Hof van Cassatie: Arrest van 10 November 1992 (België). RG 285

Datum :
10-11-1992
Taal :
Frans Nederlands
Grootte :
1 pagina
Sectie :
Rechtspraak
Bron :
Justel N-19921110-1
Rolnummer :
285

Samenvatting :

Wanneer het arrest het verzoek tot voorlopige invrijheidstelling van een gehechte beklaagde verwerpt op grond dat er tegen hem ernstige aanwijzingen bestaan van schuld "aan de feiten die hebben geleid tot de veroordeling, zoals die zijn vermeld in de motivering van het beroepen vonnis", en zich aldus uitsluitend baseert op de overwegingen van het vonnis waarover het hof van beroep uitspraak moest doen ingevolge het hoger beroep van de beklaagde en het O.M., verantwoordt het niet naar recht het bestaan, ten tijde van zijn beslissing, van ernstige schuldaanwijzingen ten laste van de beklaagde. ( Art. 16, alinéa 5, eerste en tweede lid, en 27, alinéa 3, vierde lid, Wet Voorlopige Hechtenis 1990. )

Arrest :

Voeg het document toe aan een map () om te beginnen met annoteren.
HET HOF; - Gelet op het bestreden arrest nr. 729, op 23 oktober 1992 door het Hof van Beroep te Bergen gewezen;
Over het ambtshalve aangevoerde middel : schending van de artikelen 27, alinéa 3, vierde lid, en 16, alinéa 5, eerste en tweede lid, van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis :
Overwegende dat het arrest, met aanneming van de motivering van de vordering van het openbaar ministerie, het door eiser ingediende verzoek tot voorlopige invrijheidstelling verwerpt op grond dat er tegen eiser ernstige aanwijzingen bestaan van schuld "aan de feiten die tot de veroordeling hebben geleid, zoals zij zijn overgenomen door de motivering van het (beroepen) vonnis";
Overwegende dat het hof van beroep, nu het zich aldus uitsluitend baseert op de overwegingen van het vonnis waarover het uitspraak moest doen ingevolge het hoger beroep van de beklaagde en het openbaar ministerie, niet naar recht verantwoordt dat er tegen eiser op het ogenblik van zijn beslissing ernstige aanwijzingen van schuld bestonden;
Om die redenen, zonder dat er grond bestaat tot onderzoek van de door eiser aangevoerde middelen die niet kunnen leiden tot cassatie zonder verwijzing, vernietigt het bestreden arrest; beveelt dat van dit arrest melding zal worden gemaakt op de kant van het vernietigde arrest; laat de kosten ten laste van de Staat; verwijst de zaak naar de anders samengestelde correctionele kamer van het Hof van Beroep te Bergen.