Koninklijk besluit betreffende de raadgevende commissie administratie-nijverheid
- Section :
- Legislation
- Source :
- Numac 1986014015
Original text :
Add the document to a folder
()
to start annotating it.
Artikel 1 Er wordt bij het Ministerie van Verkeerswezen een raadgevende commissie opgericht samengesteld uit vertegenwoordigers van de administratie en vertegenwoordigers van de nijverheid betrokken bij de bouw, de herstelling en het onderhoud van de voertuigen voor vervoer te land, evenals bij hun gebruik.
Deze raadgevende commissie, "commissie administratie-nijverheid" genaamd, is belast met het geven van een advies over elk ontwerp van besluit tot uitvoering van deze wet.
Artikel 1
[1 In dit besluit wordt verstaan onder:
1° Departement: het departement, vermeld in artikel 28, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;
2° Vlaamse commissie: de Vlaamse commissie administratie-nijverheid, vermeld in artikel 1/2.]1
Artikel 1/1 [1 Art. 1/1]1 Er wordt bij het Ministerie van Verkeerswezen een raadgevende commissie opgericht samengesteld uit vertegenwoordigers van de administratie en vertegenwoordigers van de nijverheid betrokken bij de bouw, de herstelling en het onderhoud van de voertuigen voor vervoer te land, evenals bij hun gebruik.
Deze raadgevende commissie, "commissie administratie-nijverheid" genaamd, is belast met het geven van een advies over elk ontwerp van besluit tot uitvoering van deze wet.
Artikel 1/2 [2 Er wordt bij het Departement een raadgevende commissie, hierna Vlaamse commissie administratie-nijverheid te noemen, opgericht die samengesteld is uit vertegenwoordigers van de administratie en vertegenwoordigers van de nijverheid, betrokken bij de bouw, de herstelling en het onderhoud van de voertuigen voor vervoer op het land, alsook bij het gebruik ervan.
De Vlaamse commissie administratie-nijverheid is ermee belast advies te geven over elk ontwerp van besluit tot uitvoering van de wet van 21 juni 1985 betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen.]2
Artikel 2 De commissie is samengesteld uit vijfentwintig leden, waarvan zeven de administratie en achttien de nijverheid vertegenwoordigen.
Artikel 2/1 [3 De Vlaamse commissie is samengesteld uit dertien leden, waarvan vier het Departement en negen de nijverheid vertegenwoordigen.]3
Artikel 3 De zeven vertegenwoordigers van de administratie zijn :
3.1. de directeur-generaal van het Bestuur van het Vervoer;
3.2. de bestuursdirecteur van de "Dienst Wegverkeer" van het Bestuur van het Vervoer (Dienst B);
3.3. de bestuursdirecteur van de "Dienst Wegvervoer" van het Bestuur van het Vervoer (Dienst C);
3.4. de Bestuursdirecteur van de "Dienst Wegveiligheid" van het Bestuur van het Vervoer (Dienst D);
3.5. de hoofdingenieur-directeur van de Directie "Technische reglementering, goedkeuring, controle en veiligheid van de wegvoertuigen" van het Bestuur van het Vervoer (Directie B1);
3.6. de eerstaanwezend ingenieur-hoofd van Dienst van de Directie "Technische reglementering, goedkeuring, controle en veiligheid van de wegvoertuigen" van het Bestuur van het Vervoer (Directie B1);
3.7. de bestuursdirecteur, hoofd van de Rechtskundige Dienst van het Ministerie van Verkeerswezen.
In geval van verhindering mag iedere vertegenwoordiger een ambtenaar als plaatsvervanger in de commissie aanwijzen.
Artikel 3/1 [4 De vier vertegenwoordigers van het Departement, vermeld in artikel 2/1, zijn: het hoofd van het Departement of zijn afgevaardigde en drie personeelsleden van het Departement die zijn aangewezen door het hoofd van het Departement.
In geval van verhindering mag iedere vertegenwoordiger een personeelslid als plaatsvervanger in de Vlaamse commissie aanwijzen.]4
Artikel 4 De achttien vertegenwoordigers van de nijverheid zijn :
4.1. twee afgevaardigden van het Verbond van Belgische ondernemingen (afgekort V.B.O.);
4.2. twee afgevaardigden van de Federatie van de ondernemingen der metaalverwerkende, machinebouw-, elektrotechnische en kunststofverwerkende nijverheid (afgekort Fabrimetal);
4.3. twee afgevaardigden van de Belgische federatie der auto- en rijwielnijverheden (afgekort Febiac);
4.4. twee afgevaardigden van de Syndicale kamer van de autohandel van België (afgekort Comaubel);
4.5. twee afgevaardigden van de Koninklijke federatie der garagehouders van België (afgekort Fegarbel);
4.6. twee afgevaardigden van de Belgische federatie der rijtuigmakerij en bijbehorende ambachten (afgekort Febelcar);
4.7. twee afgevaardigden van de Federatie van de Belgische autobus- en autocarondernemers (afgekort F.B.A.A.);
4.8. twee afgevaardigden van de Nationale Belgische federatie der baanvervoerders (afgekort N.B.F.B.V.);
4.9. twee afgevaardigden van de Groepering van organismen voor de controle van automobielen (afgekort G.O.C.A.).
De vertegenwoordigers van elke in dit artikel vermelde federatie worden door hun leidende instantie aangewezen.
Artikel 4/1 [5 De negen vertegenwoordigers van de nijverheid, vermeld in artikel 2/1, zijn:
1° één afgevaardigde van het Verbond van Belgische Ondernemingen (afgekort VBO);
2° één afgevaardigde van de Federatie van de ondernemingen der metaalverwerkende, machinebouw-, elektrotechnische en kunststofverwerkende nijverheid (afgekort Fabrimetal);
3° één afgevaardigde van de Belgische federatie der auto- en rijwielnijverheden (afgekort Febiac);
4° één afgevaardigde van de Syndicale kamer van de autohandel van België (afgekort Comaubel);
5° één afgevaardigde van de Koninklijke federatie der garagehouders van België (afgekort Fegarbel);
6° één afgevaardigde van de Belgische federatie der rijtuigmakerij en bijbehorende ambachten (afgekort Febelcar);
7° één afgevaardigde van de Federatie van de Belgische autobus- en autocarondernemers (afgekort FBAA);
8° één afgevaardigde van de Nationale Belgische federatie der baanvervoerders (afgekort NBFBV);
9° één afgevaardigde van de Groepering van organismen voor de controle van automobielen (afgekort GOCA).
De vertegenwoordigers van elke federatie, vermeld in het eerste lid, worden door hun leidende instantie aangewezen.]5
Artikel 5 Het voorzitterschap van de commissie wordt waargenomen door de directeur-generaal van het Bestuur van het Vervoer.
Het ondervoorzitterschap van de commissie wordt waargenomen door de bestuursdirecteur van de "Dienst Wegverkeer" van het Bestuur van het Vervoer (Dienst B).
In geval beide in dit artikel bedoelde vertegenwoordigers samen verhinderd zijn en indien de commissie desondanks genoodzaakt is te zetelen, duiden zij de vertegenwoordiger van de administratie aan die het interim-voorzitterschap zal waarnemen.
Artikel 5/1 [6 Het voorzitterschap van de Vlaamse commissie wordt waargenomen door het hoofd van het Departement of zijn afgevaardigde.
Het ondervoorzitterschap van de Vlaamse commissie wordt waargenomen door een personeelslid van het Departement.
Als beide vertegenwoordigers, vermeld in het eerste en het tweede lid, samen verhinderd zijn en als de Vlaamse commissie desondanks genoodzaakt is zitting te houden, wijst ze de vertegenwoordiger van de administratie aan om het interim-voorzitterschap waar te nemen.]6
Artikel 6 Het secretariaat van de commissie wordt door de diensten van het Bestuur van het Vervoer verzekerd.
Artikel 6/1 [7 Het secretariaat van de Vlaamse commissie wordt door de diensten van het Departement waargenomen.]7
Artikel 7 De voorzitter van de commissie of, bij verhindering, de ondervoorzitter roept de commissie bijeen, stelt haar agenda vast en leidt de werkzaamheden ervan.
De commissie zetelt geldig welke ook het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden moge zijn. Indien een afvaardiging van de nijverheid afwezig is ondanks het feit dat ze correct opgeroepen werd, wordt zij verondersteld haar akkoord te geven over de op de agenda ingeschreven ontwerpen, tenzij zij vóór de vergadering haar opmerkingen schriftelijk aan de voorzitter van de vergadering heeft kenbaar gemaakt.
Artikel 7/1 [8 De voorzitter van de Vlaamse commissie of, bij verhindering, de ondervoorzitter roept de Vlaamse commissie bijeen, stelt haar agenda vast en leidt de werkzaamheden ervan.
De Vlaamse commissie zetelt geldig, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden. Als een afvaardiging van de nijverheid afwezig is ondanks het feit dat ze correct is opgeroepen, wordt ze verondersteld haar akkoord te geven over de ontwerpen die ingeschreven zijn op de agenda, tenzij ze haar opmerkingen vóór de vergadering aan de voorzitter van de vergadering schriftelijk kenbaar heeft gemaakt.]8
Artikel 8 De commissie brengt haar adviezen uit in de vorm van de notulen van de vergadering, ondertekend door de voorzitter van de vergadering en de secretaris, waarin het standpunt van elke afvaardiging is opgenomen.
Artikel 8/1 [9 De Vlaamse commissie brengt haar adviezen uit in de vorm van de notulen van de vergadering, ondertekend door de voorzitter van de vergadering en de secretaris, waarin het standpunt van elke afvaardiging is opgenomen.]9
Artikel 9 De commissie mag werkgroepen oprichten, belast met de studie van bijzondere kwesties.
De voorzitter en de leden van deze werkgroepen worden door de commissie aangeduid.
Artikel 9/1 [10 De Vlaamse commissie mag werkgroepen oprichten die belast zijn met de studie van bijzondere kwesties.
De voorzitter en de leden van die werkgroepen worden door de Vlaamse commissie aangewezen.]10
Artikel 10 De commissie stelt een huishoudelijk reglement op en neemt de nodige maatregelen om de correcte naleving van de bepalingen van dit besluit te waarborgen.
Artikel 10/1 [11 De Vlaamse commissie stelt een huishoudelijk reglement op en neemt de nodige maatregelen om de correcte naleving van de bepalingen van dit besluit te waarborgen.]11
Artikel 11 De deelneming aan de werkzaamheden van de commissie is onbezoldigd.
Artikel 11/1 [12 De deelneming aan de werkzaamheden van de Vlaamse commissie is onbezoldigd.]12
Artikel 12 Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Artikel 13 Onze Minister Van Verkeerswezen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Deze raadgevende commissie, "commissie administratie-nijverheid" genaamd, is belast met het geven van een advies over elk ontwerp van besluit tot uitvoering van deze wet.
Artikel 1
[1 In dit besluit wordt verstaan onder:
1° Departement: het departement, vermeld in artikel 28, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;
2° Vlaamse commissie: de Vlaamse commissie administratie-nijverheid, vermeld in artikel 1/2.]1
Artikel 1/1 [1 Art. 1/1]1 Er wordt bij het Ministerie van Verkeerswezen een raadgevende commissie opgericht samengesteld uit vertegenwoordigers van de administratie en vertegenwoordigers van de nijverheid betrokken bij de bouw, de herstelling en het onderhoud van de voertuigen voor vervoer te land, evenals bij hun gebruik.
Deze raadgevende commissie, "commissie administratie-nijverheid" genaamd, is belast met het geven van een advies over elk ontwerp van besluit tot uitvoering van deze wet.
Artikel 1/2 [2 Er wordt bij het Departement een raadgevende commissie, hierna Vlaamse commissie administratie-nijverheid te noemen, opgericht die samengesteld is uit vertegenwoordigers van de administratie en vertegenwoordigers van de nijverheid, betrokken bij de bouw, de herstelling en het onderhoud van de voertuigen voor vervoer op het land, alsook bij het gebruik ervan.
De Vlaamse commissie administratie-nijverheid is ermee belast advies te geven over elk ontwerp van besluit tot uitvoering van de wet van 21 juni 1985 betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen.]2
Artikel 2 De commissie is samengesteld uit vijfentwintig leden, waarvan zeven de administratie en achttien de nijverheid vertegenwoordigen.
Artikel 2/1 [3 De Vlaamse commissie is samengesteld uit dertien leden, waarvan vier het Departement en negen de nijverheid vertegenwoordigen.]3
Artikel 3 De zeven vertegenwoordigers van de administratie zijn :
3.1. de directeur-generaal van het Bestuur van het Vervoer;
3.2. de bestuursdirecteur van de "Dienst Wegverkeer" van het Bestuur van het Vervoer (Dienst B);
3.3. de bestuursdirecteur van de "Dienst Wegvervoer" van het Bestuur van het Vervoer (Dienst C);
3.4. de Bestuursdirecteur van de "Dienst Wegveiligheid" van het Bestuur van het Vervoer (Dienst D);
3.5. de hoofdingenieur-directeur van de Directie "Technische reglementering, goedkeuring, controle en veiligheid van de wegvoertuigen" van het Bestuur van het Vervoer (Directie B1);
3.6. de eerstaanwezend ingenieur-hoofd van Dienst van de Directie "Technische reglementering, goedkeuring, controle en veiligheid van de wegvoertuigen" van het Bestuur van het Vervoer (Directie B1);
3.7. de bestuursdirecteur, hoofd van de Rechtskundige Dienst van het Ministerie van Verkeerswezen.
In geval van verhindering mag iedere vertegenwoordiger een ambtenaar als plaatsvervanger in de commissie aanwijzen.
Artikel 3/1 [4 De vier vertegenwoordigers van het Departement, vermeld in artikel 2/1, zijn: het hoofd van het Departement of zijn afgevaardigde en drie personeelsleden van het Departement die zijn aangewezen door het hoofd van het Departement.
In geval van verhindering mag iedere vertegenwoordiger een personeelslid als plaatsvervanger in de Vlaamse commissie aanwijzen.]4
Artikel 4 De achttien vertegenwoordigers van de nijverheid zijn :
4.1. twee afgevaardigden van het Verbond van Belgische ondernemingen (afgekort V.B.O.);
4.2. twee afgevaardigden van de Federatie van de ondernemingen der metaalverwerkende, machinebouw-, elektrotechnische en kunststofverwerkende nijverheid (afgekort Fabrimetal);
4.3. twee afgevaardigden van de Belgische federatie der auto- en rijwielnijverheden (afgekort Febiac);
4.4. twee afgevaardigden van de Syndicale kamer van de autohandel van België (afgekort Comaubel);
4.5. twee afgevaardigden van de Koninklijke federatie der garagehouders van België (afgekort Fegarbel);
4.6. twee afgevaardigden van de Belgische federatie der rijtuigmakerij en bijbehorende ambachten (afgekort Febelcar);
4.7. twee afgevaardigden van de Federatie van de Belgische autobus- en autocarondernemers (afgekort F.B.A.A.);
4.8. twee afgevaardigden van de Nationale Belgische federatie der baanvervoerders (afgekort N.B.F.B.V.);
4.9. twee afgevaardigden van de Groepering van organismen voor de controle van automobielen (afgekort G.O.C.A.).
De vertegenwoordigers van elke in dit artikel vermelde federatie worden door hun leidende instantie aangewezen.
Artikel 4/1 [5 De negen vertegenwoordigers van de nijverheid, vermeld in artikel 2/1, zijn:
1° één afgevaardigde van het Verbond van Belgische Ondernemingen (afgekort VBO);
2° één afgevaardigde van de Federatie van de ondernemingen der metaalverwerkende, machinebouw-, elektrotechnische en kunststofverwerkende nijverheid (afgekort Fabrimetal);
3° één afgevaardigde van de Belgische federatie der auto- en rijwielnijverheden (afgekort Febiac);
4° één afgevaardigde van de Syndicale kamer van de autohandel van België (afgekort Comaubel);
5° één afgevaardigde van de Koninklijke federatie der garagehouders van België (afgekort Fegarbel);
6° één afgevaardigde van de Belgische federatie der rijtuigmakerij en bijbehorende ambachten (afgekort Febelcar);
7° één afgevaardigde van de Federatie van de Belgische autobus- en autocarondernemers (afgekort FBAA);
8° één afgevaardigde van de Nationale Belgische federatie der baanvervoerders (afgekort NBFBV);
9° één afgevaardigde van de Groepering van organismen voor de controle van automobielen (afgekort GOCA).
De vertegenwoordigers van elke federatie, vermeld in het eerste lid, worden door hun leidende instantie aangewezen.]5
Artikel 5 Het voorzitterschap van de commissie wordt waargenomen door de directeur-generaal van het Bestuur van het Vervoer.
Het ondervoorzitterschap van de commissie wordt waargenomen door de bestuursdirecteur van de "Dienst Wegverkeer" van het Bestuur van het Vervoer (Dienst B).
In geval beide in dit artikel bedoelde vertegenwoordigers samen verhinderd zijn en indien de commissie desondanks genoodzaakt is te zetelen, duiden zij de vertegenwoordiger van de administratie aan die het interim-voorzitterschap zal waarnemen.
Artikel 5/1 [6 Het voorzitterschap van de Vlaamse commissie wordt waargenomen door het hoofd van het Departement of zijn afgevaardigde.
Het ondervoorzitterschap van de Vlaamse commissie wordt waargenomen door een personeelslid van het Departement.
Als beide vertegenwoordigers, vermeld in het eerste en het tweede lid, samen verhinderd zijn en als de Vlaamse commissie desondanks genoodzaakt is zitting te houden, wijst ze de vertegenwoordiger van de administratie aan om het interim-voorzitterschap waar te nemen.]6
Artikel 6 Het secretariaat van de commissie wordt door de diensten van het Bestuur van het Vervoer verzekerd.
Artikel 6/1 [7 Het secretariaat van de Vlaamse commissie wordt door de diensten van het Departement waargenomen.]7
Artikel 7 De voorzitter van de commissie of, bij verhindering, de ondervoorzitter roept de commissie bijeen, stelt haar agenda vast en leidt de werkzaamheden ervan.
De commissie zetelt geldig welke ook het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden moge zijn. Indien een afvaardiging van de nijverheid afwezig is ondanks het feit dat ze correct opgeroepen werd, wordt zij verondersteld haar akkoord te geven over de op de agenda ingeschreven ontwerpen, tenzij zij vóór de vergadering haar opmerkingen schriftelijk aan de voorzitter van de vergadering heeft kenbaar gemaakt.
Artikel 7/1 [8 De voorzitter van de Vlaamse commissie of, bij verhindering, de ondervoorzitter roept de Vlaamse commissie bijeen, stelt haar agenda vast en leidt de werkzaamheden ervan.
De Vlaamse commissie zetelt geldig, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden. Als een afvaardiging van de nijverheid afwezig is ondanks het feit dat ze correct is opgeroepen, wordt ze verondersteld haar akkoord te geven over de ontwerpen die ingeschreven zijn op de agenda, tenzij ze haar opmerkingen vóór de vergadering aan de voorzitter van de vergadering schriftelijk kenbaar heeft gemaakt.]8
Artikel 8 De commissie brengt haar adviezen uit in de vorm van de notulen van de vergadering, ondertekend door de voorzitter van de vergadering en de secretaris, waarin het standpunt van elke afvaardiging is opgenomen.
Artikel 8/1 [9 De Vlaamse commissie brengt haar adviezen uit in de vorm van de notulen van de vergadering, ondertekend door de voorzitter van de vergadering en de secretaris, waarin het standpunt van elke afvaardiging is opgenomen.]9
Artikel 9 De commissie mag werkgroepen oprichten, belast met de studie van bijzondere kwesties.
De voorzitter en de leden van deze werkgroepen worden door de commissie aangeduid.
Artikel 9/1 [10 De Vlaamse commissie mag werkgroepen oprichten die belast zijn met de studie van bijzondere kwesties.
De voorzitter en de leden van die werkgroepen worden door de Vlaamse commissie aangewezen.]10
Artikel 10 De commissie stelt een huishoudelijk reglement op en neemt de nodige maatregelen om de correcte naleving van de bepalingen van dit besluit te waarborgen.
Artikel 10/1 [11 De Vlaamse commissie stelt een huishoudelijk reglement op en neemt de nodige maatregelen om de correcte naleving van de bepalingen van dit besluit te waarborgen.]11
Artikel 11 De deelneming aan de werkzaamheden van de commissie is onbezoldigd.
Artikel 11/1 [12 De deelneming aan de werkzaamheden van de Vlaamse commissie is onbezoldigd.]12
Artikel 12 Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Artikel 13 Onze Minister Van Verkeerswezen is belast met de uitvoering van dit besluit.
- 1: Ingevoegd bij BVR 2015-12-04/23, Art. 9, 002; Inwerkingtreding : 23-01-2016>
- 2: Ingevoegd bij BVR 2015-12-04/23, Art. 11, 002; Inwerkingtreding : 23-01-2016>
- 3: Ingevoegd bij BVR 2015-12-04/23, Art. 4, 002; Inwerkingtreding : 23-01-2016>
- 4: BVR 2015-12-04/23, Art. 3, 002; Inwerkingtreding : 23-01-2016>
- 5: Ingevoegd bij BVR 2015-12-04/23, Art. 8, 002; Inwerkingtreding : 23-01-2016>
- 6: Ingevoegd bij BVR 2015-12-04/23, Art. 12, 002; Inwerkingtreding : 23-01-2016>
- 7: Ingevoegd bij BVR 2015-12-04/23, Art. 13, 002; Inwerkingtreding : 23-01-2016>
- 8: Ingevoegd bij BVR 2015-12-04/23, Art. 6, 002; Inwerkingtreding : 23-01-2016>
- 9: Ingevoegd bij BVR 2015-12-04/23, Art. 14, 002; Inwerkingtreding : 23-01-2016>
- 10: Ingevoegd bij BVR 2015-12-04/23, Art. 10, 002; Inwerkingtreding : 23-01-2016>
- 11: Ingevoegd bij BVR 2015-12-04/23, Art. 5, 002; Inwerkingtreding : 23-01-2016>
- 12: Ingevoegd bij BVR 2015-12-04/23, Art. 7, 002; Inwerkingtreding : 23-01-2016>