Samenwerkingsakkoord tussen de Staat, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest betreffende de onderlinge afstemming van het beleid inzake de werkloosheidsreglementering en het beleid inzake beroepsopleiding in een onderwijsinstelling.
- Sectie :
- Wetgeving
- Bron :
- Numac 1993021343
Originele tekst :
Voeg het document toe aan een map
()
om te beginnen met annoteren.
Artikel 1 Voor de toepassing van artikel 27, 6°, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering en artikel 1, 13°, van het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende de toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering wordt verstaan onder de definitie " individuele beroepsopleiding in een onderwijsinstelling ", voor wat de Franse en Duitstalige Gemeenschappen betreft, elke opleiding die aan de volgende criteria beantwoordt :
1° voldoen aan de voorwaarden vervat in artikel 3 van het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 12 mei 1987 of in artikel 3 van het besluit van de Executieve van de duitstalige Gemeenschap van 12 juni 1985;
2° voorbehouden is voor beroepen of functies waarvoor de Communautaire en Regionale Dienst voor Beroepsopleiding en Tewerkstelling geen of onvoldoende opleidingsmogelijkheden in eigen beheer kan verzekeren;
3° kwalificaties betreft waarvoor er een structureel tekort bestaat op de arbeidsmarkt;
4° de opleiding moet de werkzoekende een hoger diploma of een hogere kwalificatie bezorgen die een reële waarborg biedt dat de werkzoekende definitief uit de werkloosheid geraakt;
5° de betrokken werkloze moet minstens sedert één jaar werkloos zijn en als werkzoekende bij de STD ingeschreven zijn en de opleiding moet kaderen in het reïntegratieprojekt van de werkzoekende binnen het kader van de begeleiding van de werklozen.
Artikel 2 Op voorstel van de administraties worden de kwalificaties bedoeld in artikel 1, 3°, jaarlijks vastgesteld in limitatieve lijsten, opgesteld met eenparigheid van stemmen, door het College van leidende ambtenaren opgericht krachtens het protocol van 22 december 1988 tot regeling van de betrekkingen tussen de instellingen ontstaan uit de herstructurering van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, en goedgekeurd door de Beheerscomités van de FOREM en de BGDA.
Artikel 3 De Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap verbinden zich ertoe elke wijziging die aan de in artikel 1 vermelde criteria wordt aangebracht ter kennis te brengen van de Staat ten einde de impact ervan op de toepassing van de werkloosheidsreglementering te laten vaststellen.
Artikel 4 De Staat verbindt zich ertoe de individuele beroepsopleiding in een onderwijsinstelling die beantwoordt aan de in artikel 1 vermelde criteria, te aanvaarden binnen het kader van de definitie vermeld in artikel 27, 6°, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering en artikel 1, 13°, van het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende de toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering.
Artikel 5 De partijen verbinden zich ertoe met mekaar voorafgaandelijk overleg te plegen wanneer één van de partijen een wijziging in de reglementering aanbrengt die een invloed kan hebben op de door een andere partij binnen het kader van haar bevoegdheden gevoerd beleid, inzonderheid wat betreft de beroepsopleiding en de in dit kader aan de werkloze toegekende voordelen.
Artikel 6 Dit samenwerkingsakkoord heeft uitwerking vanaf 1 juni 1992.
1° voldoen aan de voorwaarden vervat in artikel 3 van het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 12 mei 1987 of in artikel 3 van het besluit van de Executieve van de duitstalige Gemeenschap van 12 juni 1985;
2° voorbehouden is voor beroepen of functies waarvoor de Communautaire en Regionale Dienst voor Beroepsopleiding en Tewerkstelling geen of onvoldoende opleidingsmogelijkheden in eigen beheer kan verzekeren;
3° kwalificaties betreft waarvoor er een structureel tekort bestaat op de arbeidsmarkt;
4° de opleiding moet de werkzoekende een hoger diploma of een hogere kwalificatie bezorgen die een reële waarborg biedt dat de werkzoekende definitief uit de werkloosheid geraakt;
5° de betrokken werkloze moet minstens sedert één jaar werkloos zijn en als werkzoekende bij de STD ingeschreven zijn en de opleiding moet kaderen in het reïntegratieprojekt van de werkzoekende binnen het kader van de begeleiding van de werklozen.
Artikel 2 Op voorstel van de administraties worden de kwalificaties bedoeld in artikel 1, 3°, jaarlijks vastgesteld in limitatieve lijsten, opgesteld met eenparigheid van stemmen, door het College van leidende ambtenaren opgericht krachtens het protocol van 22 december 1988 tot regeling van de betrekkingen tussen de instellingen ontstaan uit de herstructurering van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, en goedgekeurd door de Beheerscomités van de FOREM en de BGDA.
Artikel 3 De Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap verbinden zich ertoe elke wijziging die aan de in artikel 1 vermelde criteria wordt aangebracht ter kennis te brengen van de Staat ten einde de impact ervan op de toepassing van de werkloosheidsreglementering te laten vaststellen.
Artikel 4 De Staat verbindt zich ertoe de individuele beroepsopleiding in een onderwijsinstelling die beantwoordt aan de in artikel 1 vermelde criteria, te aanvaarden binnen het kader van de definitie vermeld in artikel 27, 6°, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering en artikel 1, 13°, van het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende de toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering.
Artikel 5 De partijen verbinden zich ertoe met mekaar voorafgaandelijk overleg te plegen wanneer één van de partijen een wijziging in de reglementering aanbrengt die een invloed kan hebben op de door een andere partij binnen het kader van haar bevoegdheden gevoerd beleid, inzonderheid wat betreft de beroepsopleiding en de in dit kader aan de werkloze toegekende voordelen.
Artikel 6 Dit samenwerkingsakkoord heeft uitwerking vanaf 1 juni 1992.