Wet houdende wijziging van de wetten betreffende de preventie van beroepsziekten en de vergoeding van de schade die uit die ziekten voortvloeit, gecoördineerd op 3 juni 1970 en tot wijziging van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers

Datum :
23-11-2021
Taal :
Nederlands
Grootte :
2 pagina's
Sectie :
Wetgeving
Bron :
Numac 2021033838

Originele tekst :

Voeg het document toe aan een map () om te beginnen met annoteren.
Titel 1. Inleidende bepaling
Artikel 1 Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Titel 2. Houdende wijziging van de wetten betreffende de preventie van beroepsziekten en de vergoeding van de schadedie uit die ziekten voortvloeit, gecoordineerd op 3 juni 1970
Artikel 2 Artikel 35, tweede lid, van de wetten betreffende de preventie van beroepsziekten en de vergoeding van de schade die uit die ziekten voortvloeit, gecoördineerd op 3 juni 1970, gewijzigd bij de wet van 29 april 1996, wordt aangevuld met de volgende zin:
  "De Koning kan echter, in uitzonderlijke gevallen, die termijn verlengen."

Artikel 3 Artikel 36, tweede lid, van dezelfde wetten, vervangen bij koninklijk besluit 133 van 30 december 1982, wordt aangevuld met de volgende zin:
  "De Koning kan echter, in uitzonderlijke gevallen, afwijken van dit principe bij de inschrijving van een bepaalde ziekte op de lijst bedoeld in artikel 30."

Artikel 4 Artikel 41, vijfde lid, van dezelfde wetten, vervangen bij koninklijk besluit 133 van 30 december 1982, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 november 2017, wordt aangevuld met de volgende zin:
  "De Koning kan echter, in uitzonderlijke gevallen, de vergoeding voor geneeskundige verzorging bepalen voor een vroegere periode."

Artikel 5 In artikel 52 van dezelfde wetten, gewijzigd bij de wetten van 24 december 2002 en 13 juli 2006 en bij het koninklijk besluit van 23 november 2017, wordt het vierde lid vervangen als volgt:
  "Na advies van de Wetenschappelijke Raad, kan de Koning voor iedere ziekte bepalen binnen welke termijn de aanvragen moeten worden ingediend. Met betrekking tot de gevallen van tijdelijke arbeidsongeschiktheid, behalve als de Koning dit anders bepaalt in uitzonderlijke gevallen, moeten de aanvragen evenwel worden ingediend, hetzij in de loop van de periode van tijdelijke arbeidsongeschiktheid, al dan niet onderbroken door een of meerdere periodes van werkhervatting, hetzij in de periode waarin de symptomen van de beroepsziekte aanwezig zijn."

Artikel 6 De titel II heeft uitwerking met ingang van 18 mei 2020.

Titel 3. Vermindering van de sociale zekerheidsbijdragen bestemd voor het wettelijk vakantiestelsel voor handarbeiders aan de werkgevers die handarbeiders tewerkstellen die onder het Paritair Comité voor het hotelbedrijf (PC 302) vallen
Artikel 7 In artikel 38, § 3, 8°, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 4 juli 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° het derde lid wordt aangevuld met de volgende zin:
  "mits aan de volgende cumulatieve voorwaarden is voldaan:
  1° de totale nominale waarde van de maatregelen die zijn aangemeld als beperkt steunbedrag in de zin van de mededeling van de Commissie van 19 maart 2020 betreffende de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak, laatstelijk gewijzigd op 28 januari 2021, onder het algemene plafond van 1,8 miljoen euro per onderneming blijft;
  2° de onderneming is op 31 december 2019 geen "onderneming in moeilijkheden" in de zin van artikel 2, punt 18, van Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard.".
  2° tussen het tweede en het derde lid worden twee leden ingevoegd, luidende:
  "In afwijking van paragraaf 3, 2°, kan de vervanging van het bijdragepercentage worden toegekend aan micro- of kleine ondernemingen in de zin van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 die op 31 december 2019 reeds in moeilijkheden verkeerden, op voorwaarde dat zij niet het voorwerp uitmaken van een collectieve insolventieprocedure overeenkomstig boek XX van het Wetboek van economisch recht en geen reddingssteun hebben ontvangen waarvoor de lening niet is terugbetaald of de garantie niet is vrijgegeven tegen 15 juni 2021, noch herstructureringssteun waarvoor het plan niet is voltooid tegen 15 juni 2021.
  Voor de werkgevers voor wie de toepassing van het derde lid leidt tot een vermindering van de bijdragen met een bedrag dat, opgeteld bij de bedragen van de maatregelen die reeds zijn aangemeld als beperkt steunbedrag in de zin van de mededeling van de Commissie van 19 maart 2020, gelijk is aan of groter is dan het algemene plafond bedoeld in het derde lid, 1°, worden de percentages van 5,57 p. c. en 0,00 p.c. verhoogd tot respectievelijk 15,84 p.c. en 10,27 p.c. voor de beloningen die, indien de in het eerste en tweede lid bedoelde bijdragepercentages waren toegepast, hoger zouden liggen dan de loonmassa waarvan is uitgegaan voor de berekening van het algemene maximum van 1,8 miljoen euro.
  De krachtens het vorige lid verschuldigde bedragen worden aan de Rijksdienst betaald uiterlijk op de dertigste dag na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van de wet van 23 november 2021 houdende wijziging van de wetten betreffende de preventie van beroepsziekten en de vergoeding van de schade die uit die ziekten voorvloeit, gecoördineerd op 3 juni 1970 en tot wijziging van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers.

Artikel 8 Deze titel heeft uitwerking met ingang van 15 juni 2021.