-
Hof van Cassatie: Arrest van 29 Oktober 1987 (België). RG F809F Rechtspraak NL 29/10/1987 - 1 pagina
Niet ontvankelijk is de voorziening inzake inkomstenbelastingen, wanneer het door eiser ondertekende cassatieverzoekschrift ter griffie van het hof van beroep is neergelegd door een andere persoon, die geen advocaat is en die van geen volmacht doet blijken. ( Art. 289 Wetboek van de Inkomstenbelastingen. )…
-
Hof van Cassatie: Arrest van 17 December 2013 (België). RG P.13.1438.N Rechtspraak NL 17/12/2013 - 5 pagina's
Uit de artikelen 46bis, §l, eerste en tweede lid, juncto 88bis, Wetboek van Strafvordering volgt dat uit de motivering van de schriftelijke beslissing van de procureur des Konings of in voorkomend geval de onderzoeksrechter, strekkende tot identificatie van de correspondenten van bepaalde telefoonnummers, moet blijken dat die beslissing is genomen rekening houdend met de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit, zonder dat vereist is dat de procureur des Konings of de onderzoeksrechter het voldoen aan de voorwaarden van proportionaliteit…
-
Hof van Cassatie: Arrest van 20 December 2006 (België). RG P060807F Rechtspraak NL 20/12/2006 - 1 pagina
Aangezien bedreiging alleen bestraft wordt in zoverre daaruit een welomlijnd misdadig opzet blijkt, moet de voorwaarde waarvan de dader de uitvoering van de mondeling aangekondigde aanslag afhankelijk stelt, duidelijk blijken uit hetgeen daadwerkelijk is gezegd en niet impliciet uit de context ervan (1). (1) Het openbaar ministerie was dienaangaande in hoofdzaak de mening toegedaan dat: "De appelrechters stellen aldus, door middel van de getuigenissen en verklaringen die zij uitdrukkelijk vermelden, het bestaan vast van bedreigingen onder…
-
Hof van Cassatie: Arrest van 18 April 1968 (België) Rechtspraak NL 18/04/1968 - 1 pagina
De bevestiging van een nietige verbintenis kan stilzwijgend zijn en niet alleen blijken uit de vrijwillige uitvoering ervan doch ook uit elk feit dat, bij degene die ze heeft aangegaan, met zekerheid wijst op de bedoeling ze te bevestigen of af te zien de nietigheid ervan in te roepen.…
-
Rechtbank van eerste aanleg: Beschikking van 9 November 1983 (Brussel). RG 86/18790 Rechtspraak NL 09/11/1983 - 1 pagina
Het belang van het kind eist dat het aan die ouder zou worden toevertrouwd - in casu de vader - die een stabiel levenskader heeft weten te scheppen en van wie het beroepsleven van zijn karaktersterkte blijk geeft, terwijl uit het gestoorde gevoelsleven van de andere ouder - in casu de moeder - blijkt dat zij een onstabiel karakter en humeur heeft.…
-
Hof van Cassatie: Arrest van 29 November 1989 (België). RG 7665 Rechtspraak NL 29/11/1989 - 1 pagina
Dat het proces-verbaal van de terechtzitting tijdens welke de correctionele rechtbank een vonnis heeft gewezen, niet voorzien is van de handtekening van de voorzitter of van de griffier, is dat vonnis niet nietig, wanneer het alle vereiste vaststellingen bevat ten blijke van de regelmatigheid van de procedure.…
-
Arbeidsrechtbank: Vonnis van 17 September 1997 (Hasselt). RG 962662 Rechtspraak NL 17/09/1997 - 1 pagina
Daartoe moet weliswaar op een ernstige wijze blijk worden gegeven van de studiewil van de betrokkene en moet de student een redelijke kans op slagen hebben.…
-
Hof van Cassatie: Arrest van 8 April 1988 (België). RG 5598 Rechtspraak NL 08/04/1988 - 1 pagina
Art. 2015 Burgerlijk Wetboek, krachtens hetwelk borgtocht niet wordt vermoed en uitdrukkelijk moet zijn aangegaan, onderwerpt de borgtocht aan geen vormvoorschrift, maar vereist dat diegene die zich tot borgtocht verbindt, op ondubbelzinnige wijze van die wilsuiting doet blijken.…
-
Hof van Cassatie: Arrest van 8 Mei 1972 (België) Rechtspraak NL 08/05/1972 - 1 pagina
Niet ontvankelijk is de aanvraag tot herziening gegrond op de aanvoering van een nieuw feit, wanneer uit dit feit het bewijs niet zou blijken van de onschuld van de veroordeelde of van de toepassing van een strengere strafwet dan die welke hij werkelijk overtreden heeft. ( Sv., art. 443, 3°. )…
-
Hof van Cassatie: Arrest van 7 Februari 2017 (België). RG P.15.0333.N Rechtspraak NL 07/02/2017 - 3 pagina's
Uit de tekst van artikel 2bis Voorafgaande Titel Wetboek van Strafvordering en de doelstelling die erin bestaan een onafhankelijke verdediging van de rechtspersoon te waarborgen, vloeit voort dat zolang de lasthebber ad hoc niet van zijn mandaat is ontlast, hij als enige bevoegd is om de rechtspersoon te vertegenwoordigen en de keuze te bepalen van de raadsman die voor de rechtspersoon optreedt, zodat indien namens de rechtspersoon een memorie van antwoord wordt ingediend uit de stukken waarop het Hof vermag acht te slaan moet blijken…