Vraag nr. 1009 van de heer Verherstraeten dd. 22.05.2002

Date :
22-05-2002
Language :
French Dutch
Size :
2 pages
Section :
Regulation
Type :
Parliamentary questions
Sub-domain :
Fiscal Discipline

Summary :

Invordering,Onvermogende bejaarde,OCMW.

Original text :

Add the document to a folder () to start annotating it.

Contact | Disclaimer | FAQ
   
Quick search :
Fisconet plus Version 5.9.23
Service Public Federal
Finances
Home > Advanced search > Search results > Vraag nr. 1009 van de heer Verherstraeten dd. 22.05.2002
Vraag nr. 1009 van de heer Verherstraeten dd. 22.05.2002
Document
Content exists in : nl fr

Search in text:
Print    E-mail    Show properties

Properties

Document type : Parliamentary questions
Title : Vraag nr. 1009 van de heer Verherstraeten dd. 22.05.2002
Tax year : 2005
Document date : 22/05/2002
Document language : NL
Name : 02/1009
Version : 1
Question asked by : Verherstraeten

VRAAG 02/1009

Vraag nr. 1009 van de heer Verherstraeten dd. 22.05.2002


Bull. nr. 831, pag. 3294-3296

Vr. en Antw., Kamer, 2001-2002, nr. 122, blz. 15355-15356

Invordering - Onvermogende bejaarde - OCMW.

VRAAG

    Op 23 oktober 2001 kaartte de heer Leterme in de commissie voor de Financiën de problematiek aan van het indirect verhalen van belastingschulden op de OCMW's indien een onvermogende bejaarde die in een rusthuis of RVT verblijft niet enkel zijn verblijfskosten, maar ook zijn belastingschuld niet kan voldoen. (Integraal Verslag, Kamer, 2001-2002, commissie voor de Financiën, 23 oktober 2001).

    Het probleem is gelegen in het feit dat OCMW's instaan voor de saldobetaling van de verblijfs- en andere kosten van bejaarden indien uitputting van pensioenen, spaargelden, eigendommen, enzovoort en een beroep op onderhoudsplichtigen ontoereikend is. Indien een belastingplichtige openstaande belastingschulden heeft, laten de ontvangers van de personenbelasting uiteraard beslag leggen op het voor beslag vatbare gedeelte van het pensioen. Dit leidt ertoe dat de bijdrage van het OCMW in de verblijf- en verzorgingskosten van de bejaarde wordt opgevoerd en dus tot de aberratie dat Financiën indirect een ander openbaar bestuur, met name het OCMW, dwingt tot het betalen van de belastingschuld van een insolvabele belastingplichtige.

    De minister erkende het probleem en stelde dat de ontvangers hun invorderingstaak in de nabije toekomst op een andere wijze moeten kunnen benaderen en dat ze hierbij rekening zouden houden met de sociale en financiële problemen van de belastingplichtige. Hij stelde daartoe een wijziging voorop van de wettelijke bepalingen die de persoonlijke en geldelijke aansprakelijkheid van de ontvangers regelt. Er werd volgens de minister een voorstel tot wijziging van de wet gedaan.

    Kan u thans meer informatie verschaffen inzake de initiatieven waarop u doelde in de commissievergadering van 23 oktober 2001?

ANTWOORD

    De wijzigingen van de wettelijke bepalingen die de persoonlijke en geldelijke aansprakelijkheid van de rekenplichtigen, waartoe de ontvangers der directe belastingen behoren regelt, maken het voorwerp uit van een voorontwerp van koninklijk besluit tot regeling van het statuut van de aan de rechtsmacht van het Rekenhof onderworpen rekenplichtigen.

    De wijziging van dit statuut van de rekenplichtige maakt deel uit van een globaal plan tot herziening in het kader van de werkzaamheden van de sectie "Aanpassing van de van kracht zijnde wet- en reglementaire teksten".

    De voornoemde tekst van voorontwerp van koninklijk besluit werd reeds integraal voorbereid door de administraties van de Thesaurie en van de Invordering en besproken met de andere ministeriële departementen. Deze tekst zal naar aanleiding van het debat aangaande het voorontwerp van wet betreffende de organisatie van het Rekenhof, goedgekeurd door de regering op datum van 26 oktober 2001 en momenteel ter advies voorgelegd aan de sectie wetgeving van de Raad van State, gelijktijdig aan het Parlement worden voorgelegd.

    Wat de invordering van belastingschulden bij onvermogende bejaarden die in een rusthuis of een rust- en verzorgingstehuis verblijven betreft, kan artikel 9 van het voorontwerp van koninklijk besluit betreffende het statuut van de aan de rechtsmacht van het Rekenhof onderworpen rekenplichtigen een oplossing bieden voor problemen die zich dienaangaande stellen.

    Dit artikel voorziet meer bepaald in een opschorting van de invorderingsopdracht door de minister van Financiën of zijn gemachtigde, ingeval de rekenplichtige een oninvorderbare schuldvordering vaststelt.

    Indien, vóór het intreden van de verjaring van dergelijke schuldvordering blijkt dat deze definitief als oninvorderbaar moet worden beschouwd, kan de rekenplichtige door de minister van Financiën of zijn gemachtigde van de verplichting tot invordering van dergelijke rechten worden ontslagen.