Commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders: Beslissing van 10 Juli 2007 (België). RG M70029/5247

I. Feiten

Uit de verklaring van de verzoeker blijkt dat hij op 5 augustus 2006 het slachtoffer werd van een ontvoering, waarbij hij vervolgens werd neergeschoten en voor dood achtergelaten te ... .

"Dat hij in een bosweg verschillende malen was beschoten door een persoon. Hij zou samen met deze persoon, in gezelschap van een derde, omstreeks 02.00 uur uit ... zijn vertrokken en naar Luxemburg meegereden zijn.

...

Vandaar zouden zij teruggereden zijn naar België, alwaar het voertuig kort na de grensovergang een afrit nam, en vervolgens een bosweg inreed. Daar had de grootste van de twee medereizigers drie maal op hem geschoten, waarna hij zich voor dood had gehouden.

..." (PV n° ..../2006 van 5 augustus 2006)

II. Vervolging

Lastens de heren E. Hassan, E. Rachid en N. Mohamed loopt een gerechtelijk onderzoek wegens ‘tentative d'assassinat'.

III. Medische gevolgen

Dr. Lieven Tack, (orthopedie) van het St Maarten ziekenhuis te ... stelt op 13 oktober 2006 dat de verzoeker werkonbekwaam is van 5 augustus tot ten minste 5 november 2006.

Op 17 januari stelde zij het volgende verslag op:

"Anamnese

5/8 ontvoering naar de Ardennen en daar geopereerd met schroef in de laterale condyl en dit na een schotwonde

momenteel geen gips verband (nooit gehad)

nu problemen met plooien

werkzoekende arbeider

5/10 opname met mobilisatie, botscan

terug minder

xanax en contramal en co 2 weken

plooit tot -15 en strekken ook nog iets moeilijk

durft niet steunen en zeer angstig

raad gegeven voor behandeling bij psychiater"

IV. Begroting van de schade door de verzoeker

De verzoeker werd ten gevolge van de feiten vijf dagen gehospitaliseerd te ... . De kosten hiervan en het vervoer per ziekenwagen diende hij zelf te dragen.

Tot op heden heeft de verzoeker last van zijn knie en dient daarvoor naar de kinesist te gaan. Hij is getraumatiseerd door de feiten en vreest niet alleen voor zijn leven, maar ook voor dat van zijn gezin.

De verzoeker legde diverse stukken en facturen neer.

V. Beoordeling door de Commissie

Artikel 36 van de wet van 1 augustus 1985 bepaalt de voorwaarden tot toekenning van een noodhulp:

"Onverminderd de toepassing van de artikelen 31 tot 33, § 1, kan de commissie een noodhulp toekennen wanneer elke vertraging bij de toekenning van de hulp de verzoeker een ernstig nadeel kan berokkenen, gelet op zijn financiële situatie.

De noodhulp wordt per schadegeval en per verzoeker toegekend voor schade boven 500 euro en is beperkt tot een bedrag van 15 000 euro.

Het verzoek tot toekenning van een noodhulp kan worden ingediend zodra de verzoeker klacht heeft ingediend of zich burgerlijke partij heeft gesteld.

Wanneer het gaat om de kosten bedoeld in artikel 32, § 1, 2°, is de dringendheid altijd verondersteld. Artikel 33, § 1, is niet van toepassing wanneer de commissie zich uitspreekt over het verzoek tot tenlasteneming van deze kosten. Het reële bedrag van de kosten wordt door de commissie in aanmerking genomen, zonder toepassing van de beperking die bepaald wordt in het tweede lid."

Luidens de eerste alinea van het hierboven geciteerd artikel 36 kan de Commissie aan het slachtoffer een noodhulp toekennen indien deze in financiële moeilijkheden verkeert. Een uitzondering op deze voorwaarde wordt gemaakt voor de medische kosten en de ziekenhuiskosten, met inbegrip van de prothesekosten (zie het laatste lid van artikel 36: "de kosten bedoeld in artikel 32, § 1, 2°"): voor deze kosten wordt de dringendheid verondersteld.

Bij nazicht van de neergelegde facturen blijkt evenwel dat bepaalde facturen meerdere keren neergelegd werden. De Commissie kan uiteraard ook alleen rekening houden met de originele factuur. Daarnaast wordt ook een tegemoetkoming gevraagd voor de kosten van aanmaning, interesten en de deurwaarderskosten. Wat deze laatste schadeposten betreft, wordt opgemerkt dat zij niet voorkomen in de limitatieve lijst van schadeposten, vermeld in artikel 32, § 1, van de wet van 1 augustus 1985, waarvoor een financiële hulp kan worden toegekend.

Rekening houdende met het feit dat de verzoeker redelijkerwijze aannemelijk heeft gemaakt dat hij het slachtoffer was van een opzettelijke gewelddaad, met zijn precaire financiële situatie en met de door hem reeds gemaakte kosten zoals zij blijken uit het neergelegde dossier, meent de Commissie aan verzoeker naar billijkheid een noodhulp te kunnen toekennen zoals hierna bepaald.

VI. Begroting van de hulp door de Commissie

De Commissie meent de noodhulp naar billijkheid te kunnen begroten op euro 2.255,00.

OP DIE GRONDEN,

De Commissie,

Gelet op de artikelen 17 § 1, 39 tot 42 van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 tot regeling van het taalgebruik in bestuurszaken, de artikelen 31 tot 37bis van de wet van 1 augustus 1985, zoals gewijzigd door de wetten van 26 maart 2003, 22 april 2003 en de programmawet van 27 december 2004 en de artikelen 28 tot 34 van het K.B. van 18 december 1986,

Verklaart het verzoek ontvankelijk en kent de verzoeker een noodhulp toe van euro 2.255,00

Aldus uitgesproken te Brussel, in openbare zitting en in de Nederlandse taal op 10 juli 2007.

De secretaris a.i., De voorzitter,

P. VERHOEVEN P. DE SMET