Vonnis van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Antwerpen dd. 21.03.2005
Summary :
Controleschatting - Vordering tot nietigverklaring - Motivering van het schattingsverslag
Original text :
Fisconet
plus Version 5.9.23
Service Public Federal Finances |
|||||||
Home >
Advanced search >
Search results > Vonnis van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Antwerpen dd. 21.03.2005
Vonnis van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Antwerpen dd. 21.03.2005
Document
Search in text:
Properties
Document type : Belgian justice Title : Vonnis van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Antwerpen dd. 21.03.2005 Document date : 21/03/2005 Keywords : bewijsmiddel / controleschatting / overdracht onder bezwarende titel / verkooprecht / onroerend goed / tarief / schenking / herkwalificatie Document language : NL Name : Vonnis van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Antwerpen dd. 21.03.2005 Version : 1 Court : firstAuthority/Antwerpen_firstAuthority
Vonnis van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Antwerpen dd. 21.03.2005 Controleschatting - Vordering tot nietigverklaring - Motivering van het schattingsverslag EE/97.720 Artikel 196 W.reg. bepaalt dat de deskundige in het schattingsverslag "op beredeneerde wijze en met bewijsgronden tot staving" zijn advies moet uitbrengen over de verkoopwaarde. Uit het voorliggend schattingsverslag komt naar voren dat de deskundige het te schatten goed beschreven heeft, dat hij door de ontvanger aangereikte vergelijkingspunten beschreven heeft, dat hijzelf daaraan enkele vergelijkingspunten heeft toegevoegd en beschreven, en dat hij dan uiteindelijk slechts met een algemene opsomming van ongepreciseerde factoren (o.m. "de gunstige ligging…, de ruime.., de beperkte…"), dit alles niet gepaard met concrete berekening laat staan gepaard met concrete berekeningsfactoren, alvast minstens zonder voor de lezer ook maar enige controleerbare weergave van ook maar enige berekening, de waarde van het goed bepaalt op een bedrag dat samenvalt met het door de ontvanger vooropgesteld bedrag. Dit leidt ertoe dat de rechtbank besluit met deze schatting geen rekening te houden en een nieuwe schatting te bevelen. Nota van de administratie: Zie ook het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen dd. 25.03.2009. Zie ook het arrest van het Hof van beroep te Antwerpen dd. 30.10.2012.
VONNIS gewezen en uitgesproken. in het gerechtsgebouw te Antwerpen, op éénentwintig maart tweeduizend en vijf
L. B., enig rechter, In zake : A.R.Nr. 01/1701/A V. M., EISENDE PARTIJ
tegen : DE BELGISCHE STAAT, VERWERENDE PARTIJ
In zake : A.R.Nr. 01/1960/A V. M., EISENDE PARTIJ
tegen : DE BELGISCHE STAAT, Federale Overheidsdienst Financiën, administratie van de BTW, Registratie en Domeinen, 1ste kantoor der Registratie Turnhout, met kantoor gevestigd te 2300 Turnhout, Gemeentestraat 11. VERWERENDE PARTIJ
* * Gezien de stukken in het dossier der rechtspleging, onder meer :
In zake : A.R.Nr. 01/1960/A
Gelet op de wet van 15 juni 1935 op het gebruik van talen in gerechtszaken. Gelet op de verordeningen van de Raad van de ministers nummer 974/98 van 03 mei 1998 en nummer 1103/97 van 17 juni 1997 en de wetten van 26 juni 2000 en 30 juni 2000 ter invoering van de euro. Gehoord de partijen in hun middelen en gezegden ter zitting van 31 januari 2005. Met ter griffie van deze rechtbank op 9 maart 2001 neergelegd verzoekschrift heeft eiseres het verslag aangevochten van de in het kader van een controleschatting aangestelde deskundige. Met ter griffie op 20 maart 2001 neergelegd verzoekschrift heeft eiseres de fiscale vordering betwist die ligt vervat in een dwangschrift van 2 maart 2001 (houdende heffing ter zake het geschatte onroerend goed) dat op 5 maart 2001 uitvoerbaar werd verklaard en dat aan eiseres werd betekend met exploot van 7 maart 2001. Het past vooreerst beide zaken samen te voegen om reden van samenhang, in acht genomen wat volgt. Waar vooreerst de ontvanger zijn fiscale navordering bouwt op onder meer hogerop vermeld betwist deskundig verslag, dienen met elkaar onverenigbare oplossingen te worden vermeden. Toepassing van artikel 199 Wetboek van Registratierechten (W.Reg.) in de versie waarin het bestond ten tijde van inleiding van huidig geding, met de aldus door de wetgever uit- gewerkte bijzondere procedure van controleschatting (Cass. 14 december 1944, Arr.Cass. 1945, 64-65) leidt tot bevoegdheid van de rechtbank van eerste aanleg te bepaaldelijk Turnhout, afwijkend op de fiscale bevoegdheid van de rechtbank te Antwerpen zoals deze laatste is bepaald in de artikelen 569, 32° en 632 Gerechtelijk Wetboek. Waar artikel 199 van het Wetboek van Registratierechten (W.Reg.) ten tijde van inleiding van huidig geding slechts vordering toeliet tot nietigverklaring van de controleschatting, en zulks slechts uit oorzaak van de erin beperkt bepaalde gronden, heeft het Arbitragehof met arresten van 7 december 1999 en van 21 juni 2000 dat kader opengetrokken naar toetsingsrecht van de feitenrechter conform artikel 986 Gerechtelijk Wetboek (inmiddels werd artikel 199 W.Reg. zelf overigens in die zin gewijzigd door artikel 33 van de Wet van 9 juli 2004). Ook de andere vordering, en aldus beide vorderingen, is / zijn toelaatbaar. Art. 196 W.Reg. bepaalt dat de deskundige in het schattingsverslag "op beredeneerde wijze en met bewijsgronden tot staving" zijn advies moet uitbrengen over de verkoopwaarde. Uit het hier voorliggende schattingsverslag komt naar voren dat de deskundige het te schatten goed beschreven heeft, dat hij door de ontvanger aangereikte vergelijkingspunten beschreven heeft, dat hijzelf daaraan enkele vergelijkingspunten heeft toegevoegd en beschreven, en dat hij dan uiteindelijk slechts met een algemene opsomming van ongepreciseerde factoren (o.m. "dè gunstige..., dè ruime ..., dè beperkte…") dit alles niet gepaard met concrete berekening laat staan gepaard met concrete berekeningsfactoren, alvast minstens zonder voor de lezer ook maar enige controleerbare weergave van ook maar enige berekening, de waarde van het goed bepaalt op een bedrag dat samenvalt met het door de ontvanger vooropgestelde bedrag. Bovendien blijkt hij in zijn verslag evenmin op te geven of hij waardebepaling van goed doet per 14 november 1998, zoals nochtans gevraagd in het verzoekschrift van de ontvanger, zijnde de datum der overdracht bij onderhandse overeenkomst (art. 196 eerste lid in fine W.Reg., vgl. Antwerpen 15 nov. 1995, RGEN 1995, 235). Reeds deze vaststellingen leiden de rechtbank ertoe te besluiten dat met voorliggend verslag geen rekening kan worden gehouden, zodat een nieuwe schatting dient te worden bevolen. De betwisting van de fiscale navordering behelst de rechtsvraag of de onderhandse overdracht van 14 november 1998 verkoop (standpunt eiseres) dan wel schenking (standpunt ontvanger) inhoudt, maar in beide gevallen ligt aan de heffing de verkoopwaarde van het betrokken goed ten gronde, gelet op art. 46 resp. art. 133 eerste lid W.Reg. Het nieuwe verslag dient daartoe bijgevolg te worden afgewacht. OM DIE REDENEN DE RECHTBANK, Rechtdoende op tegenspraak. Alle andere en strijdige conclusies verwerpend. Voegt de zaken onder A.R. 01/1701/A en onder A.R. 01/1960/A samen en beoordeelt ze in een en hetzelfde vonnis, Verklaart beide vorderingen toelaatbaar, Maar alvorens verder recht te doen, stelt aan als nieuwe deskundige in het kader van de door de ontvanger gevorderde controleschatting : Mijnheer G. D…, met als opdracht, met inachtneming van de schattingsprocedure van het W. Reg., over te gaan tot schatting van het onroerend goed bestaande uit een huis op en met grond, gelegen ..., gekadastreerd Sectie Q nr. 464/R/3, groot 383 m², op datum, van 14 november 1998, een en ander op beredeneerde wijze en met bewijsgronden tot staving en zonder enige beperking noch voorbehoud, Verzoekt de deskundige het verslag neer te leggen ter griffie van deze rechtbank. Verwijst het overige der betwistingen naar de bijzondere rol voor verdere in staat stelling, en houdt de beslissing over de kosten aan.
|
|||||||