Mondelinge parlementaire vraag nr. 9207 van de heer Denis Ducarme dd. 07.02.2012

Date :
07-02-2012
Language :
French Dutch
Size :
2 pages
Section :
Regulation
Type :
Parliamentary questions
Sub-domain :
Fiscal Discipline

Summary :

personenbelasting - berekening van de belasting - opbrengst van de niet-indexering van de belastingschalen - indexeringscoefficiën

Original text :

Add the document to a folder () to start annotating it.

Contact | Disclaimer | FAQ
   
Quick search :
Fisconet plus Version 5.9.23
Service Public Federal
Finances
Home > Advanced search > Search results > Mondelinge parlementaire vraag nr. 9207 van de heer Denis Ducarme dd. 07.02.2012
Mondelinge parlementaire vraag nr. 9207 van de heer Denis Ducarme dd. 07.02.2012
Document
Content exists in : nl fr

Search in text:
Print    E-mail    Show properties

Properties

Document type : Parliamentary questions
Title : Mondelinge parlementaire vraag nr. 9207 van de heer Denis Ducarme dd. 07.02.2012
Document date : 07/02/2012
Publication date : 07/02/2012
Keywords : personenbelasting / berekening van de belasting / opbrengst van de niet-indexering van de belastingschalen / indexeringscoefficiënt
Document language : NL
Name : Mondelinge parlementaire vraag nr. 9207 van de heer Denis Ducarme dd. 07.02.2012
Version : 1
Question asked by : Denis Ducarme

Mondelinge parlementaire vraag nr. 9207 van de heer Denis Ducarme dd. 07.02.2012

 

Beknopt verslag 53, Commissie voor de Financiën en de Begroting 390 van 07.02.2012, blz. 25

 

Personenbelasting

Berekening van de belasting

Opbrengst van de niet-indexering van de belastingschalen

Indexeringscoefficiënt

 

VRAAG (van de heer Ducarme)

Volgens de krant L'Echo zouden de belastingen van de Belgen meer toegenomen zijn dan normaal als gevolg van de foute toepassing van een fiscale regel. De belastingadministratie zou de bedragen van het WIB al meer dan 20 jaar indexeren aan de hand van een coëfficiënt die werd afgeleid van inflatiecijfers die niet zouden overeenstemmen met de officiële gegevens van de FOD Economie. Over die afwijkende werkwijze kon geen enkele zinnige uitleg worden gegeven.

Bevestigt u dat die fout werd gemaakt? Werden er op grond daarvan beroepen ingediend? Welke bedragen moest de belastingbetaler daardoor meer ophoesten ? Hoe zult u een en ander rechtzetten?

Niemand wenst dat de werking van de belastingadministratie in het honderd zou lopen omdat er oneindig veel beroepen worden ingediend. Nu de belastingen worden verhoogd, is het echter wel belangrijk dat er een vertrouwensband bestaat tussen de belastingadministratie en de belastingplichtige. Kan er voor de komende aanslagjaren niet worden gedacht aan een forfaitaire vergoeding waarmee - indien vaststaat dat er een fout werd gemaakt - de ten onrechte geheven belastingen minstens ten dele kunnen worden terugbetaald ?

 

ANTWOORD (van de heer Vanackere vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken)

De manier waarop de indexeringscoëfficiënten worden toegepast, werd al zeer uitvoerig toegelicht door de vorige minister van Financiën in zijn antwoord op een parlementaire vraag van mevrouw Wouters van 26 november 2010.

Er werd met betrekking tot deze kwestie ooit slechts één beroepsprocedure ingesteld, namelijk bij het hof van beroep te Antwerpen. De uitspraak in die procedure viel op 8 maart 2005 en de belastingbetaler werd toen in het gelijk gesteld. De belastingadministratie heeft toen besloten daar niet tegen in beroep te gaan, gelet op het kwestieuze bedrag (11,54 euro).

Artikel 178 bepaalt dat de indexering van de belastingschalen gebeurt in functie van het gemiddelde van de indexcijfers van het jaar 1988.

Sinds de aanpassingen aan de indexcijfers in 1996 en 2004 gebruikt de administratie altijd de door het departement Economie gepubliceerde omzettingscoëfficiënten. Deze berekening werd goedgekeurd door de toenmalige minister van Financiën.

Tot op vandaag heeft mijn administratie bijgevolg de indexering van de bedragen altijd op een correcte manier toegepast. Er moeten dus geen rechtzettingen gebeuren, aangezien er geen sprake is van onregelmatigheden.

De budgettaire berekeningen die u vraagt, zouden een nieuwe, algemene berekening van de personenbelasting noodzakelijk maken en dan zou de belastingadministratie de belastingen niet meer binnen een redelijke termijn kunnen vestigen. Gelet op het feit dat er volgens mij geen onregelmatigheden zijn gebeurd en overeenkomstig het beleid van mijn voorgangers ben ik niet van plan om een dergelijke operatie op te zetten.

 

CONCLUSIE (van de heer Ducarme)

U stelt dat er geen onregelmatigheden hebben plaatsgevonden, ondanks het feit dat de belastingplichtige op 8 maart 2005 in hoger beroep in het gelijk werd gesteld. Dat is merkwaardig! Ik zal dit dossier blijven uitpluizen.