Arbeidshof: Arrest van 20 November 2006 (Brussel). RG 46648

Date :
20-11-2006
Language :
Dutch
Size :
3 pages
Section :
Case law
Source :
Justel N-20061120-2
Role number :
46648

Summary :

Studies van het buitengewoon secundair onderwijs, opleidingsvorm 2, fase 2, afdeling sociale aanpassing en arbeidsgeschiktmaking dienen gerangschikt te worden onder het derde jaar van studies met een volledig leerplan van het secundair technisch-, kunst- of beroepsonderwijs zoals omschreven door artikel 36? 2e a) van het werkloosheidsbesluit. Het is hierbij niet relevant of dit een oriëntatie is naar een niet beschermd werkmilieu.

Arrêt :

Add the document to a folder () to start annotating it.
Rep.Nr.
ARBEIDSHOF TE BRUSSEL
ARREST
BUITENGEWONE OPENBARE TERECHTZITTING VAN 20 NOVEMBER 2006.
7DE KAMER
Not. 580 ,§ 2 G.W.
Werkloosheid
Tegensprekelijk
Definitief
In de zaak :
RIJKSDIENST VOOR ARBEIDSVOORZIENING, (R.V.A.) openbare instelling met bestuurszetel gevestigd te 1000 BRUSSEL, Keizerslaan 7.
Appellant, vertegenwoordigd door Mr. L. VAN DEN SPIEGEL loco Mr R. SWENNEN, advocaat te Zellik.
Tegen:
V.V.,
Geïntimeerde, vertegenwoordigd door haar vader de heer V.R., volmachtdrager.
&§61683;
&§61683; &§61683;
Na beraad, spreekt het Arbeidshof te Brussel het hiernavolgend arrest uit :
Gelet op de stukken van rechtspleging, inzonderheid:
- het bestreden vonnis gewezen bij verstek door de 20ste kamer van de Arbeidsrechtbank van Brussel d.d.
30 maart 2005;
- de kennisgeving van voormeld vonnis d.d. 13 april 2005;
- het verzoekschrift in hoger beroep ontvangen ter griffie van het Arbeidshof te Brussel d.d. 2 mei 2005;
de besluiten van de partijen;
Gehoord de partijen in hun middelen en verdediging ter buitengewone openbare terechtzitting van 16 oktober 2006 waarna de debatten gesloten werden en de zaak in beraad werd genomen.
Gehoord de heer D. SOETEMANS, Advocaat-Generaal in zijn mondeling advies gegeven op diezelfde openbare terechtzitting.
Partijen zien af van hun recht op repliek op dit advies.
&§61683;
&§61683; &§61683;
Feiten en procedurevoorgaanden
Mevrouw V.V. is geboren op 21 september 1981. Zij volgde buitengewoon secundair onderwijs (Buso) opleidingsvorm 2 fase 2, afdeling sociale aanpassing en arbeidsgeschiktmaking en dit van 1 september 1994 tot 30 juni 2003.
Mevrouw V.V. vroeg wachtuitkeringen aan als volledig werkloze vanaf 29 april 2004.
De R.V.A. besliste op 11 juni 2004 dat mevrouw V.V. niet toegelaten kan worden tot het recht op wachtuitkeringen op grond van artikel 36 van het K.B. van 25 november 1991 en dat zij niet voldoet aan de voorwaarden inzake de studies of leertijd. Het voleindigen van de studies van sociale aanpassing en arbeidsgeschiktmaking opleidingsvorm 2, 2de fase, zijn geen studies met volledig leerplan.
De vordering is gericht tegen de administratieve beslissing van de directeur van 11 juni 2004.
Met het bestreden vonnis verklaart de Arbeidsrecht-bank de vordering ontvankelijk en gegrond. De administratieve beslissing wordt vernietigd; er wordt voor recht gezegd dat mevrouw V.V. vanaf 19 april 2009 gerechtigd is op wachtuitkeringen overeenkomstig de wettelijke bepalingen terzake.
Volgens de Arbeidsrechtbank maakt art. 36 van het werkloosheidsKB met betrekking tot de toelaatbaar-heidsvoorwaarden tot het recht op wachtuitkeringen geen onderscheid tussen de opleidingsvormen 1, 2, 3, 4 van het buitengewoon secundair onderwijs en is de beslissing een eigen interpretatie van de RVA van artikel 36 van het werkloosheidsbesluit.
&§61683;
&§61683;
Beroepsgrieven
Artikel 36 en het Belgisch systeem van wachtuit-keringen wijkt af van het principe dat voorafgaan-delijk bijgedragen wordt tot de werkloosheidsverze-kering alvorens uitkeringen te verkrijgen. Artikel 36 van het werkloosheidsKB dient bijgevolg strikt te worden geïnterpreteerd.
Bijgevolg komen alleen de studies met een volledig leerplan van de hogere secundaire cyclus of van het derde jaar van studies met een volledig leerplan van het secundair technisch-, kunst- of beroepsonderwijs dewelke voleindigd worden in aanmerking voor wachtuitkeringen.
Bovenkant formulier
Alleen de opleidingsvorm 4 (2de leerjaar van de 3de graad en 3de jaar van het secundair technisch of beroepsonderwijs) en opleidingsvorm 3 (5de jaar van het buitengewoon secundair beroepsonderwijs) van het buitengewoon onderwijs geven recht op wachtuitkerin-gen.
De redenering van de eerste rechter als zou er geen reden zijn om leerlingen die buitengewoon secundair onderwijs opleidingsvorm 2 hebben gevolgd, niet toe te laten tot wachtuitkeringen, terwijl diezelfde leerlingen na gewerkt te hebben in een beschutte werkplaats en na het voldoen aan alle wettelijke voorwaarden toch recht zouden hebben op gewone werkloosheidsuitkeringen, is onjuist. De reden ligt juist in de ratio legis van het systeem van de wachtuitkeringen. Iemand die voldoende arbeidspres-taties heeft geleverd in een beschutte werkplaats en dus bijgedragen heeft tot het sociaal zekerheids-systeem kan aanspraak maken op werkloosheidsuitke-ringen terwijl dit niet het geval is voor iemand die aanspraak willen maken op wachtuitkering.
Derhalve kunnen volgens de wettekst leerlingen uit het buitengewoon secundaire onderwijs, opleidings-vorm 2, niet in aanmerking worden genomen om toegelaten te worden tot te wachtuitkeringen daar het geen studies zijn met volledig leerplan.
&§61683;
&§61683;
Beoordeling
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Het verzoekschrift is regelmatig naar vorm en werd ingesteld binnen de daartoe wettelijk bepaalde termijn, wat overigens niet wordt betwist. Het is derhalve ontvankelijk.
&§61683;
&§61683;
Ten gronde
Artikel 36 ,§ 1 2° van het werkloosheidsbesluit bepaalt :
"om toegelaten te worden tot het recht op wachtuitkeringen moet de jonge werknemer aan de volgende voorwaarden voldoen;
2° a) ofwel studies met een volledig leerplan van de hogere secundaire cyclus,of het derde jaar van studies met een volledig leerplan van het secundair technisch- kunst -of beroepsonderwijs voleindigd hebben in een onderwijsinstelling opgericht, gesubsidieerd of erkend door een gemeenschap.
Voor de studies van het buitengewoon secundair onderwijs tot sociale aanpassing en arbeidsgeschikt-making (= opleidingsvorm 2 BUSO) voorziet het KB van 28.06.1978 in haar artikel 32 dat deze opleidings-vorm 2 fasen omvat en dat elke fase ten minste twee leerjaren duurt.
De opleidingsvorm 2 (zie www.sintfranciscus.be) omvat in haar fase 1 32 lesuren waarvan 16 u beroepsgerichte vorming en in fase 2 eveneens 32 lesuren waarvan 20 u beroepsgerichte vorming.
Als regelmatig leerling ingeschreven zijn, verstaat men elke leerling die voldoet aan de toelatingsvoor-waarden voor de gevolgde studierichting en die regelmatig in functie van zijn behoeften bepaalde activiteiten volgt. Om de hoedanigheid van regel-matige leerling te bewaren dient de leerling ook te voldoen aan de voorwaarden om over te gaan naar een volgend schooljaar of om van onderwijsvorm te veranderen in de loop van een schooljaar (zie werkloosheidsgids RVA 036D01 p 4 en 5).
Het attest uitgereikt door het BuSo Sint Franciscus bevestigt dat V.V. als regelmatige leerling het buitengewoon secundair onderwijs tot sociale aanpassing en arbeidsgeschiktmaking , volledig leerplan heeft gevolgd in de bovenvermelde instelling van 01.09.1999 tot 30.06.2003, dit is dus 4 jaar.
De oriëntatie naar arbeidsgeschiktheidsmaking maakt dat de opleidingsvorm 2 dient gerangschikt onder het derde jaar van studies met een volledig leerplan van het secundair technisch-, kunst- of beroeps-onderwijs zoals omschreven door artikel 36 2°a) en het is hierbij niet relevant of dit een oriëntatie is naar een beschermd werkmilieu dan wel een niet beschermd werkmilieu, temeer daar het beschermd werkmilieu eveneens aanleiding geeft tot het stelsel van bijdragen en recht op werkloosheidsuitkeringen.
Daarenboven, zonder dat dit feit wordt ontkend door appellante, heeft V., zoals blijkt uit de besluiten neergelegd ter zitting, van 1994-1995 tot 1998-1999 respectievelijk 1 observatiejaar gevolgd en 4 jaar opleidingsniveau OV3 waardoor zij, onder-geschikt, eveneens in aanmerking komt voor de wacht-uitkeringen aangezien de term voleindigen niet vereist dat men geslaagd is voor de examens of een getuigschrift heeft behaald (zie onderrichtingen 036.D01 p 5).
België is het enige land binnen de Europese Gemeen-schap waar de student na het einde van zijn studies aanspraak kan maken op uitkeringen. Dit is een politieke beslissing.
Artikel 36 is in elk geval aan wijziging toe op grond van het arrest van het Europees Hof Van Justitie in van 11 juli 2002 in Soc Kron 2003, 272 met noot van Chr Radermecker).
Het hoger beroep komt voor als ontvankelijk doch ongegrond.
&§61683;
&§61683;
OM DEZE REDENEN :
En allen hierin impliciet vervat,
Het Arbeidshof,
Gelet op de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, zoals tot op heden gewijzigd, inzonderheid op artikel 24;
Gehoord de heer D. SOETEMANS, Advocaat-Generaal in zijn mondeling advies;
Recht sprekend op tegenspraak;
Alle andere middelen en conclusies verwerpende,
Verklaart het hoger beroep ontvankelijk en ongeêgrond;
Bevestigt het vonnis a quo;
Veroordeelt appellant tot de kosten van het hoger beroep;
Deze kosten werden tot op heden door geen der partijen begroot;
Aldus gewezen en uitgesproken op de buitengewone openbare teêrechtzitting van de 7de kamer van het Arbeidshof te Brussel op 20 november 2006, waar aanwezig waren :
Mevr. B. CEULEMANS : Raadsheer.
De Heren :
I. VAN DAMME : Raadsheer in Sociale Zaken als werkgever.
P. MANS : Raadsheer in Sociale Zaken als werknemer-arbeider.
D. DE RAEDT : Grifêfier.
I. VAN DAMME P. MANS
D. DE RAEDT B. CEULEMANS