Koninklijk besluit tot oprichting van het Belgisch Commissariaat bij de Internationale Tentoonstelling van Shangai 2010.
- Sectie :
- Wetgeving
- Bron :
- Numac 2006011281
Originele tekst :
Voeg het document toe aan een map
()
om te beginnen met annoteren.
Artikel 1 De Commissaris van de Belgische Regering bij de Internationale Tentoonstelling van Shangai 2010 heeft als opdracht, onder het gezag van Onze Minister van Economie, het ontwerp, de voorbereiding, de organisatie en de vereffening van de officiële Belgische deelneming aan deze manifestatie te verwezenlijken.
Artikel 2 De Commissaris beschikt, binnen het kader van de kredieten die te zijner beschikking worden gesteld, over alle bevoegdheden welke nodig zijn voor het volbrengen van zijn opdracht. Met dat doel mag hij namelijk :
1° zich verbinden en bedingen, alle onroerende goederen huren, onderhuren en beheren; alle roerende goederen kopen, vervreemden, ruilen of huren; onderhandelen over of schikkingen treffen voor alle aankopen binnen het kader van zijn bevoegdheden;
2° alle overeenkomsten in verband met zijn bevoegdheden, zoals zij in onderhavig besluit worden bepaald, sluiten;
3° de reglementen van de Belgische sectie uitvaardigen.
Artikel 3 § 1. Binnen het kader van de kredieten die te zijner beschikking worden gesteld, mag de Commissaris alle bouw- en versieringswerken doen uitvoeren, plannen en bestekken opmaken, met samenwerking van alle deskundigen door hem aangeduid.
§ 2. Hij mag ook, mits kennisgeving aan Onze Minister van Economie :
1° alle medewerkers van het Commissariaat aanwerven en ontslaan;
2° de bevoegdheden van alle leden van het Commissariaat bepalen;
3° de wedden, vergoedingen, erelonen en representatiekosten van al zijn medewerkers en van zijn personeel bepalen.
Artikel 4 In de uitoefening van ambtsverrichtingen, vertegenwoordigen de Commissaris of de Adjunct-Commissaris de Belgische Regering bij de Chinese autoriteiten, belast met de realisatie van de Internationale Tentoonstelling van Shangai 2010.
Artikel 5 De Commissaris mag, onder zijn verantwoordelijkheid en binnen de grenzen door hem bepaald, een deel van de hem toegekende bevoegdheden overdragen alsmede de ondertekening van zekere stukken en briefwisseling.
Artikel 6 De Commissaris legt aan Onze Minister van Economie het financieel plan voor, dat er op gericht is de Belgische deelneming aan de Tentoonstelling mogelijk te maken.
Dit plan zal het ontwerp van de begroting van het Commissariaat bevatten.
De in deze begroting voorziene uitgaven moeten steeds in evenwicht zijn met de hiertoe voorziene variabele kredieten op het Fonds voor de Organisatie van Internationale Tentoonstellingen.
Artikel 7 De Commissaris beschikt over de kredieten hem door Onze Minister van Economie ter beschikking gesteld in het kader van de machtigingen en kredieten te dien einde voorzien in de begroting van zijn departement. De Commissaris beschikt eveneens over alle van derden ontvangen fondsen.
De begroting van het Commissariaat behelst als uitgaven alle voor zijn werking nodige kosten en als ontvangsten, buiten hem door Onze Minister van Economie ter beschikking gestelde kredieten, alle ontvangsten voortvloeiende uit stortingen van derden evenals alle ontvangsten ingevolge de uitoefening van de opdracht van het Commissariaat.
De Commissaris kan slechts verbintenissen aangaan tot beloop van de som van enerzijds de door de Staat toegezegde kredieten en anderzijds de verworven rechten voor de eigen ontvangsten.
Artikel 8 De Commissaris beheert de begroting met de medewerking van een Penningmeester benoemd door Onze Minister van Economie, hij legt de uitgaven vast en keurt ze goed, binnen het kader van de voorziene middelen.
Artikel 9 De Penningmeester stelt de verantwoordingsrekeningen op en voegt er, desgevallend, ten behoeve van Onze Minister van Economie de bemerkingen aan toe waartoe bedoelde rekeningen en de bijhorende verantwoordingsstukken aanleiding geven.
De Commissaris ziet deze rekeningen na en ondertekent ze " voor waar en echt " waarna ze door Onze Minister van Economie worden goedgekeurd en vervolgens aan het Rekenhof worden overgemaakt.
De Inspectie van Financiën, geaccrediteerd bij de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, kan nazicht uitoefenen op de rekeningen van het Commissariaat.
Artikel 10 Onze Minister van Economie kan de Commissaris, de Adjunct-Commissaris en de Penningmeester een wedde toekennen en/of forfaitaire vergoedingen voor hun kosten. Deze bedragen zijn aan te rekenen op de begroting van het Commissariaat.
Artikel 11 Het statuut van het personeel en van de medewerkers van het Commissariaat wordt beheerd door de regelen van het privaat recht of door deze eigen aan de ambtenaren in openbare diensten die, inzonderheid via de detachering en het ter beschikking stellen, geroepen worden tot het uitvoeren van prestaties binnen het kader der verwezenlijking van de Tentoonstelling.
Artikel 12 Onze Minister van Economie bepaalt de datum waarop de opdracht van de Commissaris en deze van de Adjunct-Commissaris zal beëindigd zijn;
Artikel 13 De Commissaris zorgt ervoor dat, bij de beëindiging van zijn opdracht, de bundels, de documenten en alle stukken van de boekhouding alsmede verzamelingen van catalogi en reglementen in het archief van FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie zullen overgebracht worden.
Artikel 14 Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juni 2006.
Gegeven te Brussel, 15 juni 2006.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid,
M. VERWILGHEN.
Artikel 2 De Commissaris beschikt, binnen het kader van de kredieten die te zijner beschikking worden gesteld, over alle bevoegdheden welke nodig zijn voor het volbrengen van zijn opdracht. Met dat doel mag hij namelijk :
1° zich verbinden en bedingen, alle onroerende goederen huren, onderhuren en beheren; alle roerende goederen kopen, vervreemden, ruilen of huren; onderhandelen over of schikkingen treffen voor alle aankopen binnen het kader van zijn bevoegdheden;
2° alle overeenkomsten in verband met zijn bevoegdheden, zoals zij in onderhavig besluit worden bepaald, sluiten;
3° de reglementen van de Belgische sectie uitvaardigen.
Artikel 3 § 1. Binnen het kader van de kredieten die te zijner beschikking worden gesteld, mag de Commissaris alle bouw- en versieringswerken doen uitvoeren, plannen en bestekken opmaken, met samenwerking van alle deskundigen door hem aangeduid.
§ 2. Hij mag ook, mits kennisgeving aan Onze Minister van Economie :
1° alle medewerkers van het Commissariaat aanwerven en ontslaan;
2° de bevoegdheden van alle leden van het Commissariaat bepalen;
3° de wedden, vergoedingen, erelonen en representatiekosten van al zijn medewerkers en van zijn personeel bepalen.
Artikel 4 In de uitoefening van ambtsverrichtingen, vertegenwoordigen de Commissaris of de Adjunct-Commissaris de Belgische Regering bij de Chinese autoriteiten, belast met de realisatie van de Internationale Tentoonstelling van Shangai 2010.
Artikel 5 De Commissaris mag, onder zijn verantwoordelijkheid en binnen de grenzen door hem bepaald, een deel van de hem toegekende bevoegdheden overdragen alsmede de ondertekening van zekere stukken en briefwisseling.
Artikel 6 De Commissaris legt aan Onze Minister van Economie het financieel plan voor, dat er op gericht is de Belgische deelneming aan de Tentoonstelling mogelijk te maken.
Dit plan zal het ontwerp van de begroting van het Commissariaat bevatten.
De in deze begroting voorziene uitgaven moeten steeds in evenwicht zijn met de hiertoe voorziene variabele kredieten op het Fonds voor de Organisatie van Internationale Tentoonstellingen.
Artikel 7 De Commissaris beschikt over de kredieten hem door Onze Minister van Economie ter beschikking gesteld in het kader van de machtigingen en kredieten te dien einde voorzien in de begroting van zijn departement. De Commissaris beschikt eveneens over alle van derden ontvangen fondsen.
De begroting van het Commissariaat behelst als uitgaven alle voor zijn werking nodige kosten en als ontvangsten, buiten hem door Onze Minister van Economie ter beschikking gestelde kredieten, alle ontvangsten voortvloeiende uit stortingen van derden evenals alle ontvangsten ingevolge de uitoefening van de opdracht van het Commissariaat.
De Commissaris kan slechts verbintenissen aangaan tot beloop van de som van enerzijds de door de Staat toegezegde kredieten en anderzijds de verworven rechten voor de eigen ontvangsten.
Artikel 8 De Commissaris beheert de begroting met de medewerking van een Penningmeester benoemd door Onze Minister van Economie, hij legt de uitgaven vast en keurt ze goed, binnen het kader van de voorziene middelen.
Artikel 9 De Penningmeester stelt de verantwoordingsrekeningen op en voegt er, desgevallend, ten behoeve van Onze Minister van Economie de bemerkingen aan toe waartoe bedoelde rekeningen en de bijhorende verantwoordingsstukken aanleiding geven.
De Commissaris ziet deze rekeningen na en ondertekent ze " voor waar en echt " waarna ze door Onze Minister van Economie worden goedgekeurd en vervolgens aan het Rekenhof worden overgemaakt.
De Inspectie van Financiën, geaccrediteerd bij de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, kan nazicht uitoefenen op de rekeningen van het Commissariaat.
Artikel 10 Onze Minister van Economie kan de Commissaris, de Adjunct-Commissaris en de Penningmeester een wedde toekennen en/of forfaitaire vergoedingen voor hun kosten. Deze bedragen zijn aan te rekenen op de begroting van het Commissariaat.
Artikel 11 Het statuut van het personeel en van de medewerkers van het Commissariaat wordt beheerd door de regelen van het privaat recht of door deze eigen aan de ambtenaren in openbare diensten die, inzonderheid via de detachering en het ter beschikking stellen, geroepen worden tot het uitvoeren van prestaties binnen het kader der verwezenlijking van de Tentoonstelling.
Artikel 12 Onze Minister van Economie bepaalt de datum waarop de opdracht van de Commissaris en deze van de Adjunct-Commissaris zal beëindigd zijn;
Artikel 13 De Commissaris zorgt ervoor dat, bij de beëindiging van zijn opdracht, de bundels, de documenten en alle stukken van de boekhouding alsmede verzamelingen van catalogi en reglementen in het archief van FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie zullen overgebracht worden.
Artikel 14 Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juni 2006.
Gegeven te Brussel, 15 juni 2006.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid,
M. VERWILGHEN.