Koninklijk besluit tot wijziging van bepalingen betreffende de werving van militairen
- Sectie :
- Wetgeving
- Bron :
- Numac 2022033203
Originele tekst :
Voeg het document toe aan een map
()
om te beginnen met annoteren.
Artikel 1 Artikel 3bis van het koninklijk besluit van 3 mei 2003 betreffende het statuut van de militairen van het reservekader van de Krijgsmacht, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 16 oktober 2009, wordt opgeheven.
Artikel 2 In artikel 3quinquies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 16 oktober 2009, worden de woorden "in de artikelen 3bis, 3ter en 3quater" vervangen door de woorden "in de artikelen 3ter en 3quater".
Artikel 3 In artikel 6, § 3, van het koninklijk besluit van 11 september 2003 betreffende de werving van de militairen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 6 december 2012 en 7 november 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid worden de woorden "De commandant van de Dienst onthaal en oriëntatie is bevoegd" vervangen door de woorden "De autoriteit binnen de algemene directie human resources belast met de rekrutering en de selectie is bevoegd";
2° in het tweede lid worden de woorden "De commandant van de Dienst onthaal en oriëntatie" vervangen door de woorden "De autoriteit binnen de algemene directie human resources belast met de rekrutering en de selectie".
Artikel 4 Artikel 10 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 6 december 2012 en 7 november 2013, wordt opgeheven.
Artikel 5 Artikel 20 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 oktober 2009, wordt opgeheven.
Artikel 6 In artikel 26, § 1, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 18 augustus 2010 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 7 november 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het tweede lid worden de woorden "bij de commandant van de Dienst onthaal en oriëntatie" vervangen door de woorden "bij de autoriteit binnen de algemene directie human resources belast met de rekrutering en de selectie";
2° in het derde lid worden de woorden "De commandant van de Dienst onthaal en oriëntatie" vervangen door de woorden "De autoriteit binnen de algemene directie human resources belast met de rekrutering en de selectie".
Artikel 7 In artikel 28, eerste lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 december 2012 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 7 november 2013 en 3 juli 2019, worden in de inleidende zin de woorden "De commandant van de Dienst onthaal en oriëntatie is bevoegd" vervangen door de woorden "De autoriteit binnen de algemene directie human resources belast met de rekrutering en de selectie is bevoegd".
Artikel 8 Artikel 33, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 18 augustus 2010 en 7 november 2013, wordt aangevuld met een lid, luidende:
"In afwijking van het eerste lid, legt de sollicitant bedoeld in paragraaf 2, eerste lid, enkel de proef van schoolse kennis af, bedoeld in het eerste lid, 1°. ".
Artikel 9 In artikel 38 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 6 december 2012 en 26 december 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1 worden de woorden "en de proeven van muzikale en beroepskennis bedoeld in artikel 32, 8°, worden afgelegd voor een examencommissie" vervangen door de woorden "wordt afgelegd voor een personeelslid, aangewezen door de directeur-generaal human resources, dat komt uit de specialiteit van de sollicitant of uit de diensten waar de sollicitant zal of zou kunnen tewerkgesteld worden";
2° paragraaf 2 wordt opgeheven;
3° in paragraaf 3, eerste lid, worden in de inleidende zin de woorden "De examencommissie voor de proeven van muzikale en beroepskennis" vervangen door de woorden "De proeven van muzikale en beroepskennis, bedoeld in artikel 32, 8°, worden afgelegd voor een examencommissie die";
4° paragraaf 3 wordt aangevuld met een lid, luidende:
"De uitvoeringsregels van deze proeven worden bepaald in een reglement vastgesteld door de minister.";
5° in paragraaf 3bis, eerste lid, wordt de inleidende zin vervangen als volgt:
"Het personeelslid bedoeld in paragraaf 1 en de militaire leden van de examencommissie, evenals de plaatsvervanger van de officier-kapelmeester, bedoeld in paragraaf 3, moeten tot het taalstelsel van de geïnterviewde sollicitant behoren of:".
6° in paragraaf 4 worden de woorden "de examencommissies bedoeld in §§ 2 en 3" vervangen door de woorden "de examencommissie bedoeld in paragraaf 3";
7° in paragraaf 5, eerste lid, worden de woorden "De betrokken sollicitant kan elk lid van een examencommissie wraken" vervangen door de woorden "De betrokken sollicitant kan het personeelslid bedoeld in paragraaf 1 en elk lid van de examencommissie bedoeld in paragraaf 3 wraken";
8° in paragraaf 5, tweede lid, worden in de inleidende zin de woorden "elk lid van een examencommissie:" vervangen door de woorden "elk personeelslid bedoeld in paragraaf 1 en elk lid van de examencommissie bedoeld in paragraaf 3:";
9° paragraaf 5, derde lid, wordt aangevuld met de woorden " of het personeelslid bedoeld in paragraaf 1".
Artikel 10 Op de eerste dag van de maand na afloop van een termijn van tien dagen te rekenen van de dag volgend op de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad treden in werking:
1° de artikelen 2 en 3 van de wet van 2 juni 2022 tot wijziging van bepalingen betreffende de werving van militairen;
2° de artikelen 1 tot 7 van dit besluit.
Artikel 8 van dit besluit treedt in werking op 1 januari 2023.
Artikel 9 van dit besluit treedt in werking op 1 november 2022.
Artikel 11 De minister bevoegd voor Defensie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Artikel 2 In artikel 3quinquies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 16 oktober 2009, worden de woorden "in de artikelen 3bis, 3ter en 3quater" vervangen door de woorden "in de artikelen 3ter en 3quater".
Artikel 3 In artikel 6, § 3, van het koninklijk besluit van 11 september 2003 betreffende de werving van de militairen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 6 december 2012 en 7 november 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid worden de woorden "De commandant van de Dienst onthaal en oriëntatie is bevoegd" vervangen door de woorden "De autoriteit binnen de algemene directie human resources belast met de rekrutering en de selectie is bevoegd";
2° in het tweede lid worden de woorden "De commandant van de Dienst onthaal en oriëntatie" vervangen door de woorden "De autoriteit binnen de algemene directie human resources belast met de rekrutering en de selectie".
Artikel 4 Artikel 10 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 6 december 2012 en 7 november 2013, wordt opgeheven.
Artikel 5 Artikel 20 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 oktober 2009, wordt opgeheven.
Artikel 6 In artikel 26, § 1, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 18 augustus 2010 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 7 november 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het tweede lid worden de woorden "bij de commandant van de Dienst onthaal en oriëntatie" vervangen door de woorden "bij de autoriteit binnen de algemene directie human resources belast met de rekrutering en de selectie";
2° in het derde lid worden de woorden "De commandant van de Dienst onthaal en oriëntatie" vervangen door de woorden "De autoriteit binnen de algemene directie human resources belast met de rekrutering en de selectie".
Artikel 7 In artikel 28, eerste lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 december 2012 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 7 november 2013 en 3 juli 2019, worden in de inleidende zin de woorden "De commandant van de Dienst onthaal en oriëntatie is bevoegd" vervangen door de woorden "De autoriteit binnen de algemene directie human resources belast met de rekrutering en de selectie is bevoegd".
Artikel 8 Artikel 33, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 18 augustus 2010 en 7 november 2013, wordt aangevuld met een lid, luidende:
"In afwijking van het eerste lid, legt de sollicitant bedoeld in paragraaf 2, eerste lid, enkel de proef van schoolse kennis af, bedoeld in het eerste lid, 1°. ".
Artikel 9 In artikel 38 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 6 december 2012 en 26 december 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1 worden de woorden "en de proeven van muzikale en beroepskennis bedoeld in artikel 32, 8°, worden afgelegd voor een examencommissie" vervangen door de woorden "wordt afgelegd voor een personeelslid, aangewezen door de directeur-generaal human resources, dat komt uit de specialiteit van de sollicitant of uit de diensten waar de sollicitant zal of zou kunnen tewerkgesteld worden";
2° paragraaf 2 wordt opgeheven;
3° in paragraaf 3, eerste lid, worden in de inleidende zin de woorden "De examencommissie voor de proeven van muzikale en beroepskennis" vervangen door de woorden "De proeven van muzikale en beroepskennis, bedoeld in artikel 32, 8°, worden afgelegd voor een examencommissie die";
4° paragraaf 3 wordt aangevuld met een lid, luidende:
"De uitvoeringsregels van deze proeven worden bepaald in een reglement vastgesteld door de minister.";
5° in paragraaf 3bis, eerste lid, wordt de inleidende zin vervangen als volgt:
"Het personeelslid bedoeld in paragraaf 1 en de militaire leden van de examencommissie, evenals de plaatsvervanger van de officier-kapelmeester, bedoeld in paragraaf 3, moeten tot het taalstelsel van de geïnterviewde sollicitant behoren of:".
6° in paragraaf 4 worden de woorden "de examencommissies bedoeld in §§ 2 en 3" vervangen door de woorden "de examencommissie bedoeld in paragraaf 3";
7° in paragraaf 5, eerste lid, worden de woorden "De betrokken sollicitant kan elk lid van een examencommissie wraken" vervangen door de woorden "De betrokken sollicitant kan het personeelslid bedoeld in paragraaf 1 en elk lid van de examencommissie bedoeld in paragraaf 3 wraken";
8° in paragraaf 5, tweede lid, worden in de inleidende zin de woorden "elk lid van een examencommissie:" vervangen door de woorden "elk personeelslid bedoeld in paragraaf 1 en elk lid van de examencommissie bedoeld in paragraaf 3:";
9° paragraaf 5, derde lid, wordt aangevuld met de woorden " of het personeelslid bedoeld in paragraaf 1".
Artikel 10 Op de eerste dag van de maand na afloop van een termijn van tien dagen te rekenen van de dag volgend op de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad treden in werking:
1° de artikelen 2 en 3 van de wet van 2 juni 2022 tot wijziging van bepalingen betreffende de werving van militairen;
2° de artikelen 1 tot 7 van dit besluit.
Artikel 8 van dit besluit treedt in werking op 1 januari 2023.
Artikel 9 van dit besluit treedt in werking op 1 november 2022.
Artikel 11 De minister bevoegd voor Defensie is belast met de uitvoering van dit besluit.