Hof van Cassatie: Arrest van 29 Oktober 1992 (België). RG 9449
- Sectie :
- Rechtspraak
- Bron :
- Justel N-19921029-8
- Rolnummer :
- 9449
Samenvatting :
Indien tussen verhuurder en huurder een plaatsbeschrijving is opgemaakt, kan het bij art. 1731 Burgerlijk Wetboek, voor zijn wijziging bij art. 5, Wet van 29 december 1983, ten voordele van de huurder ingestelde vermoeden, door laatstgenoemde alleen worden aangevoerd als de plaatsbeschrijving derwijze is opgemaakt dat zij met het ontbreken ervan moet worden gelijkgesteld. ( Art. 1730 en 1731, Burgerlijk Wetboek, voor hun wijziging bij Wet van 29 december 1983. )
Arrest :
Voeg het document toe aan een map
()
om te beginnen met annoteren.
HET HOF; - Gelet op het bestreden vonnis, op 12 december 1988 in hoger beroep gewezen door de Rechtbank van Eerste Aanleg te Nijvel;
Gelet op het verzoekschrift tot cassatie, waarvan een eensluidend verklaard afschrift is bijgevoegd;
Over het eerste middel :
Overwegende dat de rechter ambtshalve de door de partijen voorgedragen redenen alleen kan aanvullen wanneer hij enkel steunt op regelmatig aan zijn beoordeling overgelegde feiten en noch het voorwerp noch de oorzaak van de eis wijzigt;
Overwegende dat het middel niet aanvoert dat het voorwerp of de oorzaak van de eis zou zijn gewijzigd;
Dat het bestreden vonnis steunt op eisers briefswisseling van 11 oktober 1983 en 10 december 1983; dat die briefwisseling regelmatig ter beoordeling aan de bodemrechter is overgelegd;
Dat de rechtbank van eerste aanleg, nu zij haar beslissing steunt op een ambtshalve voorgedragen reden die uit regelmatig aan haar beoordeling overgelegde feiten is afgeleid, het recht van verdediging niet miskent;
Dat het middel niet kan worden aangenomen;
Over het tweede middel :
Overwegende dat, luidens artikel 1730 van het Burgerlijk Wetboek, voor zijn wijzing bij de wet van 29 december 1983, indien tussen verhuurder en huurder een plaatsbeschrijving is opgemaakt, de huurder het goed moet teruggeven zoals hij het, volgens die beschrijving ontvangen heeft, met uitzondering van hetgeen door ouderdom of overmacht is teniet gegaan of beschadigd;
Overwegende dat artikel 1731, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek, volgens de tekst die te dezen van toepassing is, een vermoeden ten voordele van de huurder instelt indien er geen plaatsbeschrijving is opgesteld;
Overwegende dat het vonnis zegt dat de partijen een plaatsbeschrijving hebben opgesteld; dat het niet overweegt dat dit stuk derwijze is opgemaakt dat het met het ontbreken ervan moet worden gelijkgesteld, wat de toepassing van voornoemd artikel 1731 zou verantwoorden;
Dat het bijgevolg zijn beslissing naar recht verantwoordt dat er moet worden vermoed dat de punten die niet zijn opgenomen in de plaatsbeschrijving bij de ingebruikname maar wel in die opgemaakt bij het verlaten van het goed, een schade uitmaken die, met uitzondering van hetgeen door ouderdom, overmacht of normaal gebruik is teweeggebracht, ten laste van de huurder valt;
Overwegende dat het vonnis, voor het overige, door te zeggen "dat de huurder, bij het opstellen van de plaatsbeschrijving, de mogelijkheid had een gevolmachtigde te kiezen (...) of daarin de punten te doen vermelden die niet in goede staat waren", aan de huurder geen verplichtingen oplegt die in de wet niet zijn bepaald;
Dat het middel niet kan worden aangenomen;
Om die redenen, vernietigt het bestreden vonnis in zoverre het beslist dat de verfraaiingswerken zonder enige vergoeding ten goede van verweerster blijven en dat eiser niet het recht heeft ze te verwijderen; verwerpt de voorziening voor het overige; beveelt dat van dit arrest melding zal worden gemaakt op de kant van het gedeeltelijk vernietigde vonnis; houdt de kosten aan en laat de beslissing daaromtrent aan de feitenrechter over; verwijst de aldus beperkte zaak naar de Rechtbank van Eerste Aanleg te Brussel, zitting houdende in hoger beroep.
Gelet op het verzoekschrift tot cassatie, waarvan een eensluidend verklaard afschrift is bijgevoegd;
Over het eerste middel :
Overwegende dat de rechter ambtshalve de door de partijen voorgedragen redenen alleen kan aanvullen wanneer hij enkel steunt op regelmatig aan zijn beoordeling overgelegde feiten en noch het voorwerp noch de oorzaak van de eis wijzigt;
Overwegende dat het middel niet aanvoert dat het voorwerp of de oorzaak van de eis zou zijn gewijzigd;
Dat het bestreden vonnis steunt op eisers briefswisseling van 11 oktober 1983 en 10 december 1983; dat die briefwisseling regelmatig ter beoordeling aan de bodemrechter is overgelegd;
Dat de rechtbank van eerste aanleg, nu zij haar beslissing steunt op een ambtshalve voorgedragen reden die uit regelmatig aan haar beoordeling overgelegde feiten is afgeleid, het recht van verdediging niet miskent;
Dat het middel niet kan worden aangenomen;
Over het tweede middel :
Overwegende dat, luidens artikel 1730 van het Burgerlijk Wetboek, voor zijn wijzing bij de wet van 29 december 1983, indien tussen verhuurder en huurder een plaatsbeschrijving is opgemaakt, de huurder het goed moet teruggeven zoals hij het, volgens die beschrijving ontvangen heeft, met uitzondering van hetgeen door ouderdom of overmacht is teniet gegaan of beschadigd;
Overwegende dat artikel 1731, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek, volgens de tekst die te dezen van toepassing is, een vermoeden ten voordele van de huurder instelt indien er geen plaatsbeschrijving is opgesteld;
Overwegende dat het vonnis zegt dat de partijen een plaatsbeschrijving hebben opgesteld; dat het niet overweegt dat dit stuk derwijze is opgemaakt dat het met het ontbreken ervan moet worden gelijkgesteld, wat de toepassing van voornoemd artikel 1731 zou verantwoorden;
Dat het bijgevolg zijn beslissing naar recht verantwoordt dat er moet worden vermoed dat de punten die niet zijn opgenomen in de plaatsbeschrijving bij de ingebruikname maar wel in die opgemaakt bij het verlaten van het goed, een schade uitmaken die, met uitzondering van hetgeen door ouderdom, overmacht of normaal gebruik is teweeggebracht, ten laste van de huurder valt;
Overwegende dat het vonnis, voor het overige, door te zeggen "dat de huurder, bij het opstellen van de plaatsbeschrijving, de mogelijkheid had een gevolmachtigde te kiezen (...) of daarin de punten te doen vermelden die niet in goede staat waren", aan de huurder geen verplichtingen oplegt die in de wet niet zijn bepaald;
Dat het middel niet kan worden aangenomen;
Om die redenen, vernietigt het bestreden vonnis in zoverre het beslist dat de verfraaiingswerken zonder enige vergoeding ten goede van verweerster blijven en dat eiser niet het recht heeft ze te verwijderen; verwerpt de voorziening voor het overige; beveelt dat van dit arrest melding zal worden gemaakt op de kant van het gedeeltelijk vernietigde vonnis; houdt de kosten aan en laat de beslissing daaromtrent aan de feitenrechter over; verwijst de aldus beperkte zaak naar de Rechtbank van Eerste Aanleg te Brussel, zitting houdende in hoger beroep.