Koninklijk besluit tot bepaling van de contractuele voorwaarden en het geldelijk statuut van de leden van het Directiecomité van het Bureau voor Normalisatie.
- Sectie :
- Wetgeving
- Bron :
- Numac 2006011051
Originele tekst :
Voeg het document toe aan een map
()
om te beginnen met annoteren.
Artikel 1 De rechten en de verplichtingen van ieder lid van het Directiecomité worden geregeld in een individuele overeenkomst gesloten met de Minister bevoegd voor Economie.
Artikel 2 De overeenkomst bedoeld in artikel 1 is een overeenkomst van bepaalde duur onderworpen aan de bepalingen van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.
Artikel 3 De Voorzitter van het Directiecomité geniet het voordeel van de weddeschaal A52 bedoeld in bijlage 3 bij het koninklijk besluit van 4 augustus 2004 betreffende de loopbaan van niveau A van het Rijkspersoneel, met een geldelijke anciënniteit van minimum 12 jaar.
De andere leden van het Directiecomité genieten het voordeel van de weddeschaal A42 bedoeld in bijlage 3 bij het voornoemde koninklijk besluit, met een geldelijke anciënniteit van minimum 12 jaar.
De anciënniteit, verkregen overeenkomstig artikel 14 van het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van de federale overheidsdiensten en die 12 jaar overstijgt, komt in aanmerking voor het toekennen van weddenverhogingen.
Artikel 4 Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Artikel 5 Onze Minister van Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 31 januari 2006.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Economie,
M. VERWILGHEN.
Artikel 2 De overeenkomst bedoeld in artikel 1 is een overeenkomst van bepaalde duur onderworpen aan de bepalingen van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.
Artikel 3 De Voorzitter van het Directiecomité geniet het voordeel van de weddeschaal A52 bedoeld in bijlage 3 bij het koninklijk besluit van 4 augustus 2004 betreffende de loopbaan van niveau A van het Rijkspersoneel, met een geldelijke anciënniteit van minimum 12 jaar.
De andere leden van het Directiecomité genieten het voordeel van de weddeschaal A42 bedoeld in bijlage 3 bij het voornoemde koninklijk besluit, met een geldelijke anciënniteit van minimum 12 jaar.
De anciënniteit, verkregen overeenkomstig artikel 14 van het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van de federale overheidsdiensten en die 12 jaar overstijgt, komt in aanmerking voor het toekennen van weddenverhogingen.
Artikel 4 Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Artikel 5 Onze Minister van Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 31 januari 2006.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Economie,
M. VERWILGHEN.