De rechter, die de dringende reden aanvaardt, welke het onmiddellijke ontslag van de bediende rechtvaardigt, na de afdoende feitelijke elementen aangegeven te hebben die door de gezegde bediende werden aangevoerd voor zijn verdediging, moet preciseren dat hij zulke elementen als niet bewezen of als aan de aangevoerde reden haar dringende aard ontnemen, beschouwt.
Arrêt :
The full and consolidated version of this text is not available.