Koninklijk besluit waarbij de afdeling Financiering Huisvestingsbeleid, de afdeling Woonbeleid en de afdelingen Ruimtelijke Ordening, Huisvesting, en Monumenten en Landschappen in Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant en West-Vlaanderen van de administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, worden gemachtigd zich toegang te verschaffen tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen en het identificatienummer ervan te gebruiken.

Datum :
20-09-2002
Taal :
Frans Nederlands
Grootte :
2 pagina's
Sectie :
Wetgeving
Bron :
Numac 2002000816

Originele tekst :

Voeg het document toe aan een map () om te beginnen met annoteren.
Hoofdstuk 1. Toegang tot de informatiegegevens

Artikel 1 De afdeling Financiering Huisvestingsbeleid, de afdeling Woonbeleid en de afdelingen Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen in Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant en West-Vlaanderen van de administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, worden gemachtigd zich toegang te verschaffen tot de informatiegegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1° tot 6°, 8° en 9°, en tweede lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.
  De toegang tot de opeenvolgende wijzigingen van de informatiegegevens bedoeld in het eerste lid, wordt voor het vervullen van de taken vermeld in het derde lid, 1°, verleend tot 1 januari 1985, en voor de taken vermeld in het derde lid, 2°, tot 1 mei 1995.
  De toegang tot de informatiegegevens, bedoeld in het eerste lid, geldt uitsluitend voor het vervullen van taken in verband met de huisvesting, inzonderheid met betrekking tot :
  1° het onderzoek, de toewijzing en de controle van subsidiedossiers op basis van de regelgeving betreffende het toekennen van voordelen aan particulieren en aan rechtspersonen in de huisvestingssector;
  2° het onderzoek en de controle van de heffingsdossiers in het kader van de regelgeving betreffende de heffing op leegstand en verkrotting van gebouwen of woningen.
  De toegang tot de informatiegegevens is voorbehouden :
  1° aan de directeur-generaal van de administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen;
  2° aan de afdelingshoofden van de in artikel 1, eerste lid, genoemde afdelingen bij voormelde administratie;
  3° aan de ambtenaren die de onder 1° en 2° vermelde personen daartoe binnen hun diensten bij name en schriftelijk aanwijzen, binnen de grenzen van hun respectieve bevoegdheden en voor de uitvoering van de hen toegewezen opdrachten.
  De onder 1°, 2° en 3° bedoelde ambtenaren ondertekenen een verklaring waarbij ze zich ertoe verbinden de vertrouwelijkheid van de uit het Rijksregister verkregen informatiegegevens te eerbiedigen.

Artikel 2 Aan de in artikel 1 bedoelde afdelingen van de administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap wordt mededeling verleend van de informatiegegevens vermeld in artikel 3, eerste lid, 1° tot 9°, van de voormelde wet van 8 augustus 1983, voor het uitvoeren van analyses, studies en onderzoeken met betrekking tot de huisvestingsbehoeften van de bevolking.
  De mededeling van de informatiegegevens vermeld in het eerste lid, geschiedt aan de in artikel 1, vierde lid, bedoelde ambtenaren.
  De personen bij wie de analyses, studies en onderzoeken met betrekking tot de in het eerste lid vervulde doeleinden worden ingesteld, zullen voor de aanvang van het onderzoek schriftelijk op de hoogte gebracht worden van de precieze aard daarvan, van de juiste benaming van de overheid waarvoor de onderzoeksactiviteit wordt verricht, van de doelstellingen die zij nastreeft en van de modaliteiten volgens welke de ingewonnen informatiegegevens zullen worden verwerkt.
  Zij zullen ervan worden in kennis gesteld dat zij niet verplicht zijn mede te werken aan het onderzoek, en dat zij hun medewerking op ieder moment kunnen stopzetten, zonder hiervoor een wettiging te moeten geven.
  Zij zullen bovendien ingelicht worden over de termijn van bewaring van de gegevens, bedoeld in het zesde lid, en over het feit dat de hen betreffende gegevens anoniem gemaakt zullen worden.
  De met toepassing van het eerste lid, verkregen informatiegegevens mogen slechts worden bewaard gedurende de tijd die nodig is voor het uitvoeren van de in het eerste lid bedoelde analyses, studies en onderzoeken. Zij dienen te worden gewist ten laatste vijf jaar na de mededeling uit het Rijksregister.

Artikel 3 De met toepassing van de artikelen 1 en 2 verkregen informatiegegevens mogen slechts worden gebruikt voor de erin vermelde doeleinden. Ze mogen niet worden medegedeeld aan derden.
  Worden niet als derden beschouwd voor de toepassing van het eerste lid, wat de bij toepassing van artikel 1 verkregen informatiegegevens betreft :
  1° de natuurlijke personen op wie die informatiegegevens betrekking hebben, of hun wettelijke vertegenwoordigers;
  2° de openbare overheden en de instellingen aangewezen krachtens artikel 5 van de voormelde wet van 8 augustus 1983, voor de informatiegegevens die hun krachtens die aanwijzing kunnen worden medegedeeld in het kader van de betrekkingen die zij voor de in artikel 1, derde lid, vermelde doeleinden met de in artikel 1, eerste lid, genoemde afdelingen onderhouden.

Hoofdstuk 2. Gebruik van het identificatienummer

Artikel 4 Aan de onder artikel 1, vierde lid, vermelde ambtenaren van de in artikel 1, eerste lid, genoemde afdelingen, wordt machtiging verleend om het identificatienummer van de personen die ingeschreven zijn in het Rijksregister van de natuurlijke personen, te gebruiken.
  De machtiging tot gebruik van het identificatienummer is beperkt tot het vervullen van de in artikel 1, derde lid, 1° en 2°, vermelde taken.

Artikel 5 Voor interne doeleinden mag het identificatienummer uitsluitend gebruikt worden als identificatiemiddel in de dossiers, bestanden en repertoria die door de afdelingen bedoeld in artikel 1, eerste lid, worden bijgehouden, voor het vervullen van de in artikel 1, derde lid, 1° en 2°, vermelde taken.
  Bij extern gebruik mag het identificatienummer enkel gebruikt worden in de betrekkingen die voor het vervullen van de in artikel 1, derde lid, vermelde taken noodzakelijk zijn met :
  1° de houder van het nummer of zijn wettelijke vertegenwoordiger;
  2° de openbare overheden en instellingen die ingevolge artikel 8 van de wet van 8 augustus 1983 zelf machtiging hebben verkregen om het nummer te gebruiken en die optreden in de uitoefening van hun wettelijke en reglementaire bevoegdheden.

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Artikel 6 De lijst van de overeenkomstig artikel 1, vierde lid, aangewezen ambtenaren wordt, met vermelding van hun ambt of functie, jaarlijks opgesteld en volgens dezelfde periodiciteit aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer toegezonden.

Artikel 7 Het koninklijk besluit van 30 mei 1994 tot regeling van de toegang tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen voor het bestuur Huisvesting van de administratie Ruimtelijke Ordening en Huisvesting van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap wordt opgeheven.

Artikel 8 Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 20 september 2002.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Binnenlandse Zaken,
  A. DUQUESNE
  De Minister van Justitie,
  M. VERWILGHEN.