Commentaar van art. 42, WIB 92

Date :
04-05-2015
Language :
French Dutch
Size :
3 pages
Section :
Regulation
Type :
Comments
Sub-domain :
Fiscal Discipline

Summary :

personenbelasting - belastbare grondslag in de PB - beroepsinkomen - vrijgesteld inkomen - meerwaarde - vast activum gebruikt voor de beroepswerkzaamheid - vervreemding van activa - ontbindende voorwaard

Original text :

Add the document to a folder () to start annotating it.

Contact | Disclaimer | FAQ
   
Quick search :
Fisconet plus Version 5.9.23
Service Public Federal
Finances
Home > Advanced search > Search results > Commentaar van art. 42, WIB 92
Commentaar van art. 42, WIB 92
Document
Content exists in : nl fr

Search in text:
Print    E-mail    Show properties

Properties

Document type : Comments
Title : Commentaar van art. 42, WIB 92
Document date : 04/05/2015
Keywords : personenbelasting / belastbare grondslag in de PB / beroepsinkomen / vrijgesteld inkomen / meerwaarde / vast activum gebruikt voor de beroepswerkzaamheid / vervreemding van activa / ontbindende voorwaarde
Document language : NL
Name : Commentaar van art. 42, WIB 92
Version : 1

Art. 42, WIB 92

 

I. WETTEKST

42/0 

II. VERVREEMDING VAN ACTIVA ONDER ONTBINDENDE OF ONDER OPSCHORTENDE 

42/1-6 

A. Algemeen

42/1 

B. Ontbindende voorwaarde

42/2-4 

C. Voorbeeld

42/5 

D. Opschortende voorwaarde

42/6 

 

I. WETTEKST

 

Nummer 42/0

 

Art. 42. - In afwijking van artikel 1183 van het Burgerlijk Wetboek worden bestanddelen die het onderwerp zijn van een akte van vervreemding onder ontbindende voorwaarde, geacht voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid slechts te zijn gebruikt vanaf de datum waarop aan die voorwaarde is voldaan.

 

II. VERVREEMDING VAN ACTIVA ONDER ONTBINDENDE OF ONDER OPSCHORTENDE VOORWAARDE

 

A. ALGEMEEN

 

Nummer 42/1

 

Verbintenissen kunnen een ontbindende of een opschortende voorwaarde behelzen.

 

Een ontbindende voorwaarde is die welke, bij haar vervulling, de verbintenis teniet doet, en de zaken herstelt in dezelfde toestand alsof er geen verbintenis had bestaan (art. 1183, eerste lid, BW).

 

Een verbintenis onder een opschortende voorwaarde aangegaan, is die welke afhangt ofwel van een toekomstige en onzekere gebeurtenis, ofwel van een gebeurtenis die reeds heeft plaatsgehad, maar aan partijen nog onbekend is (art. 1181, eerste lid, BW).

 

B. ONTBINDENDE VOORWAARDE

 

Nummer 42/2

 

Bij de verbintenissen onder ontbindende voorwaarde wordt o.m. gerekend de verkoop met recht van wederinkoop (Dekkers, Handboek van Burgerlijk Recht, II, nr. 881). Het recht van wederinkoop is een beding waarbij de verkoper zich voorbehoudt de verkochte zaak terug te nemen, mits terugbetaling van de oorspronkelijke prijs en toebehoren (zie art. 1659, BW).

 

Nummer 42/3

 

Art. 42, WIB 92, heeft tot doel elke betwisting uit te schakelen met betrekking tot de fiscale gebruiksduur van de activa die voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid worden gebruikt en die alvorens definitief te gelde te zijn gemaakt, het voorwerp waren van een akte van vervreemding onder ontbindende voorwaarde, waarbij die voorwaarde tevens werd vervuld; in afwijking van art. 1183, BW, worden die bestanddelen geacht te zijn verkregen op de datum waarop ze door de belastingplichtige werden "teruggekocht" en niet op de datum waarop ze oorspronkelijk werden aangeschaft of vervaardigd (de vervreemding onder ontbindende voorwaarde wordt fiscaal steeds beschouwd als een gewone tegeldemaking, waarvan de uitkomst - meerwaarde of minderwaarde - in aanmerking wordt genomen) (Kamer van Volksvertegenwoordigers, Zitting 1972-1973, Mem. van toel., Stuk 521/1, blz. 9).

 

Nummer 42/4

 

Dit houdt in:

 

- dat de vervreemding onder ontbindende voorwaarde ab initio als een gewone verwezenlijking wordt behandeld, waarbij voor de toepassing van de art. 24 en 41 tot 44, WIB 92, alle gebruikelijke regels worden toegepast, ongeacht of die voorwaarde al dan niet vervuld wordt (zie ook 1° van onderstaand voorbeeld);

 

- dat indien de ontbindende voorwaarde toch wordt vervuld, het activabestanddeel wordt geacht op de datum van die gebeurtenis opnieuw te zijn verkregen voor dezelfde prijs waarvoor het werd vervreemd in de hiervoren bedoelde overdracht; het zijn die datum en prijs (en niet die van de aanvankelijke verkrijging) welke bij de latere definitieve verwezenlijking in aanmerking zullen worden genomen als aanschaffingsdatum en -prijs (zie 2° en 3° van onderstaand voorbeeld).

 

C. VOORBEELD

 

Nummer 42/5

 

Een handelaar die een gebouw bezit dat hij volledig voor het uitoefenen van zijn beroepswerkzaamheid gebruikt, verkoopt op 15.10.1996 voor 8.000.000 F dit gebouw dat hij op 20.6.1977 voor de prijs van 4.000.000 F heeft verkregen. Het totaal van de tot aj. 1996 fiscaal aangenomen afschrijvingen bedraagt 2.280.000 F. De verkoop geschiedt met beding van wederinkoop.

 

Op 25.5.1997 besluit de handelaar gebruik te maken van zijn recht tot wederinkoop en deelt zijn beslissing aan de koper mede. Hij wordt opnieuw in het bezit gesteld van zijn gebouw en betaalt aan de koper de som van 8.000.000 F.

 

Op 12.8.1997 besluit de handelaar het gebouw definitief te verkopen voor 8.500.000 F.

 

Fiscale gevolgen van elk van die verrichtingen voor de handelaar :

 

1° Verkoop op 15.10.1996 voor 8.000.000 F

 

De handelaar opteert voor de belastbaarheid van de vrijwillig verwezenlijkte meerwaarde van 6.280.000 F [8.000.000 F - (4.000.000 F - 2.280.000 F)] volgens het keuzestelsel van de gespreide belasting overeenkomstig art. 47, § 1, 2°, WIB 92 (het gebouw werd sedert meer dan 5 jaar voor de vervreemding voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid gebruikt).

 

2° Wederinkoop op 25.5.1997 voor 8.000.000 F (vervulling van de ontbindende voorwaarde)

 

Fiscaal wordt de wederinkoop aangemerkt als een verkrijging. Deze heeft geen weerslag op de verdere gespreide belasting van de sub 1° bedoelde meerwaarde.

 

3° Definitieve verkoop op 12.8.1997 voor 8.500.000 F

Overeenkomstig art. 42, WIB 92, wordt het verkochte gebouw fiscaal geacht, slechts voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid, te zijn gebruikt vanaf 25.5.1997 (datum waarop de ontbindende voorwaarde werd vervuld) en te zijn verkregen voor 8.000.000 F.

 

Dit houdt in:

 

- dat de meerwaarde verwezenlijkt op 12.8.1997 fiscaal slechts 500.000 F (8.500.000 F - 8.000.000 F) bedraagt;

 

- dat die meerwaarde voor aj. 1998 volledig belastbaar is volgens het stelsel van het gemeen recht, daar het gebouw wordt geacht sedert minder dan vijf jaar voor de vervreemding, voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid te zijn gebruikt.

 

D. OPSCHORTENDE VOORWAARDE

 

Nummer 42/6

 

Wat betreft de verbintenissen onder opschortende voorwaarde, moet op fiscaal gebied steeds uitsluitend rekening worden gehouden met de datum waarop die voorwaarde is vervuld.

 

Het is dus die datum welke in aanmerking moet worden genomen voor :

 

- de vaststelling van het belastbare tijdperk waarin de eventuele meerwaarde werd verwezenlijkt;

 

- de berekening van de termijn van 5 jaar gesteld voor het keuzestelsel van de gespreide belasting of voor de afzonderlijke aanslag (zie art. 47, § 1 en 171, 4°, a, WIB 92).

 

Indien de opschortende voorwaarde niet wordt vervuld, wordt geacht dat de verbintenis nooit heeft bestaan.