De partij, aan dewelke op grond van een overeenkomst of van een wettelijke beschikking een som verschuldigd is en die over geen uitvoerbare titel beschikt om haar schuldenaar tot betaling te dwingen, heeft, wanneer de niet-betaling een constitutief element van een misdrijf uitmaakt, de keuze om haar vordering in te stellen hetzij op grond van de contractuele verantwoordelijkheid, hetzij op basis van de delictuele verantwoordelijkheid. De uit een misdrijf voortspruitende civielrechtelijke vordering verjaart door verloop van 5 jaar van de dag waarop het misdrijf gepleegd wordt. Het niet-betalen van loon of vakantiegeld is een misdrijf. De daaruit voortspruitende civielrechtelijke vordering verjaart derhalve na 5 jaar. Het feit of al dan niet een strafrechterlijk onderzoek werd ingesteld en een veroordeling tussenkwam, is niet relevant.
Arrêt :
The full and consolidated version of this text is not available.
