De zwangere arbeidster heeft het recht verlof te nemen vanaf de vijfde maand zwangerschap, niettegenstaande blijft ze verzekerbaar (art. 21, 4° van de wet van 9 augustus 1963). Ze kan echter op dat ogenblik slechts een vergoeding genieten zo ze bewijst dat ze verkeert in een andere ziektetoestand dan eenvoudig een toestand van zwangerschap. Anders oordelen leidt ertoe, buiten de moederschapsperioden wettelijk beschermd door artikel 56 alinéa 1, alinea 5 van de wet van 9 augustus 1963, vergoedingen uit te keren zonder dat de arbeidsongeschiktheid wordt ingeroepen en zonder dat de verzekeringsinstelling, bijgevolg, die ongeschiktheid heeft kunnen nagaan.
The full and consolidated version of this text is not available.
Already registered? Login now