Parlementaire vraag nr. 566 van mevrouw Ingrid Claes dd. 07.07.2009

Date :
07-07-2009
Language :
French Dutch
Size :
2 pages
Section :
Regulation
Type :
Parliamentary questions
Sub-domain :
Fiscal Discipline

Summary :

kwijtschelding van de belastingverhoging - materiële vergissing - motivering van het bezwaarschrif

Original text :

Add the document to a folder () to start annotating it.

Contact | Disclaimer | FAQ
   
Quick search :
Fisconet plus Version 5.9.23
Service Public Federal
Finances
Home > Advanced search > Search results > Parlementaire vraag nr. 566 van mevrouw Ingrid Claes dd. 07.07.2009
Parlementaire vraag nr. 566 van mevrouw Ingrid Claes dd. 07.07.2009
Document
Content exists in : nl fr

Search in text:
Print    E-mail    Show properties

Properties

Document type : Parliamentary questions
Title : Parlementaire vraag nr. 566 van mevrouw Ingrid Claes dd. 07.07.2009
Document date : 07/07/2009
Publication date : 28/09/2009
Keywords : kwijtschelding van de belastingverhoging / materiële vergissing / motivering van het bezwaarschrift
Document language : NL
Name : Parlementaire vraag nr. 566 van mevrouw Ingrid Claes dd. 07.07.2009
Version : 1
Question asked by : Ingrid Claes

Parlementaire vraag nr. 566 van mevrouw Ingrid Claes dd. 07.07.2009 

 

 

 Kwijtschelding van de belastingverhoging

Materiële vergissing

Motivering van het bezwaarschrift   

 

 

VRAAG  

 

Overeenkomstig de bepalingen van artikel 444, eerste lid WIB 1992 kunnen bij niet-aangifte of in geval van onvolledige of onjuiste aangifte, de op het niet aangegeven "inkomstengedeelte" verschuldigde directe belastingen worden vermeerderd met een belastingverhoging van 10% tot 200%. Die administratieve sanctie wordt bovendien slechts toegepast wanneer de niet aangegeven "inkomsten" 620 euro bereiken (cf. artikel 444, vierde lid WIB 1992). 

Krachtens artikel 444, tweede lid WIB 1992 kan bij ontstentenis van kwade trouw nochtans worden afgezien van het minimum van 10% aan belastingverhoging. 

Ter zake rijzen daarbij de drie volgende algemene praktijkvragen. 

 

1. a) Kan er bij het vestigen van een supplementaire aanslag wel rechtmatig een belastingverhoging worden opgelegd op de in méér verschuldigde vennootschapsbelasting die slechts geheel of proportioneel verband houdt met de wijziging van het "belastingtarief" waarvan sprake in artikel 215 WIB 1992 en waarbij het vennootschapstarief in wijzigingsfase werd opgetrokken van het verlaagd opklimmend tarief tot het normaal vlak tarief van 33% en derhalvegeenszins betrekking heeft op eigenlijke "inkomstenverhogingen" in de zin van artikel 444 WIB 1992? 

 

b) Kan er voor een dergelijke principiële kwestie van een te goeder trouw begane vergissing in de bepaling van het toepasselijk vennootschapstarief kwijtschelding van de opgelegde belastingverhoging worden verleend door middel van het indienen van een gemotiveerd en geldigbezwaarschrift in de zin van artikel 366 WIB 1992? 

 

2. Moet of mag in geval van reclamatie een ingekohierde belastingverhoging worden kwijtgescholden of (als willekeurig) worden vernietigd, wanneer naderhand blijkt dat noch de aard, noch de rang, noch de ernst van de toegepaste administratieve sanctie van artikel 444 WIB 1992voorafgaandelijk in een ondertekende akkoordverklaring of in een verzonden kennisgeving nr. 279T precies werden aangegeven en evenmin afdoende werden geargumenteerd in de zin van de wet van 29 juli 1991 houdende motivering van de bestuurshandelingen? 

 

3. Kunnen belastingverhogingen worden ontheven die betrekking hebben op voor de eerste maal te goeder trouw begane materiële vergissingen en/of onjuiste interpretaties van de belastingwetgeving slaande op "inkomstenverhogingen" zoals onder meer resultaatverschuivingen als onderschattingen van afschrijfbare activabestanddelen en afschrijvingsexcedenten, verworpen autokosten, niet aangenomen reis-, receptie- en representatiekosten en van als verworpen uitgave (rubriek 042 van het aangifteformulier) aangemerkte private uitgaven, kosten of voordelen van alleaard? 

 

4. Kunt u punt per punt uw huidige algemene ziens- en handelwijze mededelen in het licht van het grondwettelijk legaliteitsbeginsel en van de wettelijke bepalingen van artikel 444 WIB 1992 en reglementaire bepalingen van de artikelen 225 tot en met 229 KB/WIB 1992?  

 

 

ANTWOORD  

 

 

Vraag 1. a)De tekst van artikel 444 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) die de toepassing van de belastingverhogingen regelt, laat niet toe in de door het geachte Lid aangehaalde geval, meer bepaald de herziening van het belastingtarief van vennootschappen bij procedure van wijziging, dergelijke administratieve sanctie op te leggen. 

 

Vraag 1. b)In voorkomend geval luidt het antwoord bevestigend. 

 

Vraag 2.Wanneer belastingverhogingen worden toegepast moet de belastingplichtige worden ingelicht over de desbetreffende wettelijke bepaling en, met redenen omkleed, over de toepasselijke belastingverhoging (vermelding van de aard, de ernst en de rang van de overtreding). Deze inlichtingen moeten worden verstrekt in het bericht van wijziging of de kennisgeving van aanslag van ambtswege, of, bij gebreke daarvan, bij gewone brief. 

 

Als er niet voldaan is aan de verplichting tot motivering van de belastingverhoging, zal de aanslag in het kader van de bezwaarprocedure in principe worden vernietigd ten belope van voormelde belastingverhoging. 

 

Vraag 3.Overeenkomstig artikel 366 WIB 92 kan belastingplichtige bezwaar indienen tegen de te zijnen name gevestigde belastingverhogingen die betrekking hebben op "inkomstenverhogingen". In dat bezwaarschrift kan de betrokkene grieven opwerpen, niet alleen tegen de wettelijkheid van de toepassing van de belastingverhoging, maar eveneens tegen de rangschikking van de overtreding en bijgevolg tegen het tarief van de toegepaste verhoging. 

 

Vraag 4. Ik verwijs naar vraag 1 tot 3 hiervoor.