Artikel 159 Wetboek Registratie - Waals Gewest

Date :
11-04-2014
Language :
French Dutch
Size :
5 pages
Section :
Regulation
Type :
Codes and legislation
Sub-domain :
Fiscal Discipline

Summary :

Waals Gewest

Original text :

Add the document to a folder () to start annotating it.

Contact | Disclaimer | FAQ
   
Quick search :
Fisconet plus Version 5.9.23
Service Public Federal
Finances
Home > Advanced search > Search results > Artikel 159 Wetboek Registratie - Waals Gewest
Artikel 159 Wetboek Registratie - Waals Gewest
Document
Content exists in : nl fr

Search in text:
Print    E-mail    Show properties

Properties

Effective date : 01/04/2014
Document type : Codes and legislation
Title : Artikel 159 Wetboek Registratie - Waals Gewest
Document date : 11/04/2014
Document language : NL
Name : Art. 159 W.Reg. WG
Version : 1
Previous document   Next document   Show list of documents

Afdeling XX : Akten vrijgesteld van het evenredig recht en onderhevig aan het algemeen vast recht

 

 

Artikel 159

 

Worden van het evenredig recht vrijgesteld en aan het algemeen vast recht onderworpen :

de aanwijzing van lastgever, op voorwaarde :

 

a)

dat het vermogen om een lastgever aan te wijzen in de akte van toewijzing of koop voorbehouden is;

 

b)

dat de aanwijzing bij authentieke akte geschied is uiterlijk op de vijfde werkdag na de dag van de toewijzing of van het contract;

 

c)

(...)

 

Bij niet-voldoening aan deze voorwaarden wordt de aanwijzing van lastgever voor de toepassing van dit Wetboek als wederverkoop beschouwd.

Met afwijking van het vorenstaande :

 

a)

moet de aanwijzing van lastgever, bij toewijzingen die wettelijk gedaan zijn onder de schorsende voorwaarde van ontstentenis van opbod, om van het evenredig recht vrijgesteld te zijn, gedaan worden dóór de notaris die de toewijzing gedaan heeft of hem betekend worden uiterlijk op de vijfde werkdag na die waarop de wettelijke termijn voor opbod verstrijkt;

 

b)

moet de aanwijzing van lastgever, in geval van toewijzing ten gevolge van hoger bod op vrijwillige vervreemding van onroerende goederen, om van het evenredig recht vrijgesteld te zijn, gedaan worden vóór de notaris die de toewijzing heeft gedaan of hem betekend worden uiterlijk op de vijfde werkdag na de dag van de toewijzing.

 

In die gevallen wordt de aanwijzing ingeschreven of vermeld onderaan op het proces-verbaal van toewijzing, zonder dat zij aan de ontvanger der registratie behoeft te worden betekend;

 

de toewijzingen naar aanleiding van rouwkoop, van roerende of onroerende goederen, wanneer zij geen aanleiding geven tot de heffing van een hoger evenredig recht dan datgene geheven op de vorige toewijzing. In het tegenovergesteld geval wordt laatstbedoeld recht afgerekend van het bedrag van de belasting waartoe de daaropvolgende toewijzing aanleiding geeft.

Hetzelfde regime is van toepassing op de toewijzingen naar aanleiding van prijsverhoging in de gevallen waarin het voorbehoud van prijsverhoging geen schorsende voorwaarde uitmaakt.

 

De overeenkomsten die strekken tot de overdracht van het vruchtgebruik op den bloten eigenaar, wanneer het evenredig registratierecht of het successierecht door den bloten eigenaar of door een vorige bloten eigenaar, zijn rechtsvoorganger, op de waarde van den vollen eigendom werd voldaan;

 

(...)

 

(...)

 

(...)

 

de overdragende of aanwijzende overeenkomsten, andere dan de inbrengen onderworpen aan het in artikel 115bis bepaalde recht die buitenslands gelegen onroerende tot voorwerp hebben, zomede de huurcontracten van dergelijke goederen;

 

volgende verrichtingen :

 

a)

de overdragende of aanwijzende vervreemdingen van eigendom van onroerende goederen, andere dan die welke onderworpen zijn aan het recht bepaald bij artikel 115bis, voorzover de levering van de vervreemde goederen onderworpen is aan de belasting over de toegevoegde waarde;

 

b)

de vestigingen, overdrachten of wederoverdrachten van de zakelijke rechten bedoeld in artikel 9, tweede lid, 2°, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde met betrekking tot onroerende goederen, voorzover de vestiging, de overdracht of de wederoverdracht van die rechten onderworpen is aan de belasting over de toegevoegde waarde.

 

Voor de toepassing van vorig lid wordt de levering van de goederen of de zakelijke rechten die er vermeld zijn geacht onderworpen te zijn aan de BTW op voorwaarde dat :

 

-

die goederen en rechten inbegrepen zijn in de overdracht van een algemeenheid van goederen of van een bedrijfstak waarop artikel 11 van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde van toepassing is;

 

-

de overdrager die goederen en rechten heeft opgericht, heeft laten oprichten of heeft aangekocht met toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde;

 

-

de overdracht van die goederen en rechten geschiedt binnen de termijn vermeld in artikel 44, § 3, 1°, a. en b., van hetzelfde Wetboek;

 

-

de overdracht geschiedt onder de regeling van de belasting over de toegevoegde waarde, ofwel van rechtswege indien de overdrager de hoedanigheid bezit van beroepsoprichter in de zin van artikel 12, § 2, van hetzelfde Wetboek voor die overdracht, ofwel indien de overdrager geopteerd heeft voor de toepassing van de belasting over der toegevoegde waarde ten opzichte van die goederen overeenkomstig artikel 44, § 3, 1°, a. of b., tweede streepje, van hetzelfde Wetboek.

 

Indien de BTW enkel toegepast wordt op een deel van de tegen een enige prijs overgedragen onroerende goederen, is deze vrijstelling enkel van toepassing op het deel van de enige prijs die betrekking heeft op het aan de BTW onderworpen deel van de overgedragen onroerende goederen, zonder dat het deel van de enige prijs dat niet bedoeld is in deze vrijstelling lager mag zijn dan de verkoopwaarde van het deel van overgedragen goederen dat niet aan de BTW onderworpen is, op datum van de overdracht, rekening houdend met de staat ervan voor aanvang van de werken indien dat deel uit de grond bestaat waarop gebouwen worden opgericht. Indien de BTW enkel toegepast wordt op zakelijke rechten die tegen een enige prijs zijn overgedragen, is deze vrijstelling enkel van toepassing op het deel van de enige prijs dat betrekking heeft op het deel van bedoelde rechten dat aan de BTW onderworpen is, zonder dat het deel van de enige prijs dat niet bij deze vrijstelling bedoeld is, lager mag zijn dan de waarde van de overgedragen rechten die niet aan de BTW onderworpen is, op de datum van de vestiging, de overdracht of de wederoverdracht, rekening houdend met de staat ervan voor aanvang van de werken indien dat deel bestaat uit de grond waarop gebouwen worden opgericht. In die gevallen worden de bestanddelen die nodig zijn voor de vereffening van de belasting in een verklaring, ondertekend overeenkomstig artikel 168 aangegeven.

Indien de overeenkomst betrekking heeft op het vruchtgebruik of de blote eigendom van de grond, wordt de belastbare grondslag bepaald op de wijze vermeld in de artikelen 47 tot 50.

 

De bepalingen van dit 8° zijn alleen toepasselijk, indien in de akte of in een vóór de registratie bij de akte te voegen geschrift worden vermeld :

a)

-

ofwel de verklaring dat de onroerende goederen nog niet bezet zijn of gebruikt worden op datum van de levering, indien dat het geval is;

 

-

ofwel, in het tegenovergestelde geval, de verklaring dat de onroerende goederen reeds bezet zijn of gebruikt worden op datum van de levering, evenals, in dat geval, de vermelding van de datum van de eerste bezetting of ingebruikname, de datum van de voltooiing van de oprichting van elk bouwwerk dat met de grond verbonden is en waarop de akte geheel of gedeeltelijk betrekking heeft en, in voorkomend geval, de datum van uitwerking van de toewijzing van een federaal kadastraal inkomen op bedoeld met de grond verbonden bouwwerk;

 

b)

het kantoor waar de belastingplichtige de aangifte moet indienen voor de heffing van de belasting over de toegevoegde waarde;

 

c)

wanneer de overeenkomst het werk is van een andere dan in artikel 12, § 2, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waard bedoelde belastingplichtige, de datum waarop hij kennis heeft gegeven van zijn bedoeling de verrichting te doen met betaling van de belasting over de toegevoegde waarde.

 

In geval van onjuistheid van die vermeldingen, verbeurt de cedent een boete gelijk aan het ontdoken recht;

 

De contracten tussen de Algemeene- Spaar- en Lijfrentekas en de leden van de landbouwkantoren verleden, met betrekking tot den waarborg door deze laatsten verstrekt.

 

10°

de contracten van onroerende financieringshuur bedoeld in artikel 44, § 3, 2°, b, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde;

 

11°

de inbreng van goederen in een samenwerkingsverband beheerst door de wet van 17 juli 1989 betreffende de economische samenwerkingsverbanden of Europese economische samenwerkingsverbanden;

 

12°

de teruggave van de onroerende goederen aan de leden van de een economisch samenwerkingsverband of van Europese economische samenwerkingsverbanden die deze goederen hebben ingebracht, wanneer de teruggave gebeurt tengevolge van de uittreding van deze leden of de ontbinding van het samenwerkingsverband.

Indien onroerende goederen verkregen worden in andere omstandigheden dan deze voorzien in het vorige lid, is voor deze verkrijging, hoe zij ook gebeurt, het voor verkopingen bepaalde recht verschuldigd.

 

13°

(...)

 

14°

de inbrengsten van onroerende goederen, andere dan die welke gedeeltelijk of geheel tot bewoning aangewend worden of bestemd zijn en door een natuurlijke persoon ingebracht worden, in burgerlijke vennootschappen of handelsvennootschappen met zetel van werkelijke leiding en statutaire zetel buiten België, of met statutaire zetel in België doch met zetel van werkelijke leiding op het grondgebeid van één van de Lid-Staten van de Europese Gemeenschap. Deze vrijstelling geldt voor zover de inbreng met maatschappelijke rechten wordt vergolden. Indien de inbreng zowel in België gelegen onroerende goederen als andere goederen omvat wordt, niettegenstaande elk strijdig beding, de vergelding die anders dan door toekenning van maatschappelijke rechten geschiedt, geacht evenredig verdeeld te zijn tussen de waarde die aan de onroerende goederen is toegekend. In de mate dat de inbreng betrekking heeft op in België gelegen onroerende goederen wordt hij onderworpen aan het recht voorgeschreven voor verkopingen.

In geval van onjuiste verklaring betreffende de aanwending of de bestemming van het onroerend goed, worden de bijvoeglijke rechten opeisbaar en verbeurt iedere partij een boete gelijk aan de rechten.

---------------------------
- 1° vervangen bij art. 14, W 23.12.1958 (B.S., 07.01.1959);
- 1°, lid 1, c, gewijzigd bij art. 48, W 05.07.1963 (B.S., 17.07.1963);
- 1°, lid 3, vervangen bij art. 3 W 10.10.1967 (B.S., 31.10.1967);
- 1°, lid 3, a, gewijzigd bij art. 3 van het decreet van 11 apr. 2014 (B.S., 09.05.2014 - ed. 2). Err. (B.S., 20.05.2014 - ed. 2). Tekst van toepassing vanaf 01.04.2014 (art. 5);
- 2° vervangen bij art. 29, W 23.12.1958 (B.S., 07.01.1959);
- 4° opgeheven bij art. 7, W 10.07.1969 (B.S., 25.07.1969), met ingang van 01.01.1970;
- 5° en 6° opgeheven bij art. 14, W 23.12.1958 (B.S., 07.01.1959);
- 7° vervangen bij art. 14, W 23.12.1958 (B.S., 07.01.1959) en gewijzigd bij art. 49, 1°, W 30.03.1994 (B.S., 31.03.1994);
- 8° vervangen bij art. 99, W 28.12.1992 (B.S., 31.12.1992), met ingang van 01.01.1993;
- 8°, lid 1 gewijzigd bij art. 49, 2°, W 30.03.1994 (B.S., 31.03.1994); al. 1 - 3 en al. 5, a) gewijzigd bij art. 1, D.09.12.2004 (B.S. 20.12.2004), met ingang van 20.12.2004;
- 10° vervangen bij art. 23, KB 29.12.1992 (B.S., 31.12.1992), met ingang van 01.01.1993;
- 11° vervangen bij art. 12, W 12.07.1989 (B.S., 22.08.1989) en gewijzigd bij art. 28, A, W 17.07.1989 (B.S., 22.08.1989);
- 12° vervangen bij art. 12, W 12.07.1989 (B.S., 22.08.1989) en gewijzigd bij art. 28, B, W 17.07.1989 (B.S., 22.08.1989);
- 13° ingevoegd bij enig art. W 10.04.1991 (B.S., 23.05.1991); opgeheven bij art. 65, W 27.12.2006 (B.S. 28.12.2006, - ed. 3), met ingang van 01.01.2007 (Art. 70);
- 14° ingevoegd bij art. 49, 3°, W 30.03.1994 (B.S., 31.03.1994);
- gewijzigd door art. 29 van het decreet van 19 sept. 2013 (B.S., 11.10.2013 - ed. 2). Tekst van toepassing vanaf 01.04.2014 (art. 5 van het decreet van 11 apr. 2014 (B.S., 09.05.2014 - ed. 2));
- gewijzigd door art. 3 van het decreet van 11 apr. 2014 (B.S., 09.05.2014 - ed. 2). Err. (B.S., 20.05.2014 - ed. 2). Tekst van toepassing vanaf 01.04.2014 (art. 7).