-
Raad van State: Arrest van 4 December 1981 (België). RG 21623 Rechtspraak NL 04/12/1981 - 1 pagina
De Algemene Pharmaceutische Bond, die kwaliteit heeft om de collectieve belangen van de officina-apothekers te verdedigen, doet van het vereiste belang blijken om de nietigverklaring te vorderen van een reglement waarbij wordt bepaald dat sommige specialiteiten enkel zullen worden terugbetaald door het R.I.Z.I.V. als zij worden toegediend in een verplegingsinrichting.De therapeutische vrijheid, d.i. het recht om de manier waarop een zieke behandeld moet worden te kiezen, is een prerogatief van de geneesheer en niet van de apotheker.…
-
Rechtbank van eerste aanleg: Vonnis van 18 Juni 1991 (Antwerpen) Rechtspraak NL 18/06/1991 - 1 pagina
Het " bedrog " van de verwerpende erfgenaam is evenwel reeds verworven van zodra de schuldenaar weet dat hij zijn schuldeiser schade berokkent door zich insolvabel te maken, hetgeen kan blijken uit het enkel feit dat de omstandigheden die de verwerping omringen, deze verdacht maken. Bovendien is bewijs van medeplichtigheid van de derde niet vereist, vermits een verwerping van een nalatenschap een rechtshandeling om niet uitmaakt.…
-
Arbeidsrechtbank: Vonnis van 23 Februari 1995 (Veurne) Rechtspraak NL 23/02/1995 - 1 pagina
Wanneer een vordering zoals ze door de eiser is gesteld, een geschil betreft inzake arbeidsovereenkomsten, is de arbeidsrechtbank ratione materiae bevoegd, ook al mocht nadien blijken dat de aangevoerde ondergeschiktheid niet bewezen is. 2.…
-
Hof van Beroep: Arrest van 15 December 1992 (Antwerpen). RG 10847 Rechtspraak NL 15/12/1992 - 1 pagina
De aanvaarding, door de hoofdschuldeiser (hier een kredietgever), van een borgstelling kan blijken uit de bewoordingen van de akte van borgstelling. Het toestaan van kredieten voor een bedrag dat hoger is dan dat waarvoor borgtocht gegeven is, tast de rechtsgeldigheid van de borgstelling niet aan. Geldig is de borgstelling voor toekomstige schulden die bepaalbaar zijn. De kredietgever hoeft de borg niet op de hoogte te houden van de stijgende schulden van de hoofdschuldenaar als het niet bedongen is.…
-
Hof van Cassatie: Arrest van 19 December 1969 (België). RG 1951 Rechtspraak NL 19/12/1969 - 1 pagina
Al moet het geschrift dat bedoeld wordt bij art. 3 van de op 20 juli 1955 gecoordineerde wetten betreffende het bediendencontract niet noodzakelijk aan de vormvereisten van art. 1325 B.W. beantwoorden, moet niettemin uit de overgelegde geschriften het akkoord van beide partijen om een proefcontract aan te gaan blijken.…
-
Hof van Cassatie: Arrest van 14 Januari 1976 (België) Rechtspraak NL 14/01/1976 - 1 pagina
Naar luid van artikel 37, par. 1, van de gecoördineerde dienstplichtwetten mag de Hoge Militieraad geen uitspraak doen zonder de betrokkene te hebben opgeroepen om hem, zijn advocaat of zijn gevolmachtigde te horen en het hem mogelijk te maken een memorie of verweerschrift in te dienen; de oproeping van de betrokkene om te verschijnen moet blijken uit procedurestukken en de inachtneming van dit substantieel vormvoorschrift kan niet worden afgeleid uit de enkele verklaring van de Hoge Militieraad dat " de dienstplichtige behoorlijk ontboden…
-
Hof van Cassatie: Arrest van 4 Mei 1971 (België) Rechtspraak NL 04/05/1971 - 1 pagina
De regel voorgeschreven bij artikel 56, lid 2, van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming tot vaststelling van de wijze waarop in de zaken bedoeld in titel II, hoofdstuk III, afdeling II, van deze wet het geval van elke minderjarige moet worden onderzocht, sluit in dat, telkens er in bedoelde zaken debatten ter terechtzitting plaatshebben over maatregelen ten aanzien van een minderjarige, er geen andere minderjarige mag aanwezig zijn; de regel is een substantiële formaliteit, waarvan de inachtneming moet blijken uit de…
-
Hof van Cassatie: Arrest (België). RG P.18.1204.N Rechtspraak NL 05/02/2019 - 2 pagina's
-
Hof van Cassatie: Arrest van 6 Maart 2013 (België). RG P.13.0014.F Rechtspraak NL 06/03/2013 - 2 pagina's
-
Hof van Cassatie: Arrest van 9 Oktober 1991 (België). RG 9029 Rechtspraak NL 09/10/1991 - 1 pagina
Rechtbank te Brussel; Over het middel, aangevoerd in de memorie van eiser, waarvan een eensluidend verklaard afschrift aan dit arrest is gehecht : Overwegende dat eiser zich in zijn voor het appelgerecht genomen conclusie niet ertoe beperkt heeft de verklaring van de getuige Loris te bekritiseren door aan te voeren dat die verklaring niet gegrond zou zijn op een vaststelling maar op een gevolgtrekking die door vier andere getuigen wordt weersproken; dat hij bovendien betoogde dat "uit het tijdsschema van de verkeerslichten moet blijken…