Parlementaire vraag nr. 219 van de heer Dirk Van der Maelen dd. 07.03.2013

Properties

Document type : Parliamentary questions
Title : Parlementaire vraag nr. 219 van de heer Dirk Van der Maelen dd. 07.03.2013
Tax year : 2013
Document date : 07/03/2013
Keywords : aangifte in de ven.b / niet-aangifte
Document language : NL
Name : Parlementaire vraag nr. 219 van de heer Dirk Van der Maelen dd. 07.03.2013
Version : 1
Question asked by : Dirk Van der Maelen

 

Parlementaire vraag nr. 219 van de heer Dirk Van der Maelen dd. 07.03.2013

 

Kamer, Vragen en Antwoorden, 2013-2014, QRVA 53/156 dd. 14.04.2014, blz. 216

 

Vennootschapsbelastingen. - Aanpak van niet-indieners

 

VRAAG (van de heer Van der Maelen)

Reeds enkele jaren pleit ik in het parlement voor een verbeterde aanpak van niet-indieners in het kader van de vennootschapsbelasting. Uit de cijfergegevens vermeld in de tabellen bij het meest recente jaarverslag van de FOD Financiën en uit het verslag van het Rekenhof aan de Kamer "Aanpak van belastingplichtigen die geen aangifte indienen" van juni 2012 kan ik afleiden dat uw administratie werk maakt van de aanpak van deze problematiek. Om aan de vennootschapsbelasting onderworpen te zijn, moeten vennootschappen rechtspersoonlijkheid bezitten, in België hun fiscale woonplaats hebben en een onderneming exploiteren of zich bezighouden met verrichtingen van winstgevende aard. Deze drie voorwaarden moeten samen vervuld zijn. In het jaarverslag van de FOD Financiën 2011 vinden we volgende gegevens terug betreffende de vennootschapsbelasting. In het aanslagjaar 2009 waren er 450. 869 belastingplichtigen, waarvan 435.753 in te dienen aangiften waren. De uiteindelijke ingediende aangiften bedroegen 401.105. In het aanslagjaar 2010 waren er 468.162 belastingplichtigen, waarvan het aantal in te dienen aangiften 419.645 bedroeg. Uiteindelijk waren er dat jaar 399.465 ingediende aangiften. In aanslag jaar 2011 waren er 488.696 belastingsplichtigen, waarvan 366.719 in te dienen aangiften waren. Ook hier werd er uiteindelijk minder aangegeven, namelijk 341.104.

1. Inzake de ingediende aangiften voor aanslagjaar 2011 betreft het voorlopige cijfers. Wat is de situatie op 30 juni 2012?

2. Het aantal belastingplichtigen blijft jaar na jaar stijgen, terwijl het aantal in te dienen aangiften sterk afneemt. Wat zijn de verklaringen hiervoor? Uit het bovenvermelde rapport van het Rekenhof lijkt het dat de praktijk van de ambtshalve schrapping van de zogenaamde slapende of uitdovende vennootschappen dit niet kan verklaren, enerzijds omdat deze van de lijst belastingplichtigen zouden worden geschrapt, en niet van de lijst "in te dienen", en anderzijds het aantal ambtshalve schrappingen veel kleiner is dan het verschil tussen het aantal belastingplichtigen en het aantal "in te dienen aangiften". Volgens het Rekenhof werden voor de aanslagjaren 2009 en 2010 samen in totaal ongeveer 4.500 vennootschappen ambtshalve geschrapt. Tot slot kan worden opgemerkt uit de cijfers inzake niet-indieners de jaarverslagen van de FOD Financiën dat AJ2010 een "kanteljaar" is geweest, minstens in de statistikering, gezien de belangrijke verschillen inzake de cijfers betreffende dat aanslagjaar enerzijds in het jaarverslag 2010 en anderzijds in het jaarverslag 2011. In het jaarverslag van 2011 waren er voor aanslag jaar 2010, 468.162 belastingplichtigen, waarvan in te dienen aangiften 419.645. Volgens hetzelfde jaarverslag waren er 20.180 niet-indieners. Volgens het jaarverslag 2010 echter waren er voor het aanslagjaar 2010 ook 468.162 belastingsplichtigen, en waren er hiervan 450.218 in te dienen, wat een verschil is van 30.573. Ook bij de niet-indieners is er een verschil, namelijk 18.869. Het jaarverslag 2010 spreekt namelijk van 39.049 niet-indieners. Wat zijn de verklaringen voor deze belangrijke verschillen?

 

ANTWOORD (van de Minister van Financiën)

De onderstaande tabel biedt een overzicht van de evolutie van de in te dienen, de ingediende en de niet-ingediende aangiften in de vennootschapsbelasting en dit voor de aanslagjaren 2010 tot 2012. Het betreft de op 27 maart 2014 vastgestelde situatie.

Deze situatie is niet helemaal vergelijkbaar met de toestand weergegeven in het jaarverslag van de FOD-Financiën en dit om reden dat aldaar telkens de situatie op 30 juni van het jaar volgend op het aanslagjaar wordt weergegeven. Op die manier wordt telkens een vergelijkbare, maar intermediaire toestand van de realisaties per aanslagjaar weergegeven.

Niettemin kan de globale toestand met betrekking tot een bepaald aanslagjaar pas effectief worden weergegeven wanneer alle inkohieringen gebeurd zijn, meer bepaald wanneer de aanslagtermijn van drie jaar, bedoeld in artikel 354, 1^ste lid, WIB 92, verlopen is, hetgeen het geval is voor aanslagjaar 2010. Voor de aanslagjaren 2011 en 2012 gaat het nog om een voorlopige situatie. Voor die jaren zijn respectievelijk 34 en 22 zendingen afgewerkt. Vooral aanslagjaar 2012 is dus nog vrij onvolledig.

Uit de onderstaande tabel blijkt dat naarmate er meer volledige gegevens worden verstrekt het aantal belastingplichtigen en het aantal in te dienen aangiften niet zo erg veel van elkaar afwijkt. Bovendien is er ook een gevoelig dalende trend in het aantal niet-ingediende aangiften waar te nemen.

 

Overzicht van de niet-ingediende aangiften in de vennootschapsbelasting

 

Aantallen Aanslagjaar	Belastingplichtigen	In te dienen aangiften	Ingediende aangiften	Niet-ingediende aangiften
2010	468.162	455.164	421.603	33.561
2011	488.696	470.533	437.531	33.002
2012	493.327	488.445	457.039	31.406