In casu had een winkelbediende winkelwaar van geringe waarde uit de winkel weggenomen bij de aanvang van haar deeltijdse taak en zonder iemand te verwittigen of de voorgeschreven procedure te volgen. Na haar dagtaak werd zij buiten de kassa-zone geinterpelleerd en kon geen betalingsbewijs voorleggen voor de weggenomen koopwaar.
In het kader van de arbeidsovereenkomstenwet is bij de beoordeling van het vaststaande feit van huisdiefstal, noch de waarde van de ontvreemde goederen, noch het eenmalig karakter van de feiten, noch het beroepsverleden van de werkneemster relevant. Eens het bedrieglijk karakter vastgesteld is het redelijk en aanvaardbaar dat de benadeelde partij - in casu de werkgever - de onmogelijkheid ervaart van het verder zetten van de arbeidsrelatie en dit wegens schending van het vertrouwen dat mede aan de basis van die arbeidsovereenkomst ligt. In die zin is huisdiefstal een dringende reden tot onmiddellijk ontslag die in de eerste plaats afhangt van de subjectieve beoordeling van de benadeelde werkgever.
Arrêt :
The full and consolidated version of this text is not available.