Décision anticipée n° 2014.647 dd. 16.12.2014
Summary :
frais propres à l'employeur - remboursement de dépenses propres à l'employeur - indemnité pour frais propres à l'employeur - indemnité forfaitaire
Original text :
Fisconet
plus Version 5.9.23
Service Public Federal Finances |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Décision anticipée n° 2014.647 dd. 16.12.2014
Document
Search in text:
Properties
Document type : Prior agreements L 24.12.2002 Title : Décision anticipée n° 2014.647 dd. 16.12.2014 Document date : 16/12/2014 Keywords : frais propres à l'employeur / remboursement de dépenses propres à l'employeur / indemnité pour frais propres à l'employeur / indemnité forfaitaire Document language : FR Name : Décision anticipée n° 2014.647 dd. 16.12.2014 Version : 1
Décision anticipée n° 2014.647 dd. 16.12.2014
Frais propres à l’employeur
Résumé Les indemnités attribuées à certains membres du personnel pour des frais liés à un bureau à la maison, à des frais de représentation, à de la documentation, les indemnités de route et les frais de voiture secondaires, peuvent être considérés comme un remboursement d'indemnités forfaitaires de dépenses propres à l'employeur, conformément à l'article 31, deuxième alinéa, 1°, in fine CIR92, à condition que les modalités de la décision soient respectées.
La décision est publiée uniquement dans la langue dans laquelle la demande a été introduite.
I. Voorwerp van de aanvraag 1. De aanvraag strekt er toe te vernemen of de betaling van forfaitaire onkostenvergoedingen, als een terugbetaling van kosten eigen aan de werkgever, overeenkomstig artikel 31, tweede lid, 1° WIB 92 kan worden beschouwd.
II. Beslissing 2. Er kan een beslissing worden toegekend op basis van een onderzoek waarbij de gevraagde terugbetaalde kosten, de jobinhoud, de lonen en de dienstagenda’s werden nagekeken. 3. De vergoedingen toegekend aan bepaalde personeelsleden voor kosten gerelateerd aan een kantoor thuis, representatiekosten, documentatie, baanvergoedingen en secundaire autokosten mogen door de cvba X als forfaitaire vergoedingen voor terugbetaling van eigen kosten van de werkgever worden aangemerkt, mits rekening wordt gehouden met de volgende modaliteiten : 3.1. deze beslissing is functiegebonden en niet persoonsgebonden; 3.2. de bedragen zijn maandbedragen in EUR en niet indexeerbaar; 3.3. de genieters van de forfaitaire vergoedingen zijn verplicht, in geval zij hun werkelijke beroepskosten zouden bewijzen in hun aangifte in de personenbelasting, deze forfaitaire vergoedingen in mindering te brengen van hun bewezen beroepskosten en dit in de mate dat deze vergoedingen op hun bewezen beroepskosten betrekking hebben; 3.4. teneinde de mogelijkheid van dubbele aftrek van éénzelfde uitgave te vermijden, mogen de op basis van een forfaitair bedrag toegekende kosten eigen aan de werkgever niet meer op basis van werkelijke bewijsstukken ten laste worden genomen door de aanvragers, noch mag er een dubbel gebruik zijn met maaltijdcheques voor de werknemers die een zgn. baanvergoeding (i.e. dagvergoeding voor binnenlandse dienstreizen) ontvangen; 3.5. de aanvrager heeft steeds nominatieve lijsten ter beschikking met de personen die voor een bepaald aanslagjaar toepassing krijgen van het forfait; 3.6.de vergoedingen die als terugbetaling van eigen kosten van de werkgever worden betaald, moeten worden verantwoord door individuele fiches. Ter zake dient op de fiche de vermelding “JA – ernstige normen” te worden ingevuld omdat het hier forfaitaire kostenvergoedingen betreft, vastgesteld op basis van ernstige normen; 3.7. overeenkomstig artikel 53, 8°, WIB 92 kunnen bepaalde bedragen die in deze beslissing zijn opgenomen, in casu de representatiekosten, niet volledig als beroepskosten worden aangemerkt ten name van de vennootschap en dient bijgevolg een gedeelte van die bedragen in de verworpen uitgaven van de aangifte in de vennootschapsbelasting te worden opgenomen; 3.8. overeenkomstig artikel 66, §1, en artikel 198bis, WIB 92 kunnen bepaalde bedragen die in deze beslissing zijn opgenomen, in casu de secundaire autokosten, niet volledig als beroepskosten worden aangemerkt ten name van de vennootschap en dient bijgevolg een gedeelte van die bedragen in de verworpen uitgaven van de aangifte in de vennootschapsbelasting te worden opgenomen. 4. De vergoedingen die als terugbetaling van eigen kosten van de werkgever worden betaald, variëren tussen 70 EUR en 540 EUR per maand, inclusief de vergoeding voor binnenlandse dienstverplaatsingen (ter vergoeding van verblijfskosten).
5. Deze beslissing is geldig voor een periode van 5 jaar. Een eventuele verlenging van deze beslissing dient tijdig en schriftelijk te worden aangevraagd.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||