Programmadecreet bij de aanpassing van de begroting 2019

Datum :
13-12-2019
Taal :
Frans Nederlands
Grootte :
2 pagina's
Sectie :
Wetgeving
Bron :
Numac 2019042930

Originele tekst :

Voeg het document toe aan een map () om te beginnen met annoteren.
Hoofdstuk 1. Algemeen
Artikel 1 Dit decreet regelt een gewest- en gemeenschapsaangelegenheid.

Hoofdstuk 2. Mobiliteit en Openbare Werken
Sectie 1. Wijziging van artikel 27 van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer
Artikel 2 In artikel 27 van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, vervangen bij de wet van 9 juli 1976 en gewijzigd bij de wet van 18 juli 1990, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° de woorden "De Koning bepaalt het tarief van de ten bate van de Staat of van de erkende instellingen" worden vervangen door de zinsnede "De Vlaamse Regering kan, wat haar bevoegdheden betreft, regels bepalen in verband met de";
  2° er worden een tweede, derde en vierde lid toegevoegd, die luiden als volgt:
  "In het bijzonder kan de Vlaamse Regering ten laste van de aanvrager een retributie bepalen voor:
  1° het behandelen van een aanvraag tot erkenning van de rijscholen en hun personeel, evenals van de lokalen en de oefenterreinen van de rijscholen;
  2° het afleggen van de examens en het uitoefenen van de stage voor het behalen van een getuigschrift van beroepsbekwaamheid door het personeel van de rijscholen;
  3° het behandelen van een aanvraag tot het uitoefenen van het beroep van rijschooldirecteur, rijschoollesgever of kantoorverantwoordelijke.
  Tevens kan de Vlaamse Regering periodieke retributies bepalen voor de uitoefening van het toezicht op de erkenning van de rijscholen en hun personeel.
  De Vlaamse Regering kan de bedragen en de wijze waarop de retributies moeten worden voldaan evenals de procedure bij niet-naleving bepalen.".

Hoofdstuk 3. Kanselarij en Bestuur
Sectie 1. Wijziging van het decreet van 5 juli 2002 tot vaststelling van de regels inzake de dotatie en de verdeling van het Vlaams Gemeentefonds
Artikel 3 In artikel 19septiesdecies, eerste lid, van het decreet van 5 juli 2002 tot vaststelling van de regels inzake de dotatie en de verdeling van het Vlaams Gemeentefonds, ingevoegd bij het decreet van 22 december 2017 en gewijzigd bij het decreet van 21 december 2018, wordt de zinsnede "voor een totaal bedrag van 23.919.200 euro" geschrapt en wordt in punt 4° het bedrag "1.164.000 euro" vervangen door het bedrag "1.064.000 euro".

Artikel 4 In artikel 19septiesdecies, tweede lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 22 december 2017, wordt de zinsnede "De bedragen, vermeld in het eerste lid," vervangen door de zinsnede "De bedragen die aan de gemeenten, vermeld in het eerste lid, worden toegekend,".

Artikel 5 Aan artikel 19septiesdecies van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 22 december 2017 en gewijzigd bij het decreet van 21 december 2018, wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "Vanaf het begrotingsjaar 2019 wordt het bedrag voor de stad Kortrijk, vermeld in het eerste lid, na toepassing van het evolutiepercentage, vermeld in het tweede lid, verhoogd met 100.000 euro. Het evolutiepercentage, vermeld in het tweede lid, is vanaf het begrotingsjaar 2020 van toepassing op dit aanvullende bedrag.".

Hoofdstuk 4. Economie, Wetenschap en Innovatie
Sectie 1. Opheffing van artikel III100 van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013

Artikel 6 Artikel III.100 van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013 wordt opgeheven.

Hoofdstuk 5. Onderwijs en Vorming
Sectie 1. Aanpassing budget lerarenplatform secundair onderwijs
Artikel 7 In artikel 22/6 van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010, ingevoegd bij het decreet van 6 juli 2018 houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2018 en gewijzigd bij het decreet van 21 december 2018 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° het getal "156.917" wordt vervangen door het getal "167.448";
  2° het getal "369,87" wordt vervangen door het getal "394,69".

Sectie 2. Extra werkingsmiddelen voor technische uitrusting in het secundair onderwijs
Artikel 8 Ten laste van de begroting 2019 ontvangen de scholen van het voltijds gewoon of buitengewoon secundair onderwijs, die gefinancierd of gesubsidieerd worden door de Vlaamse Gemeenschap, een forfaitair bedrag per regelmatige leerling die op 1 februari 2019 is ingeschreven in een van de structuuronderdelen die hierna worden vermeld. Dat bedrag per leerling wordt vastgesteld door het beschikbaar krediet van 10 miljoen euro te delen door het totaal aantal regelmatige leerlingen op 1 februari 2019 van de in aanmerking genomen structuuronderdelen.
  Structuuronderdelen:
  1° alle structuuronderdelen van de volgende studiegebieden van het Nederlandstalig voltijds gewoon secundair onderwijs en van opleidingsvorm 4 van het Nederlandstalig buitengewoon secundair onderwijs:
  a) auto;
  b) bouw;
  c) chemie;
  d) grafische communicatie en media;
  e) hout;
  f) koeling en warmte;
  g) land- en tuinbouw;
  h) mechanica-elektriciteit;
  i) personenzorg, met uitzondering van Gezondheids- en Welzijnswetenschappen TSO en Sociale en Technische Wetenschappen TSO;
  j) textiel;
  k) voeding;
  2° structuuronderdelen van opleidingsvorm 3 van het Nederlandstalig buitengewoon secundair onderwijs:
  a) aluminium- en kunststofschrijnwerker;
  b) auto-hulpmechanicien;
  c) bakkersgast;
  d) betonstaalvlechter;
  e) groen- en tuinbeheer duaal;
  f) grootkeukenhulp;
  g) grootkeukenmedewerker;
  h) hoeklasser;
  i) hulpkelner;
  j) hulpwever;
  k) interieurbouwer;
  l) keukenhulp;
  m) keukenmedewerker;
  n) lasser monteerder;
  o) lasser monteerder BMBE;
  p) lasser monteerder MIG/MAG;
  q) lasser monteerder TIG;
  r) loodgieter;
  s) machinaal houtbewerker;
  t) medewerker fastfood duaal;
  u) metselaar;
  v) meubelstoffeerder;
  w) onderhoudsassistent;
  x) plaatbewerker;
  y) plaatslager;
  z) puntlasser;
  aa) schilder-decorateur;
  ab) slagersgast;
  ac) stratenmaker;
  ad) tuinbouwarbeider;
  ae) traiteurmedewerker;
  af) vloerder-tegelzetter;
  ag) werfbediener ruwbouw;
  ah) werkplaatsschrijnwerker;
  ai) zeefdrukker.
  De school gebruikt de middelen, vermeld in het eerste lid, alleen voor de aankoop van didactische uitrusting of de beveiliging van al aanwezige didactische uitrusting voor de structuuronderdelen die die middelen hebben gegenereerd. Die uitrustingsgoederen zijn noodzakelijk, duurzaam en direct gerelateerd aan het leerplan, het opleidingsprofiel of het standaardtraject in kwestie.
  De schriftelijke bewijsstukken van de aanwending liggen in de school ter controle voor de verificatie en inspectie van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming. De middelen, vermeld in het eerste lid, die niet zijn aangewend conform dit artikel, worden teruggevorderd.
  Het extra werkingsbudget wordt aan de schoolbesturen uitbetaald uiterlijk op 31 december 2019.

Hoofdstuk 6. Werk en Sociale Economie
Sectie 1. Verlenging van de samenwerkingsovereenkomsten met de structurele partners in het kader van spoor 3 van het Focus op Talentbeleid
Artikel 9 De Vlaamse Regering kan binnen het toegekende budget op begrotingsartikel JB0-1JDG2IC-WT, subsidies verlenen aan UNIZO, VOKA, ABVV, ACV, ACLVB, GRIP vzw en Minderhedenforum voor de verlenging met maximum 1 jaar van de samenwerkingsovereenkomsten, afgesloten met de structurele partners binnen spoor 3 van het Focus op Talentbeleid.

Hoofdstuk 7. Inwerkingtreding
Artikel 10 Dit decreet treedt in werking tien dagen na publicatie, met uitzondering van:
  1° de artikelen 3, 4, 5 en 9 die uitwerking hebben vanaf 1 januari 2019;
  2° het artikel 7 dat uitwerking heeft vanaf 1 oktober 2019;
  3° het artikel 8 dat in werking treedt op 31 december 2019.