De enkele aanvoering dat de bedoelde gedraging van eiser ook een tekortkoming aan zijn contractuele verplichtingen is geweest, kan niet tot gevolg hebben dat de rechter mag voorbijgaan aan het feit dat de vordering in werkelijkheid mede op een misdrijf is gegrond, en aan de regel van de vijfjarige verjaring, door artikel 26 van de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering bepaald voor de burgerlijke rechtsvordering volgend uit een misdrijf. Nu het de op 3 augustus 1973 ingesteld vordering, gegrond op een op 27 mei 1966 gepleegd misdrijf, toelaatbaar verklaart zonder naar recht enig ander vertrekpunt voor de verjaringstermijn van vijf jaar te bepalen, noch enige wettige reden van schorsing of sluiting van die termijn aan te geven, schendt het arrest de evengemelde wetsbepaling.
Arrêt :
The full and consolidated version of this text is not available.