Besluit van de Waalse Regering betreffende de samenstelling en de werking van de " Conseil supérieur wallon de l'Agriculture, de l'Agroalimentaire et de l'Alimentation "

Date :
08-05-2014
Language :
French Dutch
Size :
1 page
Section :
Legislation
Source :
Numac 2014203531

Original text :

Add the document to a folder () to start annotating it.
Artikel 1 In de zin van dit besluit wordt verstaan onder:
  1° " Raad " : de " Conseil supérieur wallon de l'Agriculture, de l'Agroalimentaire et de l'Alimentation " ingesteld bij artikel D.64 van het Waalse Landbouwwetboek;
  2° " Minister " : de Minister die voor het landbouwbeleid bevoegd is;
  3° " Wetboek " : het Waalse Landbouwwetboek.

Artikel 2 De gewone en plaatsvervangende leden van de Raad worden door de Regering aangewezen op 1 januari van het jaar na het begin van de legislatuur.

Artikel 3 De Waalse landbouwverenigingen dragen gewone en plaatsvervangende leden aan de Regering voor naar gelang van het aantal zetels bedoeld in artikel D.66, § 1, eerste lid, 1°, van het Wetboek indien ze krachtens artikel D.68 van het Wetboek erkend zijn.
  Om de zetels onder de erkende Waalse landbouwverenigingen te verdelen, neemt de administratie het aantal van hun aangeslotenen in overweging.
  De administratie verdeelt de toe te kennen zetels onder de verschillende erkende landbouwverenigingen naar verhouding van hun numerieke belang door de achtereenvolgende zetels toe te kennen aan de hoogste quotiënten verkregen na deling van het aantal leden van elke erkende landbouworganisatie door 1, 2, 3, 4, enz., tot het aantal mandaten opgebruikt is.
  De kandidatuur van het Duitstalige lid bedoeld in artikel D.66, § 1, eerste lid, 1°, van het Wetboek, wordt voorgedragen door de Duitstalige beroepsvereniging die in de meerderheid is binnen de gemeenten waarvoor de Duitse Gemeenschap bevoegd is overeenkomstig de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap.

Artikel 4 De beroepsverenigingen van de sector van de agrovoeding en de distributie, van de consumenten en de milieubescherming dragen gewone en plaatsvervangende leden voor naar gelang van het aantal zetels bedoeld in artikel D.66, § 1, van het Wetboek.

Artikel 5 Onder de kandidaten voorgedragen door de verenigingen van de sector agrovoeding en distributie bedoeld in artikel D.66, § 1, eerste lid, 2°, van het Wetboek, vertegenwoordigt minstens één lid :
  1° de operatoren van de korte bevoorradingscircuits;
  2° de zelfstandige middenstanders.

Artikel 6 De kandidatuur van de leden van de wetenschaps- en onderzoekskringen bedoeld in artikel D.66, § 1, eerste lid, 5°, van het Wetboek wordt voorgedragen door de " Académie de Recherche et d'Enseignement supérieur ", afgekort " ARES ".

Artikel 7 Bij elke volledige hernieuwing van de leden van de Raad doet de administratie een oproep tot kandidaturen. Hij bepaalt o.a. de toe te kennen mandaten, de termijnen toegestaan voor de indiening van de kandidaturen en het adres waaraan ze gericht moeten worden.
  Elke vereniging die voldoet aan de voorwaarden bedoeld in de artikelen 3 tot 5 kan een kandidatuurdossier voorleggen. Individuele kandidaturen worden niet aangenomen.

Artikel 8 De voorzitter en de ondervoorzitter worden door de Regering op de voordracht van de Minister benoemd onder de gewone of plaatsvervangende leden die in functie zijn.

Artikel 9 Op de voordracht van de Minister kan de Regering in de loop van een mandaat een nieuwe voorzitter of ondervoorzitter aanwijzen onder de gewone of plaatsvervangende leden die in functie zijn, indien de posten vacant verklaard zijn door de Raad.
  De Regering kan in de loop van een mandaat nieuwe leden aanwijzen nadat de Raad de posten vacant verklaard heeft.
  Een lid dat zijn representatief karakter verliest, verliest ook zijn functie binnen de Raad.
  De vereniging die het vertegenwoordigt verwittigt de Raad, die de post vacant verklaart, alsook de Minister. Op de voordracht van de Minister kan de Regering overgaan tot de vervanging van het lid.

Artikel 10 De Raad kan in zijn midden commissies oprichten voor het onderzoek van specifieke aangelegenheden of werkgroepen om het uitbrengen van adviezen voor te bereiden.

Artikel 11 Wat de Raad betreft, treden de artikelen 1 en 2 van het decreet van 6 november 2008 houdende rationalisatie van de adviesverlenende functie in werking op dezelfde datum als dit besluit.

Artikel 12 In afwijking van artikel 2 begint het eerste mandaat na afloop van een termijn van drie maanden, die ingaat op de datum van bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad, en eindigt het bij de oprichting van de Raad op 31 december van het jaar waarin de lopende legislatuur eindigt.

Artikel 13 De Minister van Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.