Krachtens artikel 18 van de bediendenwet is het Arbeidshof bevoegd om te oordelen of de redenen die hebben geleid tot de onmiddellijke beëindiging van de overeenkomst een zware fout zouden uitmaken. Daartoe is niet het kerkelijk gezag bevoegd, ook al gaat het om de vaststelling of de bediende zich bevindt in een toestand die onverenigbaar is met de wetten van de kristelijke moraal, daar de bediende zou worden onttrokken aan de rechter die de wet hem toekent (art. 8 G.W.)
Arrêt :
The full and consolidated version of this text is not available.