-
Hof van Cassatie: Arrest van 11 Februari 2000 (België). RG C980196F Rechtspraak NL 11/02/2000 - 2 pagina's
Dat (eiseres) staande houdt dat de aankopen van onroerende goederen door haar ouders op haar naam gelijkstaan met rechtstreekse schenkingen van geld; dat zulks niet het geval is wanneer, zoals in casu, de ouders de aankopen hebben gefinancierd door middel van leningen, waarvan de afbetaling een indirecte schenking vormt; dat dergelijke afbetalingen duidelijk blijken uit verschillende stukken van (verweersters) dossier, met name uit de stukken 15, 16, 17 en 19; dat de staat van vereffening derhalve ook op dat punt goedgekeurd moet worden…
-
Commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders: Beslissing van 30 September 2005 (België). RG M40516/3542 Rechtspraak NL 30/09/2005 - 2 pagina's
Het vonnis van de Rechtbank van Eerste Aanleg te ... d.d. 27 oktober 2004 vermeldt: ¿ De feiten zijn bijzonder zwaarwichtig, en geven blijk van flagrant gebrek aan respect voor de fysieke en psychische integriteit van zijn ex-vriendin door beklaagde.¿ De afkortingen door de dader bedragen minder dan de intresten en de schade-post economische waarde huisvrouw.…
-
Arbeidshof: Arrest van 16 Oktober 2001 (Antwerpen (Hasselt)). RG 2000/16 Rechtspraak NL 16/10/2001 - 4 pagina's
-
Grondwettelijk Hof (Arbitragehof): Arrest van 14 Januari 1998 (België). RG 1/98 Rechtspraak NL 14/01/1998 - 9 pagina's
De verzoekende partij doet derhalve blijken van het rechtens vereiste belang. TEN GRONDE. B.3.…
-
Grondwettelijk Hof (Arbitragehof): Arrest van 30 Oktober 2012 (België). RG 133/2012 Rechtspraak NL 30/10/2012 - 5 pagina's
De verzoekende partij doet momenteel derhalve niet blijken van het rechtens vereiste belang om de vernietiging van de bestreden bepalingen te vorderen. B.9.…
-
Arbeidshof: Arrest van 24 Maart 1995 (Antwerpen). RG 921053 Rechtspraak NL 24/03/1995 - 1 pagina
Wanneer zowel het loon als de voordelen o.a. wat het privegebruik van een firmawegen betreft blijken uit de geschreven arbeidsovereenkomst, de individuele rekening en de fiscale fiche, is er geen aanleiding de voordelen ex aequo et bono te begroten. De bewering dat naast het werkelijk betaald loon tevens aanvullende vergoedingen zouden uitbetaald zijn kan niet met getuigen bewezen worden nu deze bewering indruist tegen de inhoud van de door de werknemer ingevulde belastingsaangifte en geen aanvullende aangifte gedaan werd.…
-
Hof van Cassatie: Arrest van 2 Februari 1981 (België). RG 2644 Rechtspraak NL 02/02/1981 - 1 pagina
hoger beroep voorhield dat de minderjarige zoon van verweerder buiten een revalidatiecentrum werd behandeld, dat de kosten die in een dergelijk geval voor vergoeding in aanmerking komen, bestaan in de in artikel 151 van het koninklijk besluit van 4 november 1963 op beperkte wijze opgesomde kosten en dat de kosten van spraakrevalidatie waarvoor vergoeding werd gevraagd, in deze opsomming niet voorkomen en derhalve niet ten laste van eiser kunnen komen wordt hierop niet geantwoord door de redengeving dat het recht op revalidatie dient te blijken…
-
Hof van Beroep: Arrest van 15 September 2010 (Antwerpen). RG 2010 CO 146 Rechtspraak NL 15/09/2010 - 1 pagina
Het loutere feit van rechtstreekse dagvaarding voor verschillende rechtbanken volstaat hiertoe niet en levert derhalve geen geschil van rechtsmacht op waardoor de uitoefening van de strafvordering zou worden belemmerd, nu het geschil moet blijken uit rechterlijke beslissingen die niet (meer) voor enig rechtsmiddel vatbaar zijn.…
-
Commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders: Beslissing van 15 Juni 2005 (België). RG M40550;3566 Rechtspraak NL 15/06/2005 - 1 pagina
Verzoeker heeft in elk geval nagelaten rechtvaardigingsstukken voor te leggen waaruit het tegendeel zou blijken. In die omstandigheden dient het verzoek als ongegrond te worden afgewezen.…
-
Hof van Beroep: Arrest van 23 Februari 2016 (Gent). RG 2015/NT/404 Rechtspraak NL 23/02/2016 - 1 pagina
Uit de strafinformatie blijken geen aanwijzingen dat het ging om een fictieve aangifte door de beklaagde om de burgerlijke partij bedrieglijk te hinderen in het uitoefenen van zijn bezoekrecht. De desbetreffende melding was initieel uitgegaan van een derde - met name een arts - waarop de beklaagde niet meer deed dan het door gespecialiseerde hulpverleners voorgestelde traject te volgen (opvolging van de minderjarige door een vertrouwenscentrum - aangifte bij de politie).…