Wet met betrekking tot het verlenen van een staatswaarborg in de vorm van een borgstelling, in de context van een DBFM-overeenkomst, voor de bouw van twee nieuwe penitentiaire inrichtingen, respectievelijk te Leopoldsburg en Vresse-sur-Semois
- Sectie :
- Wetgeving
- Bron :
- Numac 2023040221
Originele tekst :
Voeg het document toe aan een map
()
om te beginnen met annoteren.
Artikel 1 Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
Artikel 2 Er wordt in een staatswaarborg voorzien in de vorm van een borgstelling voor de nakoming door de Regie der Gebouwen van al haar betalingsverplichtingen in het kader van overheidsopdrachten (Bulletin der Aanbestedingen van 5 oktober 2020 nrs. 2020-534495 en 2020-534497):
(i) DBFM voor een nieuwe penitentiaire inrichting te Leopoldsburg;
(ii) DBFM voor een nieuwe penitentiaire inrichting te Vresse-sur-Semois.
De Koning bepaalt de nadere voorwaarden waaronder die staatswaarborg kan worden verleend bij een of meer overeenkomsten en onder de voorwaarden die worden bepaald in die overeenkomsten.
Artikel 3 De staatswaarborg sorteert effect ten vroegste op 1 januari 2022.
Artikel 2 Er wordt in een staatswaarborg voorzien in de vorm van een borgstelling voor de nakoming door de Regie der Gebouwen van al haar betalingsverplichtingen in het kader van overheidsopdrachten (Bulletin der Aanbestedingen van 5 oktober 2020 nrs. 2020-534495 en 2020-534497):
(i) DBFM voor een nieuwe penitentiaire inrichting te Leopoldsburg;
(ii) DBFM voor een nieuwe penitentiaire inrichting te Vresse-sur-Semois.
De Koning bepaalt de nadere voorwaarden waaronder die staatswaarborg kan worden verleend bij een of meer overeenkomsten en onder de voorwaarden die worden bepaald in die overeenkomsten.
Artikel 3 De staatswaarborg sorteert effect ten vroegste op 1 januari 2022.