Hof van Cassatie: Arrest van 12 April 2013 (België). RG C.12.0320.N

Date :
12-04-2013
Language :
French Dutch
Size :
1 page
Section :
Case law
Source :
Justel N-20130412-1
Role number :
C.12.0320.N

Summary :

De overhandiging van de vrachtbrief is essentieel om als opvolgende vervoerder beschouwd te worden (1). (1) Zie concl. O.M.

Arrêt :

Add the document to a folder () to start annotating it.

Nr. C.12.0320.N

TRANSEUROPA FERRIES nv, met zetel te 8400 Oostende, Slijkensesteenweg 2,

eiseres,

vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1000 Brussel, Brederodestraat 13, waar de eiseres woonplaats kiest,

tegen

1. CONTINENTAL CARGO CARRIERS nv, met zetel te 8400 Oostende, Vergunningenstraat 15, die woonplaats kiest bij mr. Lino Verbeke en mr. Filip Melis, met kantoor te 8200 Brugge, Diksmuidse Heerweg 126,

verweerster,

2. SPEDAG SPEDITIONS AG, vennootschap naar Zwitsers recht, met zetel te Zwitserland, CH-4132 Muttenz, Kriegackerstrasse,

verweerster,

vertegenwoordigd door mr. Caroline De Baets, advocaat bij het Hof van Cas-satie, met kantoor te 1050 Brussel, Louizalaan 149, bus 20, waar de verweer-ster woonplaats kiest,

3. ROBERT BOSCH Ltd., vennootschap naar het recht van het Verenigd Ko-ninkrijk, met zetel te Denham, Uxbridge (Verenigd Koninkrijk), Broadwater Park, PO Box 98,

4. SCINTILLA AG, vennootschap naar Zwitsers recht, met zetel te, CH-4051 Solothurn (Zwitserland), Postfach 632,

5. WUERTEMBERGISCHE UND BADISCHE VERSICHERUNG AG, vennootschap naar Duits recht, met zetel te, 74076 Heilbronn (Duitsland), Karlstrasse 68-72,

verweersters,

vertegenwoordigd door mr. John Kirkpatrick, advocaat bij het Hof van Cassa-tie, met kantoor te 1000 Brussel, Keizerslaan 3, waar de verweersters woon-plaats kiezen.

I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Het cassatieberoep is gericht tegen het arrest van het hof van beroep te Gent van 14 februari 2011.

Procureur-generaal Jean-François Leclercq heeft op 13 maart 2013 een schriftelijke conclusie neergelegd.

Afdelingsvoorzitter Eric Dirix heeft verslag uitgebracht.

Procureur-generaal Jean-François Leclercq heeft geconcludeerd.

II. CASSATIEMIDDEL

De eiseres voert in haar verzoekschrift dat aan dit arrest is gehecht, een middel aan.

III. BESLISSING VAN HET HOF

Beoordeling

Ontvankelijkheid van het cassatieberoep

1. De tweede verweerster werpt een middel van niet-ontvankelijkheid op: het cassatieberoep is niet gericht tegen de beslissingen die de tweede verweerster be-treffen en is zonder invloed op die beslissingen.

2. Uit de procedurestukken blijkt dat het arrest de vrijwaringsvordering die de tweede verweerster tegen de eiseres heeft ingesteld, zonder voorwerp verklaart en de eiseres veroordeelt tot de kosten van het hoger beroep van de tweede verweer-ster.

De eiseres heeft aldus een belang om haar cassatieberoep ook tegen de tweede verweerster te richten.

Het middel van niet-ontvankelijkheid kan niet worden aangenomen.

Ontvankelijkheid van het middel

3. De tweede verweerster werpt een grond van niet-ontvankelijkheid op: het middel is niet gericht tegen de beslissingen die de tweede verweerster betreffen en is zonder invloed op die beslissingen.

Het middel kan leiden tot de vernietiging van de beslissing waarbij de eiseres ver-oordeeld werd tot de kosten van het hoger beroep en van de tweede verweerster.

De grond van niet-ontvankelijkheid kan niet worden aangenomen.

Gegrondheid

Vijfde onderdeel

4. Artikel 34 CMR-verdrag bepaalt dat wanneer een vervoerovereenkomst wordt uitgevoerd door opvolgende vervoerders, deze vervoerders partij worden bij de overeenkomst door de inontvangstneming van de goederen en de vrachtbrief.

5. De appelrechters die vaststellen dat de vrachtbrief door de eiseres niet in ontvangst werd genomen en die oordelen dat dit "niet belet dat [de eiseres] als opvolgende wegvervoerder in de zin van artikel 34 CMR" moet worden be-schouwd, omdat zij "wist dat zij deelnam aan éénzelfde internationaal vervoer", verantwoorden hun beslissing niet naar recht.

Het onderdeel is gegrond.

Overige grieven

6. De overige grieven kunnen niet tot ruimere cassatie leiden.

Dictum

Het Hof,

Vernietigt het bestreden arrest in zoverre het uitspraak doet over de vorderingen van de eerste en de derde tot de vijfde verweerster tegen de eiseres en over de kosten.

Beveelt dat van dit arrest melding zal worden gemaakt op de kant van het gedeel-telijk vernietigde arrest.

Houdt de kosten aan en laat de beslissing daaromtrent aan de feitenrechter over.

Verwijst de aldus beperkte zaak naar het hof van beroep te Antwerpen.

Dit arrest is gewezen te Brussel door het Hof van Cassatie, eerste kamer, samen-gesteld uit afdelingsvoorzitter Eric Dirix, als voorzitter, afdelingsvoorzitter Eric Stassijns, en de raadsheren Beatrijs Deconinck, Koen Mestdagh en Bart Wylle-man, en in openbare rechtszitting van 12 april 2013 uitgesproken door voorzitter Eric Dirix, in aanwezigheid van procureur-generaal Jean-François Leclercq, met bijstand van griffier Frank Adriaensen.

F. Adriaensen B. Wylleman K. Mestdagh

B. Deconinck E. Stassijns E. Dirix