Wanneer het bevel tot aanhouding dat door de vreemde rechterlijke overheid werd verleend ten laste van een vreemdeling wiens uitlevering wordt gevraagd, uitvoerbaar is verklaard door een in kracht van gewijsde gegane beslissing, wordt de voorziening van deze vreemdeling tegen het arrest van de kamer van inbeschuldigingstelling tot verwerping van zijn verzoek om voorlopige invrijheidstelling doelloos.
The full and consolidated version of this text is not available.
Already registered? Login now