De getuigen die door een strafgerecht worden gehoord moeten, op straffe van nietigheid van de rechtspleging, de bij de wet voorgeschreven eed afleggen behalve in de gevallen die de wet op beperkende wijze aanduidt. ( Wetb. van strafv., art. 155, 189, 317 ).
Arrêt :
The full and consolidated version of this text is not available.