Commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders: Beslissing van 22 November 2007 (België). RG M60677/4886

Date :
22-11-2007
Language :
Dutch
Size :
2 pages
Section :
Case law
Source :
Justel N-20071122-24
Role number :
M60677/4886

Summary :

Samenvatting 1

Decision :

Add the document to a folder () to start annotating it.

(...)

I. Feiten

Verzoekster was in de nacht van 7 op 8 december 2000 in haar appartement te ... slachtoffer van home-jacking. Twee mannen waren in de vertrekken binnengedrongen en bonden verzoekster vast. Zij werd door hen mishandeld opdat zij de vindplaats van verschillende waardevolle voorwerpen zou prijsgeven. Alle waardevolle zaken werden door de daders ontvreemd.

II. Vervolging

Verzoekster stelde zich burgerlijke partij voor de onderzoeksrechter te ....

Karim Z. en Mohamed W. werden bij vonnis van de Rechtbank van Eerste Aanleg te ... d.d. 19 januari 2004 op strafrechtelijk gebied respectievelijk veroordeeld tot 5 jaar en 2 jaar effectieve gevangenisstraf (zijnde een bijkomende straf na diens veroordeling d.d. 27 februari 2002).

Bij arrest van het Hof van beroep te ... d.d. 21 april 2004 werden deze straffen als volgt hervormd: Karim Z. bekwam 5 jaar, waarvan 2 jaar met uitstel voor 5 jaar. Ten aanzien van Mohamed W. werd geen bijkomende gevan-genisstraf opgelegd.

De uitspraak over de burgerlijke belangen, zoals die werd gedaan bij vonnis in eerste aanleg werd in al haar beschikkingen bevestigd.

Karim Z. Mohamed en W. werden solidair veroordeeld om aan verzoekster euro 16.165,74 te betalen voor materiële schade en euro 6.200 voor morele schade.

Bovenvermeld arrest is in kracht van gewijsde getreden.

III. Financiële middelen tot schadeloosstelling

- Beide daders zijn Marokkaan en zijn zonder gekende woon- of verblijfplaats in het Rijk.

Uit de brieven van de raadslieden van de daders blijkt dat hun cliënten onvermogend zijn. Zij zitten een lange gevangenisstraf uit. Zij beschikken absoluut niet over de middelen om de schadevergoeding te voldoen.

- De advocaat van verzoekster maakt de polisvoorwaarden over van de verzekeringsmaatschappij APRA Ongevallen. Uit de polis (hoofdstuk 2. Rechtsbijstand) blijkt dat de spiegelclausule van toepassing is zodat verzoekster geen uitkeringen ontvangen heeft.

IV. Medische gevolgen

De advocate van verzoekster verwijst naar de vaststellingen van de verbalisanten (P.V.) d.d. 7 december 2000: "X. Brigitta heeft lichte schaafwonden opgelopen aan beide armen en benen ingevolge het vastgebonden zijn. Zij is emotioneel zeer aangeslagen door het voorval en durft niet meer in haar appartement te verblijven."

In stuk 1728 van het strafdossier leest men: "Commissaris Ben Bogaert stelt de vraag:'kan de getuige iets zeggen aangaande het gedrag van de benadeelde vrouw?' Antwoord van de getuige: haar gedrag was volledig anders dan dat van de man. Zij was bang, zij was geschrokken."

Ook de heer Kestens verklaart: "Ik vond dat X. zeer onder de indruk was. Zij wou duidelijk niet op de plaats verblijven. Zij kwam op mij zeer verward over en was zeer stil tijdens de sessie."

Verzoekster was dermate getraumatiseerd dat zij zelfs diende te verhuizen.

V. Begroting van de schade door de verzoekster

- materiële schade euro 16.165,74

- morele schade euro 6.200,00

- administratiekosten en andere euro 125,00

euro 22.490,74

Verzoekster vraagt dit bedrag te vermeerderen met de intresten.

VI. Beoordeling door de Commissie

Het verzoekschrift aan de Commissie is regelmatig naar de vorm en het werd tijdig neergelegd. Aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden werd voldaan. De kansen op verhaal tegenover de daders zijn quasi onbestaande.

De wetgeving betreffende de hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden verleent aan de slachtoffers geen subjectief recht op "schadeloosstelling", maar wel op het eventueel bekomen van een "hulp", gesteund op het principe van de collectieve solidariteit. Uit de aard zelf van de hulp volgt dat de "volledige vergoeding" van het door de slachtoffers geleden nadeel niet wordt gewaarborgd.

Bij het beoordelen van een hulp dienen de voorschriften van de artikelen 31, 31bis, 32, 33 en 33bis van de wet van 1 augustus 1985 nageleefd te worden.

 Volgens constante rechtspraak van de Commissie worden intresten niet voor vergoeding in aanmerking genomen.

 Artikel 32 § 1 vermeldt "materiële kosten" en niet "materiële schade" zodat conform de constante rechtspraak gestolen goederen niet voor vergoeding in aanmerking komen.

 Het verzoekschrift bevat geen enkel medisch stuk aangaande de medische toestand van verzoekster.

Rekening houdend met alle elementen van het dossier, kent de Commissie in billijkheid aan verzoekster een hulp toe van euro 2.500.

*

* *

OP DIE GRONDEN,

De Commissie,

Gelet op de artikelen 17 § 1, 39 tot 42 van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 tot regeling van het taalgebruik in bestuurszaken, de artikelen 31 tot 37bis van de wet van 1 augustus 1985, zoals gewijzigd door de wetten van 26 maart 2003 en 22 april 2003, de programmawet van 27 december 2004 en de artikelen 28 tot 34 van het K.B. van 18 december 1986.

Verklaart het verzoek ontvankelijk.

Kent de verzoekster een hulp toe van euro 2.500.

Aldus uitgesproken te Brussel, in openbare zitting en in de Nederlandse taal op 22 november 2007.

De secretaris a.i., De voorzitter,

M. STEYAERT P. DRAULANS