatsvervangende leden als vertegenwoordigers van de werkgeversorganisaties die in het paritair comité zitting hebben;
4° vier gewone en vier plaatsvervangende leden als vertegenwoordigers van de werknemersorganisaties die in het paritair comité zitting hebben;
5° twee vertegenwoordigers van de Ministers die het onderwijs in hun bevoegdheid hebben;
6° één vertegenwoordiger van de Minister die het verkeerswezen in zijn bevoegdheid heeft;
7° één vertegenwoordiger van de Minister;
8° één vertegenwoordiger van de Pool.
Artikel 3 De voorzitter en de ondervoorzitter van het paritair leercomité zijn de voorzitter en de ondervoorzitter van het paritair comité.
De Minister benoemt :
1° de secretarissen en de bij artikel 2, 7° en 8° bedoelde leden;
2° de bij artikel 2, 3° en 4° bedoelde leden op voordracht van het paritair comité.
De Ministers die het onderwijs in hun bevoegdheid hebben, benoemen de bij artikel 2, 5° bedoelde leden.
De Minister die het verkeerswezen in zijn bevoegdheid heeft, benoemt het bij artikel 2, 6° bedoelde lid.
Artikel 4 De bij artikel 2, 3° en 4° bedoelde leden mogen zich doen bijstaan door technische raadgevers waarvan het aantal is vastgesteld op één raadgever per vertegenwoordigde organisatie in het paritair leercomité.
Artikel 5 Het mandaat van de bij artikel 2, 3°, 4°, 5°, 6°, 7° en 8° bedoelde leden, duurt vier jaar. Het kan vernieuwd worden.
Die leden blijven in functie totdat hun opvolgers zijn benoemd.
Het mandaat van die leden eindigt :
1° wanneer de duur ervan verstreken is;
2° in geval van ontslagneming;
3° in geval van overlijden;
4° wanneer zij de leeftijd van zeventig jaar bereikt hebben.
Het mandaat van een bij artikel 2, 3° en 4° bedoeld lid eindigt eveneens wanneer het paritair comité om zijn vervanging verzoekt.
Het mandaat van een bij artikel 2, 5°, 6°, 7° en 8° bedoeld lid eindigt eveneens wanneer de benoemende Minister om zijn vervanging verzoekt.
Binnen een periode van drie maanden, wordt voorzien in de vervanging van het lid waarvan het mandaat een einde genomen heeft vóór het normaal verstreken is. Het vervangende lid voltooit het mandaat van het lid dat hij vervangt.
Artikel 6 De voorzitter, de ondervoorzitter, de secretaris en de leden van het paritair leercomité ontvangen dezelfde vergoedingen als deze bepaald overeenkomstig het koninklijk besluit van 10 november 1971 tot vaststelling van de toekenningsvoorwaarden en het bedrag van de vergoedingen die worden toegekend aan de voorzitter, de ondervoorzitters, leden en secretarissen van de paritaire comités en subcomités.
Hoofdstuk 3. Werking
Artikel 7 Het paritair leercomité beraadslaagt en beslist slechts geldig wanneer ten minste de helft van de gewone of plaatsvervangende leden die respectievelijk de werkgevers- en de werknemersorganisaties vertegenwoordigen, aanwezig zijn.
Na een tweede bijeenroeping beraadslaagt en beslist het paritair leercomité evenwel geldig, om het even het aantal aanwezige leden.
De plaatsvervangende leden mogen steeds de vergaderingen bijwonen.
Zijn niet stemgerechtigd :
1° de bij artikel 2, 1° en 2° bedoelde leden;
2° de bij 3° en 4° van hetzelfde artikel bedoelde plaatsvervangende leden wanneer ze geen verhinderde gewone leden vervangen.
De bij artikel 2, 3° en 4° bedoelde leden zijn stemgerechtigd met betrekking tot alle vraagstukken waarvoor het paritair leercomité bevoegd is.
De bij artikel 2, 5° bedoelde leden hebben slechts een raadgevende stem behalve wanneer het gaat over vraagstukken met betrekking tot de algemene en aanvullende theoretische opleiding.
De bij artikel 2, 6°, 7° en 8° bedoelde leden hebben slechts een raadgevende stem behalve wanneer het gaat over vraagstukken met betrekking tot de praktische opleiding.
De beslissingen worden genomen bij éénparigheid van stemmen van de aanwezige leden.
Artikel 8 Het paritair leercomité vergadert op initiatief van de voorzitter of op verzoek van vijf leden.
Dit verzoek wordt aan de voorzitter gericht, maakt melding van de agendapunten en is vergezeld van een toelichtende nota.
Artikel 9 De voorzitter stelt de datum van de vergadering en haar agenda vast.
De secretaris stuurt de oproepingsbrief naar de leden. De oproeping, vergezeld van de bij artikel 8 bedoelde nota, vermeldt datum, uur, plaats en agenda van de vergadering.
Artikel 10 Het gewoon lid dat verhinderd is voorziet in zijn vervanging.
Wanneer een plaatsvervangend lid een gewoon lid vervangt, verwittigt het hiervan de voorzitter bij de aanvang van de vergadering.
Artikel 11 De voorzitter gaat na of voldaan is aan de voorwaarden om geldig te kunnen beraadslagen en beslissen.
Hij leidt de besprekingen en zorgt voor de goede werking van het paritair leercomité.
Artikel 12 De ondervoorzitter vervangt de voorzitter bij diens verhindering. Is de ondervoorzitter verhinderd, dan wordt hij vervangen door een ambtenaar die door de Minister wordt aangewezen.
Artikel 13 De voorzitter vertegenwoordigt het paritair leercomité in de betrekkingen van dit comité met derden.
Artikel 14 De voorzitter ondertekent de briefwisseling van het paritair leercomité.
Hij kan die bevoegdheid aan de secretaris niet overdragen.
Artikel 15 De secretaris vervult zijn opdracht onder het gezag en de leiding van de voorzitter.
Artikel 16 De secretaris maakt de notulen op van elke vergadering.
De notulen vermelden :
1° de naam van het paritair leercomité;
2° de plaats en datum van de vergadering en het uur waarop ze wordt geopend en gesloten;
3° de naam van de aanwezige leden, van de leden die zich lieten verontschuldigen en van de afwezige leden;
4° de naam van de plaatsvervangende leden die de verhinderde gewone leden vervangen;
5° de agendapunten;
6° de vaststelling door de voorzitter, dat voldaan is aan de wettelijke voorwaarden om geldig te beraadslagen en te beslissen.
De notulen dienen een getrouw verslag te zijn van de debatten en de beslissingen dienen er punt voor punt in overgenomen te worden.
Artikel 17 De adviezen, voorstellen, verzoeken, beslissingen en alle overige akten van het paritair leercomité worden goedgekeurd tijdens de vergadering waarop ze gedaan of genomen zijn; ze zijn elk het voorwerp van afzonderlijke documenten welke bij de notulen van de vergadering worden gevoegd.
Artikel 18 De secretaris bezorgt de notulen aan de voorzitter binnen een termijn van veertien dagen na de vergadering.
De voorzitter ondertekent de notulen.
De secretaris bezorgt de ondertekende notulen binnen een termijn van éénentwintig dagen na de vergadering aan de gewone en plaatsvervangende leden van het paritair leercomité en aan het paritair comité.
Artikel 19 Wanneer de leden van het paritair leercomité geen schriftelijk verzoek om verbetering van de notulen aan de voorzitter richten, binnen een termijn van acht dagen na ontvangst van de notulen, worden ze als goedgekeurd geacht door het paritair leercomité.
De voorzitter legt het verzoek om verbetering ter goedkeuring voor aan de leden die de vergadering hebben bijgewoond. Wanneer hierover geen overeenstemming wordt bereikt, worden de notulen goedgekeurd bij de aanvang van de eerstvolgende vergadering van het paritair leercomité.
Artikel 20 De vergaderingen van het paritair leercomité zijn niet openbaar.
Artikel 21 Tenzij het paritair leercomité hierover anders beslist, worden de notulen van de vergaderingen niet aan derden medegedeeld.
Artikel 22 De dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen bij het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid bewaart het archief van het paritair leercomité.
Hoofdstuk 4. Bevoegdheden van het paritair leercomité
Sectie 1. Beëindiging van de leerovereenkomst bij beslissing van het Paritair leercomité
Artikel 23 Ingeval de uitvoering van de leerovereenkomst geschorst is wegens de beëindiging van de uitvoeringsovereenkomst door de kapitein of door de leerling kan het paritair leercomité beslissen de leerovereenkomst te beëindigen op verzoek van de reder of van de leerling.
Artikel 24 De verzoeken worden op straffe van nietigheid bij de voorzitter c./o. Maritiem Huis, Olijftakstraat 7-13 te 2000 Antwerpen ingediend volgens de hiernavolgende regels.
Ingeval de terugzending naar de haven van inscheping gebeurt door middel van het schip waarop de leerling was aangemonsterd om de ondertussen beëindigde uitvoeringsovereenkomst uit te voeren, dienen de reder of de leerling hun verzoek schriftelijk in uiterlijk binnen een termijn van drie dagen die volgen op de dag van aankomst van voormeld schip in de haven van inscheping.
Ingeval de leerling als gevolg van de beëindiging van de uitvoeringsovereenkomst in het buitenland ontscheept is :
a) is de leerling verplicht zich bij zijn aankomst in de haven van inscheping onmiddellijk bij de Pool aan te melden en dient hij zijn verzoek schriftelijk in binnen een termijn van drie dagen die volgen op de dag van aankomst in de haven van inscheping;
b) dient de reder zijn verzoek schriftelijk in binnen een termijn van drie dagen die volgen na de dag waarop hij kennis heeft genomen van de beëindiging van de uitvoeringsovereenkomst.
Artikel 25 Op initiatief van de voorzitter roept de secretaris het paritair leercomité bijeen om het verzoek uiterlijk binnen een termijn van zeven dagen na ontvangst ervan te behandelen.
De leerling en de reder worden door de secretaris schriftelijk of telegrafisch opgeroepen om te verschijnen.
De oproeping vermeldt de datum, het uur en de plaats van de verschijning.
Artikel 26 De partijen verschijnen persoonlijk of kunnen zich laten vertegenwoordigen door een lasthebber die de lastgeving aan de voorzitter overhandigt.
De partijen kunnen zich laten bijstaan door een advokaat of door een vertegenwoordiger van een organisatie die in het paritair comité zetelt.
Artikel 27 Onverminderd het bepaalde in artikel 28 behandelt het paritair leercomité het verzoek in aanwezigheid van de partijen.
De partijen worden in hun middelen en in hun verweermiddelen gehoord.
Op initiatief van de bij artikel 2, 3° of 4° bedoelde leden of van de partijen, kan het paritair leercomité beslissen getuigen te horen.
Zo nodig kan het paritair leercomité beslissen het verhoor over te laten aan de voorzitter of aan de ondervoorzitter of aan de bij artikel 12 bedoelde ambtenaar.
Artikel 28 De leerling of de reder die reeds tweemaal werd geroepen en niet verschijnt, zich niet laat vertegenwoordigen of geen nadere uitleg voor zijn niet-verschijning verstrekt, wordt geacht zich neer te leggen bij de beslissing van het paritair leercomité.
Artikel 29 De beslissing van het paritair leercomité om de leerovereenkomst ja dan neen te beëindigen wordt, uiterlijk binnen een termijn van zeven dagen nadat de beslissing is genomen, per aangetekende brief medegedeeld aan :
1° de leerling;
2° de reder;
3° het Bureau en aan het Centrum;
4° de Pool.
De beslissing dient met redenen omkleed te zijn.
Sectie 2. Overige bevoegdheden
Artikel 30 Het paritair leercomité kan toestaan dat een persoon die reeds de leeftijd van achttien jaar bereikt heeft, nog een leerovereenkomst kan aangaan.
De aanvraag om die individuele afwijking te bekomen wordt door het Centrum ingediend.
Artikel 31 Het paritair leercomité beslist of het aanleren van een bepaald beroep het sluiten van een tweede leerovereenkomst van één jaar vereist.
Artikel 32 Het paritair leercomité adviseert het Centrum of het Bureau over de verlenging van de duur van de leerovereenkomst wanneer de uitvoering ervan werd geschorst, onverminderd de bepalingen van artikel 38 van het koninklijk besluit.
Artikel 33 Het paritair leercomité stelt per beroep een opleidingsprogramme op dat in een opleidingsboekje wordt opgenomen.
Het model van het opleidingsboekje wordt door het paritair leercomité vastgesteld.
Artikel 34 Het paritair leercomité waakt over de goede uitvoering van de leerovereenkomsten en van de opleidingsprogramma's. Het heeft het recht aan het Centrum en aan het Bureau opmerkingen te maken of verwittigingen te geven.
Het paritair leercomité wint bij de overheid of instellingen, bevoegd inzake leerlingwezen, alle inlichtingen in die nodig zijn voor het vervullen van zijn opdracht.
Artikel 35 Het paritair leercomité is belast met de organisatie van de proeven op het einde van elke periode van algemene en aanvullende theoretische vorming.
Het kan beroep doen op personen die onderlegd zijn in de beroepsopleiding.