Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 april 1992 betreffende de vergunning om het beroep van privé-detective uit te oefenen.

Date :
26-05-1998
Language :
French Dutch
Size :
1 page
Section :
Legislation
Source :
Numac 1998000350

Original text :

Add the document to a folder () to start annotating it.
Artikel 1 In het koninklijk besluit van 29 april 1992 betreffende de vergunning om het beroep van privé-détective uit te oefenen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 2 juni 1997, worden in de plaats van de artikelen 3 en 4, die de artikelen 5 en 6 worden, nieuwe artikelen 3 en 4 ingevoegd, luidende :
  "Art. 3. De privé-detective die het verlies of de vernietiging vaststelt van zijn identificatiekaart die bij het verlenen van zijn vergunning wordt afgegeven, is verplicht onverwijld aangifte daarvan te doen bij de politie- of rijkswachtoverheid van zijn vestigingsplaats, respectievelijk fictieve vestigingsplaats in België.
  Een attest van die aangifte waarvan een model als bijlage bij dit besluit is gevoegd, wordt de betrokkene ter hand gesteld en een afschrift van het attest wordt, na een onderzoek naar de omstandigheden waarin de kaart verloren of vernietigd is, gezonden aan de burgemeester van de vestigingsplaats van de betrokkene en naar de Minister van Binnenlandse Zaken, Algemene Directie van de Algemene Rijkspolitie.
  Bij verlies of vernietiging van het attest wordt gehandeld op dezelfde wijze als bij verlies of vernietiging van de identificatiekaart.
  Indien de identificatiekaart nochtans na een vernieuwing wordt teruggevonden, stuurt de privé-detective ze onverwijld terug naar de Minister van Binnenlandse Zaken, Algemene Directie van de Algemene Rijkspolitie, om ze te laten vernietigen.
  Een privé-détective mag in geen geval houder zijn van meer dan één identificatiekaart.
  Art. 4. In de hiernavolgende gevallen moet de identificatiekaart onmiddellijk naar de Minister van Binnenlandse Zaken, Algemene Directie van de Algemene Rijkspolitie, teruggestuurd worden om ze te laten vernieuwen :
  1° wanneer de dag is bereikt waarop de geldigheid verstrijkt;
  2° wanneer de foto van de houder niet meer gelijkend is;
  3° wanneer de kaart beschadigd is;
  4° wanneer de houder van naam of voornaam verandert;
  5° wanneer het adres van de vestigingsplaats van de houder verandert;
  6° wanneer de naam, voornaam of het adres van de vestigingsplaats van de privé-detective, bij wie de houder een fictieve vestigingsplaats gekozen heeft, verandert.
  7° wanneer de vergunning van de privé-détective, bij wie de houder een fictieve vestigingsplaats gekozen heeft, ingetrokken of geschorst wordt;
  8° wanneer de privé-detective, bij wie de houder een fictieve vestigingsplaats gekozen heeft, zijn activiteiten als privé-detective staakt.
  Wanneer de houder van de identificatiekaart zijn activiteiten als privé-detective staakt, moet de identificatiekaart onmiddellijk naar de Minister van Binnenlandse Zaken, Algemene Directie van de Algemene Rijkspolitie, teruggestuurd worden om ze te laten vernietigen.".

Artikel 2 Dit besluit treedt in werking op 1 juli 1998.

Artikel 3 Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 26 mei 1998.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Binnenlandse Zaken,
  L. TOBBACK