Hof van Cassatie: Arrest van 18 September 2007 (België). RG P.07.0531.N

Date :
18-09-2007
Language :
French Dutch
Size :
1 page
Section :
Case law
Source :
Justel N-20070918-6
Role number :
P.07.0531.N

Summary :

Geen enkele wettelijke bepaling schrijft voor dat de rechter die het debat heropent teneinde een getuige te horen, bij de uitspraak van het vonnis of het arrest uitdrukkelijk dient te verwijzen naar dat verhoor of de verklaring van die getuige dient te bespreken.

Arrêt :

Add the document to a folder () to start annotating it.

Nr. P.07.0531.N

G. G. I. R.,

beklaagde,

eiser,

met als raadsman mr. Luk Delbrouck, advocaat bij de balie te Hasselt,

tegen

J. V. R.,

burgerlijke partij,

verweerster.

I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Het cassatieberoep is gericht tegen het arrest van het Hof van Beroep te Antwerpen, correctionele kamer, van 15 maart 2007.

De eiser voert in een memorie die aan dit arrest is gehecht, een middel aan.

Raadsheer Jean-Pierre Frère heeft verslag uitgebracht.

Eerste advocaat-generaal Marc De Swaef heeft geconcludeerd.

II. BESLISSING VAN HET HOF

Beoordeling

Middel

1. In zoverre de eiser aanvoert dat het arrest "nalaat te antwoorden op alle door (de eiser) ontwikkelde middelen" en dat "de overige argumenten op geen enkele wijze beantwoord worden", preciseert het middel niet welk concreet verweer de appelrechters niet beantwoorden.

Het middel is in zoverre wegens gebrek aan nauwkeurigheid niet ontvankelijk.

2. Voor het overige schrijft geen enkele wettelijke bepaling voor dat de rechter die het debat heropent ten einde een getuige te horen, bij de uitspraak van het vonnis of het arrest uitdrukkelijk dient te verwijzen naar dat verhoor of de verklaring van die getuige dient te bespreken.

In zoverre het middel het arrest verwijt "dit getuigenverhoor niet te vermelden en hier evenmin op te antwoorden", faalt het naar recht.

Ambtshalve onderzoek van de beslissing op de strafvordering

3. De substantiële of op straffe van nietigheid voorgeschreven rechtsvormen zijn in acht genomen en de beslissing is overeenkomstig de wet gewezen.

Dictum

Het Hof,

Verwerpt het cassatieberoep.

Veroordeelt de eiser in de kosten.

Begroot de kosten op 57,12 euro.

Dit arrest is gewezen te Brussel door het Hof van Cassatie, tweede kamer, samengesteld uit afdelingsvoorzitter Edward Forrier, als voorzitter, en de raadsheren Jean-Pierre Frère, Paul Maffei, Luc Van hoogenbemt en Koen Mestdagh, en op de openbare terechtzitting van 18 september 2007 uitgesproken door afdelingsvoorzitter Edward Forrier, in aanwezigheid van eerste advocaat-generaal Marc De Swaef, met bijstand van griffier Frank Adriaensen.

F. Adriaensen K. Mestdagh L. Van hoogenbemt

P. Maffei J.-P. Frère E. Forrier