Vraag nr. E3333 van de heer Kostopoulos dd. 25.01.1993
Summary :
Heffing door Griekenland van een belasting op de aangifte van vliegtickets ,Verenigbaarheid met het communautair recht
Original text :
Add the document to a folder
()
to start annotating it.
Fisconet
plus Version 5.9.23
Service Public Federal Finances |
|||||||
|
Vraag nr. E3333 van de heer Kostopoulos dd. 25.01.1993
Document
Search in text:
Properties
Document type : Parliamentary questions Title : Vraag nr. E3333 van de heer Kostopoulos dd. 25.01.1993 Tax year : 0 Document date : 25/01/1993 Keywords : Heffing door Griekenland van een belasting op de aangifte van vliegtickets / Verenigbaarheid met het communautair recht Document language : NL Modification date : 16/11/2007 14:56:14 Name : 93/E3333 Version : 1 Question asked by : Kostopoulos
VRAAG 93/E3333 Vraag nr. E3333 van de heer Kostopoulos dd. 25.01.1993 Vr. en Antw., Europees Parlement BTW-Rev., nr. 108, 395, nr. 4 Heffing door Griekenland van een belasting op de aangifte van vliegtickets - Verenigbaarheid met het communautair recht VRAAG Hotelhouders en touroperators, maar vooral luchtreizigers protesteren tegen het besluit van de Griekse autoriteiten een bijzondere belasting op vliegreizen te heffen om zo geld bijeen te krijgen voor de aanleg van de nieuwe Atheense luchthaven bij Spata. Kan de Commissie om afschaffing van deze belasting vragen omdat deze in strijd is met de mededingingsregels? ANTWOORD De Commissie is niet door Griekenland op de hoogte gebracht van de invoering van de heffing waarover het geachte Parlementslid het heeft. Wat de communautaire fiscale bepalingen betreft, kan de heffing, die immers bij de afgifte van vliegtickets wordt geïnd en geen verband houdt met de kosten van de vervoerdienst, niet als een BTW uitgelegd worden, en in ieder geval ook niet als een heffing op de omzet die krachtens artikel 33 van de Zesde Richtlijn met betrekking tot de BTW (77/388/EEG) verboden is. Daar deze heffing verder uitgelegd lijkt te moeten worden als een bijdrage die betrekking heeft op diensten, kan een eventuele discriminatie tussen nationaal en internationaal vervoer niet onderzocht worden met betrekking tot artikel 95 van het EEG-Verdrag dat alleen op produkten betrekking heeft. Indien de opbrengst van deze heffing moet dienen als voorfinanciering van de luchthaven van Spata dient zij als een bijzondere luchthavenbelasting bestempeld te worden. Hoewel er op dit moment geen enkele communautaire wetgeving bestaat met betrekking tot de luchthavenbelastingen en -bijdragen, zou deze belasting, als zij ingevoerd zou worden om nationale en communautaire reizigers te discrimineren, een inbreuk kunnen betekenen op artikel 7 van het EEG-Verdrag. De diensten van Commissie hebben de Griekse autoriteiten dan ook verzocht hen alle noodzakelijke inlichtingen te verstrekken om deze kwestie uitgebreid te kunnen onderzoeken. De commissie bezint zich momenteel op de mogelijkheid om een communautair kader in te voeren voor de luchtvaartbelastingen, dat op alle intracommunautaire luchtvaartdiensten van toepassing zou zijn. (P.B., nr. C 232/21 van 28 oktober 1993) |
|||||||