Commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders: Beslissing van 31 Mei 2016 (België). RG M14-3-1214

Date :
31-05-2016
Language :
Dutch
Size :
2 pages
Section :
Case law
Source :
Justel N-20160531-1
Role number :
M14-3-1214

Summary :

Samenvatting 1

Decision :

Add the document to a folder () to start annotating it.

(...)

I. Feiten

Verzoeker was op 18 december 2010 tijdens een vermaakuitstap in het jeugdhuis P. te ... slachtoffer van een opzettelijke gewelddaad gepleegd door de heer Berno Z. (° in 1991).

Toen verzoeker zich naar de toog begaf om iets te bestellen, stootte hij per ongeluk iemand aan.

Deze persoon sloeg daarop een Duvel-glas stuk in het aangezicht van verzoeker.

II. Vervolging

- Verzoeker legde klacht neer met burgerlijke partijstelling.

- Bij vonnis van de Rechtbank van Eerste Aanleg te ... d.d. 21 juni 2011 werd Berno Z. wegens opzettelijke slagen en verwondingen te hebben toegebracht aan Wout X., de slagen en verwondingen hebbende hetzij een ongeneeslijk lijkende ziekte, hetzij een blijvende ongeschiktheid tot het verrichten van persoonlijke arbeid, hetzij het volledig verlies van het gebruik van een orgaan, hetzij een zware verminking ten gevolge gehad, veroordeeld tot een hoofdgevangenisstraf van 2 jaar. Op burgerlijk gebied werd hij bij verstek veroordeeld tot betaling van euro 3.362,26 provisioneel. Dr. Bart Van N. werd aangesteld als gerechtsdeskundige.

- Bij vonnis d. d. 18 juni 2013 van de rechtbank te ... werd de dader bij verstek veroordeeld tot betaling van euro 13.960,51 aan verzoeker, meer de intresten en tot de RPV

( euro 687,50).

Dit vonnis is in kracht van gewijsde getreden.

III. Gevolgen van de feiten

Uit het deskundig verslag van de gerechtsdeskundige, Dr. B. Van N.:

"Ingevolge de feiten van 18/12/2010 kreeg betrokkene een glas in het aangezicht rond het linker oog geduwd en viel neer. Hij liep multipele verwondingen op aan de oogleden en rond het linker oog en tevens een verwonding aan het hoornvlies.

Een arbeidsongeschiktheid tot en met 31/12/2010 is zeker aanvaardbaar.

Er kan geconsolideerd worden. Er resten littekens aan het gelaat.

- Een tijdelijke arbeidsongeschiktheid van:

100 % van 18/12/'10 tot en met 31/12/'10

10 % van 01/01/'11 tot en met 31/01/'11

5 % van 01/02/'11 tot en met 05/07/'11

Consolidatiedatum: 6 juli 2011. Betrokkene was op dat ogenblik 23 jaar.

Blijvende invaliditeit: 3 %; geen meerinspanning, geen arbeidsongeschiktheid.

De esthetische schade bedraagt 2/7 of zeer licht. Er resten littekens aan het hoornvlies links n met enige weerslag op het zicht. Er moet ook een bril voorzien worden met correctie en fotochromatische glazen te vernieuwen bril en glazen om de 5 jaar."

IV. Mogelijkheden tot schadeloosstelling

IV-1. De instrumenterende gerechtsdeurwaarder liet het vonnis betekenen aan de dader. Deze laatste is zonder beroep. Er zijn geen uitvoeringsmogelijkheden.

IV-2. De rechtsbijstandsverzekering DVV kwam tussen in insolventie voor een bedrag van

euro 7.500.

V. Begroting

Verzoeker vraagt volgende bedragen:

- medische kosten euro 265,04

- bril ( euro 549,85 x 12+ 539,95: om de 5 jaar nieuwe bril nodig) euro 7.138,15

- administratie- en verplaatsingskosten euro 100,00

- morele schade tijdelijke arbeidsongeschiktheid: (moet zijn: euro 621,25) euro 551,25

- 100 % van 18/12/'10 tot en met 31/12/'10: 14 d. x euro 25 = euro 350,00

- 10 % van 01/01/'11 tot en met 31/01/'11: 31 d. x euro 25 x 10 % = euro 77,50

- 5 % van 01/02/'11 tot en met 05/07/'11: 155 d. x euro 25 x 5 %= euro 193,75

- morele schade blijvende invaliditeit euro 2.062/pt (oude indic. tabel):2 = euro 1.031 x 3 = euro 3.093,00

- esthetische schade: indicatieve tabel euro 2.000,00

- meerinspanningen tijdelijke arbeidsongeschiktheid euro 497,00

- economische waarde huishouden euro 434,87

euro 14.079,31

Verzoeker vraagt hierbij intresten euro 1.850,05

Verminderd met tussenkomst rechtsbijstandsverzekeraar - euro 7.500,00

Hij komt zo aan euro 8.429,36

VI. Beoordeling door de Commissie

Het verzoekschrift aan de Commissie is regelmatig naar de vorm en het werd tijdig neergelegd.

De kansen op verhaal tegenover de dader zijn quasi onbestaande.

1. De Commissie verzekert geen integrale schadeloosstelling. Ze kan, naar billijkheid, een financiële hulp toekennen voor de schadeposten die limitatief zijn opgesomd in artikel 32, § 1, van de wet van 1 augustus 1985.

"Voor de toekenning van een hulp aan de personen als bedoeld in artikel 31, 1°, steunt de commissie uitsluitend op de volgende bestanddelen van de geleden schade:

1° de morele schade, rekening houdend met de tijdelijke of blijvende invaliditeit;

2° de medische kosten en de ziekenhuiskosten, met inbegrip van de prothesekosten;

3° de tijdelijke of blijvende invaliditeit;

4° een verlies of vermindering aan inkomsten ten gevolge van de tijdelijke of blijvende arbeidsongeschiktheid;

5° de esthetische schade;

6° de procedurekosten;

7° de materiële kosten;

8° de schade die voortvloeit uit het verlies van een of meer schooljaren."

De posten ‘intresten', ‘meerinspanningen' en ‘huishoudschade' werden daarbij niet opgenomen en komen dus niet in aanmerking voor een financiële hulp.

De zienswijze van de Commissie ten aanzien van de intresten en de meerinspanningen werd bevestigd bij arrest nr. 165.787 van de Raad van State d.d. 12 december 2006.

2. Voor de brilschade wordt een bedrag ex aequo et bono toegekend, rekening houdende met het feit dat een groot deel van de schade toekomstige schade is die door tal van onzekere aspecten beïnvloed wordt.

3. Voor de blijvende invaliditeit wordt enkel de morele schade weerhouden, rekening houdende met de huidige indicatieve tabel.

4. Er is tussenkomst geweest van de rechtsbijstandsverzekeraar DVV: euro 7.500.

5. Rekening houdend met bovenvermelde opmerkingen stelt de Commissie vast dat voor de bedragen waarvoor de Commissie tussenkomst zou verlenen, verzoeker volledig werd vergoed door de verzekeringsmaatschappij.

*

* *

OP DIE GRONDEN,

De Commissie,

Gelet op:

- de artikelen 17 § 1, 39 tot 42 van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 tot regeling van het taalgebruik in bestuurszaken;

- de artikelen 28 tot 41 van de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen, laatst gewijzigd bij wet van 30 december 2009;

- het koninklijk besluit van 18 december 1986 betreffende de commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 7 december 2006.

Verklaart het verzoek ontvankelijk doch ongegrond.

Aldus uitgesproken te Brussel, in openbare zitting en in de Nederlandse taal op 31 mei 2016.

De secretaris, De voorzitter

M. STEYAERT A. GRAWET