Koninklijk besluit houdende oprichting van een commissie van deskundigen inzake crisisbeheer

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen: definitie, oprichting en opdracht
Artikel 1 Voor de toepassing van dit besluit, verstaat men onder:
  1° crisisbeheer: het geheel van organisatiewijzen, technieken en middelen om zich voor te bereiden op en het hoofd te bieden aan een noodsituatie en de opvolging ervan te verzekeren;
  2° minister: de minister die bevoegd is voor Binnenlandse Zaken;
  3° disciplines 1, 2, 3, 4 en 5: de disciplines bedoeld in het koninklijk besluit van 22 mei 2019 betreffende de noodplanning en het beheer van noodsituaties op het gemeentelijk en provinciaal niveau en betreffende de rol van de burgemeesters en de provinciegouverneurs in geval van crisisgebeurtenissen en -situaties die een coördinatie of een beheer op nationaal niveau vereisen.

Artikel 2 Binnen de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken wordt een commissie van deskundigen inzake crisisbeheer, hierna " commissie van deskundigen ", opgericht.
  De toewijzing op de begroting zal gebeuren bij de Algemene Directie Civiele Veiligheid.

Artikel 3 De commissie van deskundigen heeft als opdracht het crisisbeheer in België te bestuderen en een witboek uit te werken, gericht aan de minister, met aanbevelingen die het mogelijk maken het crisisbeheer te optimaliseren.

Hoofdstuk 2. Samenstelling
Artikel 4 De commissie van deskundigen bestaat uit 20 leden maximum.

Artikel 5 § 1. De commissie van deskundigen is samengesteld uit een voorzitter, die wordt bijgestaan door twee programmabeheerders en door deskundigen.
  § 2. De deskundigen komen uit de volgende domeinen:
  - de academische wereld;
  - de federale en gewestelijke bestuursniveaus;
  - de discipline 1;
  - de discipline 2;
  - de discipline 3;
  - de discipline 4;
  - de discipline 5;
  - de noodcentrales 112.
  § 3. De commissie kan een beroep doen op referentiepersonen aangewezen door de voorzitter, met de vraag om inlichtingen of adviezen te verstrekken die noodzakelijk zijn voor het goede verloop van haar werkzaamheden.
  § 4. Twee programmabeheerders afkomstig uit de administratie worden speciaal door de minister aangewezen om de voorzitter te begeleiden in de uitvoering van de opdracht.

Artikel 6 De leden van de commissie van deskundigen zijn onafhankelijk en zijn gebonden door een geheimhoudingsplicht.

Artikel 7 Indien er een belangenconflict is in hoofde van een lid van de commissie van deskundigen, moet het lid dit onmiddellijk melden aan de minister, en worden de nodige maatregelen genomen.

Artikel 8 De minister wijst de leden van de commissie van deskundigen aan.

Hoofdstuk 3. Werking
Artikel 9 De commissie van deskundigen vergadert in functie van de noden gemiddeld eenmaal per maand.

Artikel 10 Het secretariaat van de commissie van deskundigen wordt verzekerd door een ambtenaar van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken .
  De correspondentie bestemd voor de commissie van deskundigen wordt aan de twee programmabeheerders gericht.

Hoofdstuk 4. Vergoedingen
Artikel 11 De leden van de commissie van deskundigen innen presentiegelden van 100 euro per zitting van minimaal twee uur.

Artikel 12 De leden van de commissie van deskundigen worden vergoed voor hun reis- en verblijfkosten volgens de regels bepaald in de artikelen 68 tot 88 van het koninklijk besluit van 13 juli 2017 tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt. Voor de toepassing van die bepalingen vervult de directeur-generaal van de Civiele Veiligheid de rol die werd toegekend aan de leidend ambtenaar.

Artikel 13 De leden van de commissie van deskundigen en de referentiepersonen belast met het opstellen van de voorbereidingen, de zogenaamde opstellers, krijgen een forfaitaire dagvergoeding van 150 euro.
  De criteria tot toekenning van deze forfaitaire vergoeding zijn de volgende:
  - de taak wordt door de voorzitter uitdrukkelijk toevertrouwd aan de opsteller;
  - de opsteller bezorgt aan het secretariaat van de commissie van deskundigen een uurstaat van de prestaties, alsook een verklaring op erewoord voor de uitgevoerde taak;
  - de opsteller bezorgt de bijdrage aan de voorzitter;
  - de voorzitter geeft zijn akkoord over de voorgestelde inhoud en de uurstaat van de prestaties voor betaling;
  - een dagvergoeding wordt toegekend voor elke schijf van acht prestatie-uren.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen
Artikel 14 Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 28 maart 2022.

Artikel 15 De minister is belast met de uitvoering van dit besluit.